een boom.De waterdruppeltjes verkoelen de grond aanzienlijk en je kippen zullen het geweldig vinden. Een ander alternatief is een klein babybadje of trog die je voor een paar cm vult met ijskoud water. Kippen verliezen hun hitte via hun poten dus hiermee koelen ze goed af.
Zo zorg je voor extra verluchting. Een extra manier om het huisje van je kippen wat af te koelen is door een wit laken, gedrenkt in koud water, over het kot te spannen of grote koelelementen onder het kot te plaatsen. Blijf ook steeds een beetje in de buurt om een oogje in het zeil te houden.
Gezien ze niet kunnen zweten, zullen ze met open bek hijgen om hun overtollige warmte kwijt te raken. Daarnaast proberen ze ook hun vleugels te spreiden en hun verenkleed open te zetten om op die manier warmte te verliezen.
Kippen kunnen namelijk beter tegen koude winterdagen dan tegen warme zomerdagen. Kippen houden niet echt van hitte en zullen op warme dagen daarom het liefst beschut zitten. Daarnaast moeten de kippen voldoende drinkwater hebben, het hok moet goed geventileerd worden en eieren moeten dagelijks geraapt worden.
Het is heel belangrijk dat uw kippen voldoende schaduw hebben, zeker wanneer het erg warm is. Als uw kippen de mogelijkheid hebben om vrij rond te scharrelen, dan zijn ze waarschijnlijk zelf in staat om schaduw te vinden onder een boom of in de bosjes.
Strooi op de grond tussen je planten kaneel, paprika, knoflook, kerrie, zwarte peper, cayennepeper en/of zout. Strooi de specerijen ook in je tuin. De meeste kippen houden niet van de scherpe geur van sterke specerijen en vermijden de plekken die er naar ruiken.
Wanneer moet je kippen eten geven? Geef je kippen eenmaal per dag, bijvoorbeeld 's morgens, het standaard kippenvoer. Dit kan bestaan uit meel of een geperste korrel. Op een zanderige ondergrond is meel minder ideaal, omdat de dieren vaak de helft uit hun voederbakje gooien.
Keukenafval dat je beter niet aan je kippen geeft: avocado. schillen van citrusvruchten, kiwi, bananen.
Bijna alle kippenrassen kunnen in de winter buiten blijven en hebben geen verwarming nodig. Ook in de winterperiode vinden de kippen het heerlijk om rond te scharrelen, al houden ze niet allemaal van de sneeuw. Het warm houden tijdens de koude winternachten is voor de meeste kippenrassen dus niet nodig.
Een broedse hen
Kippen kunnen broeds worden, ook als u een haan heeft. Vaak zal een broedse kip in de nestkast van het hok op haar eieren blijven zitten, maar er zijn ook kippen die een rustig plekje opzoeken buiten het hok. In dit geval kan de broedse hen de hele nacht buiten het hok blijven zitten.
Het is makkelijk te zien wanneer je kippen last hebben van de warmte. Aangezien kippen niet kunnen zweten, zullen ze gaan hijgen om de overtollige warmte kwijt te raken. Ze spreiden daarnaast ook hun vleugels en zetten hun vederdek open om zoveel mogelijk warmte te verliezen.
Plaats het kippenhok niet zo dat de volle zon erop staat gedurende een hele dag. Plaats de opening niet naar de windrichting (meestal westen). Een kip houdt niet van regen en heeft geen vetlaag zoals bijvoorbeeld bij eenden. Zorg dus voor voldoende beschutting.
Kippen die de ruimte hebben, nemen dagelijks of om de dag een stofbad of zandbad. Ze maken een kuiltje in de grond en verspreiden zand en stof over hun verenkleed. Daarna schudden ze zich uit. Hiermee verwijderen ze overtollig vet en ontdoen ze zich van luizen, vlooien en mijten.
Kippen kakelen heel wat af. Ze maken wel dertig verschillende soorten geluiden. Daarmee vertellen ze van alles tegen elkaar, maar ook tegen ons.
Kippen kunnen uit de leg gaan door stress (vb. andere omgeving, nieuw hok, andere voeding, lawaaihinder, werken in de tuin, …). Het is dan gewoon een kwestie van tijd tot dat ze terug eieren leggen. Dit klinkt misschien belachelijk, maar het kan dat je de gelegde eieren gewoon niet terugvindt.
Tijdens de rui verliezen de kippen hun versleten veren en ruilen ze deze in voor een nieuw, gezond verendek zodat ze de koude wintermaanden beter aan kunnen. Ook ander pluimvee en wilde vogels gaan tijdens deze periode in de rui. Een eiwitrijke kippensnack helpt ze er doorheen te komen!
Een kip houdt van een koele temperatuur: zo rond de 12 tot 14 graden vindt ze prima. Is het kouder, dan kruipen je kippen lekker tegen elkaar aan. Hoewel kippen het liever niet te warm of te koud hebben, zijn ze vrij sterk. Ze doen het goed in vrijwel alle temperaturen.
Een warm verenkleed beschermt de kippen in de winter goed tegen de kou. Ook zorgen buiten lopende kippen er zelf voor dat ze zo min mogelijk kou lijden door een beschutte plek op te zoeken. Kou is voor kippen veel minder erg voor ze dan tocht en vocht.
Kippen kunnen slecht tegen wind, warmte of regen, dus het nachthok moet geventileerd kunnen worden, maar het mag er niet tochten.
Dit mag je de kippen voeren
Onze kippen eten vrijwel alles, het is dus prima als jullie overgebleven etensresten aan de kippen geven. Keukenafval, zoals resten gekookte pasta of rijst, groente- en fruitafval vinden ze erg lekker. Brood mag ook, maar niet te veel.
Wat je zeker mag geven zijn: fruit, gekookte noedels, rijst en aardappelen. Aardappelschillen mogen ook, tenzij ze groene plekken hebben. Voedingsresten die je niet mag geven zijn: Yoghurt, want dit werkt laxerend bij kippen.
Reacties. Kippen mogen absoluut geen kaas!
Kippen hebben altijd vers water nodig. U dient dagelijks hun water te verversen en te controleren of hun drinkbak schoon is. Bij warm weer kunt u het water het beste in de schaduw zetten en het eens een keer extra controleren omdat ook kippen meer drinken wanneer het warm is.
Kippen hebben een grondige hekel aan water en modderpoelen. Modderpoelen en waterplassen in een kippenren zorgen voor geurhinder en kunnen broedplaatsen worden voor ziektekiemen. Kippen met modderpoten bevuilen de nesten de eieren. Ze krijgen koude poten in de winter, leggen niet meer en kunnen diarree oplopen.
Voeding voor legkippen die legkorrels of legmeel krijgen
Kippen worden er snel te dik van. Groenvoer is voor kippen die legkorrels krijgen niet essentieel, maar het bevat wel veel voedingsstoffen en bevordert het natuurlijke scharrelgedrag.