Woordenboeken en grammatica's – boeken waarin de regels van de taal worden beschreven – verschenen al ver vóór 1800. Wat wel waar is, is dat de taalwetenschap rond 1800 een echte empirische en systematische wetenschap werd, die meer behelsde dan taalfilosofie en kwesties rond 'correct' taalgebruik.
grammatica “letterkunst” [1584; Twe-spraack], Latijnsche grammatica '(beschrijving van) de regels van het Latijn' [1613; WNT], grammatica “spraeckonst” [1625; WNT]; nnl. een Fransche grammatica 'boek waarin de regels van het Frans beschreven worden' [1717; WNT].
Kinderen beginnen al direct na de geboorte met het verwerven en ontwikkelen van taal. Elk kind doet dit eniszins in zijn eigen tempo, maar normaal gesproken binnen een gemiddelde. Om taal te verwerven moet het kind allerlei regels leren begrijpen en gebruiken. Door de taal kan het kind communiceren met de omgeving.
Het beste antwoord. Taal is niet verzonnen die is gegroeid. Van het uitstoten van klanken tot huidige zinsopbouw, is het een zichzelf ontwikkelend proces geweest. Taal blijft zich ontwikkelen, kijk maar naar de mutaties in de woordenboeken.
Inleiding grammatica. Grammatica is een systeem van taalregels die je gebruikt om een goede zin te maken en om een zin te begrijpen. De regels van de grammatica helpen je de juiste vorm van een werkwoord te kiezen. Ook gebruik je deze regels om de juiste woorden te kiezen, zodat een zin betekenis krijgt.
De structuur van de woorden en van de zinnen van een taal wordt gedefinieerd aan de hand van grammaticale regels. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen de descriptieve grammatica, de prescriptieve grammatica en de schoolgrammatica. Die laatste wordt gebruikt om mensen de taal als tweede taal aan te leren.
Aanpak van grammatica in 3 stappen
Bestudeer de grammaticale regels. Pas de grammaticale regels toe (in werkboek of online) met het boek als naslagwerk ernaast. Pas de grammaticale regels toe (in werkboek of online) zonder het boek als naslagwerk ernaast.
Armeens. De meeste geleerden nemen aan, dat deze taal rond 450 voor Christus ontstond. Ondanks zijn leeftijd spreken ongeveer 5 miljoen in Rusland en Georgië nog steeds Armeens als hun eerste taal.
Toen sprak men hier dus Germaans. Na de volksverhuizingen, dus ongeveer rond het jaar 500 na Christus, zijn uit de Germaanse dialecten aparte talen ontstaan, waaronder het Oudnederlands. Het Nederlands is dus ongeveer 1600 jaar oud.”
Toch wordt het wereldwijd door meer dan 24 miljoen personen gesproken. Hiermee is het de meest gesproken taal ter wereld die nauw verwant is aan het Engels. Met andere woorden, het Nederlands lijkt van alle talen het meest op de Engelse taal.
- Woorden worden door iedereen gemaakt, niet enkel door geleerden maar door dagdagelijkse sprekers van een taal. - Woorden kunnen maar gemaakt worden als het brein van een wezen in staat is tot symbolisch denken. Mogelijk geldt dit enkel voor de mens, al zijn wetenschappers daar nog niet volledig uit.
Het woordje 'hè?' wordt waarschijnlijk universeel gebruikt over de hele wereld. Dat blijkt uit een nieuwe studie van drie taalwetenschappers uit Nijmegen. De sprekers van tenminste tien talen op vijf verschillende continenten gebruiken het woord 'hè?
Dat taalvariatie samenhangt met sociale verschillen, is voorbeeldig onderzocht door de Amerikaanse taalkundige William Labov (1928), die geldt als de grondlegger van de sociolinguïstiek. In navolging van Labov delen sociolinguïsten sprekers nog steeds in naar sekse, leeftijd, sociaal-economische klasse en etniciteit.
De spraakkunst, spraakleer of grammatica is binnen de theoretische taalkunde de benaming voor de studie, beschrijving en verklaring voor alles dat met de systematiek van een natuurlijke taal of kunsttaal te maken heeft.
Bij taalfouten gaat het bijvoorbeeld om verkeerd gebruikte woorden, of grammaticale fouten. Voorbeelden zijn: 'Het meisje die daar loopt, ken ik niet' (die moet volgens de taalnorm dat zijn), 'Ze verhuist omdat ze heeft een nieuwe baan' (verkeerde woordvolgorde), 'Mag ik even interveniëren?
Vanwaar in de betekenis 'van welke plek, waarvandaan' is standaardtaal in het hele taalgebied, maar het is in die betekenis gebruikelijker in België dan in Nederland. Vanwaar wordt ook geschreven als van waar.
Sommige daarvan zijn in de late middeleeuwen in het Zweeds terechtgekomen dankzij handelscontacten: het Nederduits, dat sterk op het Nederlands lijkt, was destijds de handelstaal in de Hanzesteden. Vooral aan het begin van de 17de eeuw was de Nederlandse invloed op het Zweeds groot.
Het Nederlands is hoorbaar verwant aan het Duits en aan het Engels, maar ook aan het Grieks en zelfs aan het Perzisch. Samen met nog zo'n 400 andere talen maken ze deel uit van de Indo-Europese talen, de grootste taalfamilie ter wereld.
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Deze krijgt de naam Bataafse Republiek (1795-1806). Onder Lodewijk Napoleon werd Nederland voor het eerst een Koninkrijk, het Koninkrijk Holland. Dit duurde slechts vier jaar (1806-1810). In 1813 herwon Nederland zijn onafhankelijkheid.
Er zijn fundamenteel twee factoren die lexicale gelijkenissen tussen verschillende talen kunnen verklaren: (a) historische verwantschap, dus genetische factoren en (b) culturele factoren. Talen diversifiëren in de tijd, wat betekent dat heel wat talen een gemeenschappelijke voorouder hebben of proto-taal.
Het ontstaan van talen is een gevolg van de omvang van de aarde. Neem 2 groepen mensen die dezelfde taal spreken en zet ze in 2 verschillende uithoeken van de wereld. Na een paar generaties beginnen er verschillen te ontstaan in uitspraak en dictie.
De Latijnen waren een volk dat vanaf het eerste millennium voor Christus in de streek Latium (het huidige Lazio, Italië) woonde. De naam van de taal is afgeleid van deze streeknaam.
sinds Alexander de Grote is Grammatica dus een manier om taal te beschrijven. Met behulp van die manier kun je snel en efficiënt vreemde talen leren (althans, zo wordt het al tweeëneenhalfduizend jaar gedaan). Ook nu nog worden taalbeschrijvingen met grammaticale termen opgebouwd.
Met een werkwoord geven we heel veel informatie. Zoals gezegd, geeft het werkwoord aan of iemand iets doet, iemand iets is, of wat er aan de hand is. Maar daarnaast geeft het werkwoord (door zijn vorm) informatie over wie het doet en in welke tijd hij het doet.