Door toenemende gelijkheid en welvaart ontstonden er in de loop van de 20e eeuw jongerenculturen. Ze verzetten zich tegen de dominante cultuur van de jaren '50: ze waren een tegencultuur. Hippies wilden het taboe op naaktheid doorbreken en vonden dat er meer vrije liefde moest zijn, buiten vaste relaties om.
De eerste jeugdcultuur die in Nederland ontstond waren de Nozems. In de jaren 1950 trok de economie aan, waardoor de jongeren meer geld te besteden hadden. Hiervan kochten ze spijkerbroeken, leren jacks en Zündapp- of Kreidler-bromfietsen. Wanneer je al uit een rijkere familie kwam kon je een Puch-bromfiets kopen.
Een jeugdcultuur (ook wel jongerencultuur) is een set van normen, waarden, opvattingen, gedragsvoorschriften, rituelen en stijl die gedeeld wordt door een groep waarvan de leden binnen de leeftijdsgroep 12 tot 21 vallen. Jeugdculturen zijn dus leeftijdsgebonden.
Jongeren mochten hun verdiende geld zelf nu besteden. Ze kochten platen met hun favoriete muziek, kleding, sigaretten en een brommer. Jongeren gingen er ook anders uitzien dan de ouderen. Ze droegen andere kleren: de jongens leren jacks en spijkerbroeken, de meisjes wijde petticoats onder hun rokken.
De nozems ontstonden in 1955. Voor die tijd werden jongeren streng opgevoed en was de wil van de ouders de wet. Terwijl Nederland na de Tweede Wereldoorlog opkrabbelde ontstonden grote groepen jongeren die hun eigen geld hadden door de stijgende welvaart. De jeugd kocht brommers, kleding en soms zelfs drugs.
Nozem is een Nederlands woord dat werd geïntroduceerd in 1955. Hiermee werd een destijds nieuw type jongeling aangeduid: zelfbewust en vaak agressief, gekleed in spijkerbroek en leren jack en uitgedost met vetkuif, onverschillig hangend op zijn bromfiets voor de snackbar.
Hippies hielden van psychedelische rock, een combinatie van rock, blues, country en western, volk en reaggae. Deze meeste muziek was eenvoudig en emotioneel. De muzikanten leefde hun muziek die, net als drugs, bedoeld was om het bewustzijn te 'vergeten'.
Ze hebben lange haren en baarden en zijn gekleed in felgekleurde kleding. Vooral t-shirts, spijkerbroeken (die eruit zien als vodden), kralenkettingen, bloemen en andere versierselen horen bij hen.. Ze wijzen de industriële welvaartsmaatschappij, die veel gebruikt maakt van technologie af.
Vanaf 1960 verdienden Nederlanders meer en kregen méér vrije tijd. Ze hoefde niet meer op zaterdag te werken en kinderen hoefde niet meer op zaterdag naar school. De Nederlanders hadden het nog nooit zo goed gehad. Steeds meer mensen kochten elektrische apparaten, zoals een platenspeler of een bandrecorder.
Nozem is eigenlijk een letterwoord: Nederlandse Onderdaan Zonder Enige Moraal (dit is een taalkundig onjuiste maar buiten de taalkunde vaak gebruikte verklaring van het woord).
Naast de positieve impact op de identiteitsontwikkeling van jongeren en op hun welbevinden is cultuur beoefenen goed voor hun creativiteit, inlevingsvermogen en het vermogen om zich uit te drukken en zich te presenteren. Kunst en cultuur dragen ook bij aan het begrijpen van andermans (gedachten-)wereld.
Al die dingen die mensen denken, doen en hebben: gewoonten en gebruiken, godsdienst, normen en waarden, bestaanswijze, muziek en voorwerpen, eetgewoonten en wijze van kleden, bouwwerken.
Jongeren beoefenen culturele activiteiten als tijdverdrijf of ontspanning, voor zelfexpressie, om te leren en om deel uit te maken van een groep. Jongeren geven aan zich vrij te voelen wanneer ze kunst beoefenen. Ze vinden het noodzakelijk dat er voldoende ruimte is voor eigen inbreng.
De leefwijze van de hippie was gericht op vrijheid, spontaniteit, creativiteit en plezier. De vrijheid omvatte ook seksuele vrijheid, waarbij seksuele taboes (bijvoorbeeld op openbare naaktheid) werden doorbroken en de vrije liefde (ook buiten vaste relaties om) werd bedreven.
De meisjes droegen jurken met petticoats, pumps met naaldhakken en een bol kapsel, de 'suikerspin'. De Kikkers waren herkenbaar aan halfhoge bruin suède Clarks schoenen, groene legerparka's of oude PTT-capes en 'wijdpijpers'.
De jaren '70, van hoopvol tot hopeloos
De jaren '70 waren vrolijk, optimistisch, hoopvol en links. Maar ook verbeten, inktzwart, pessimistisch en rechts. Een decennium met vele gezichten. Voor mij persoonlijk, en voor veel respondenten, waren het de heerlijke jaren van mijn jeugd.
Welvaartsstaat. De wederopbouw wordt afgesloten, al blijft de woningnood nog schrijnend. In Nederland komt een einde aan de geleide loonpolitiek, en de ene loongolf volgt op de andere. Geleidelijk aan doen koelkast, wasmachine, telefoon, televisie en auto hun intrede in de huishoudens en het straatbeeld.
Protestgeneratie (babyboomers)
Deze generatie stonden in de jaren 60 en 70 op de barricaden en sympathiseren met de vernieuwingsdrift van de jongste werknemers. Het gros is nog vitaal en wil en kan nog graag meedoen, maar mag dat wel wat meer van de daken schreeuwen.
Provo werd in mei 1965 opgericht door onder meer Roel van Duijn (filosoof), Rob Stolk (drukker), Luud Schimmelpennink (uitvinder) en Hans Metz. In de zomer van 1965 sloten de provo's zich aan bij de happenings van Robert Jasper Grootveld (kunstenaar) op het Spui in Amsterdam.
Wouter Buikhuisen introduceerde het begrip 'provo' in zijn proefschrift Achtergronden van nozemgedrag waarop hij in 1965 promoveerde. Het woord is afgeleid van provoceren. Buikhuisen verbaasde zich over het ontstaan van een grote stroming antiautoritaire jongeren. Roel van Duijn gebruikte het daarna als geuzennaam.
Provo verzette zich tegen de bestaande maatschappij. De provo's waren tegen gezag op iedere manier, en dan hadden ze met name kritiek op het gezag van de politie. Hiernaast verzetten ze zich ook tegen de verburgerlijking van de grote massa, de aantasting van het leefmilieu, het consumptiedenken, en de taboe over seks.
Hippies waren gek op de natuur en aten het liefst onbespoten. Vaak verbouwden ze hun groenten zelf. Het milieubewuste van de hippies is nog zoiets wat anno 2012 nog bést wat meer doorgevoerd kan worden.
Hippie kleding, ook wel flower power kleding genoemd komt uit de late jaren 60 en de vroege jaren 70. De kleding kenmerkt zich door vrolijke bloemenprints en uitlopende broekspijpen.
Brozem definities
Samentrekking van “bromfiets” en “nozem”. In de jaren zestig gebruikt om groepen “brommende” jongeren aan te duiden.