Rond de derde verjaardag maakt een kind zinnetjes van minimaal drie tot vijf woorden; ook gebruikt het soms al moeilijke woorden. Door te luisteren leren kinderen zinnen begrijpen en daardoor ook zelf zinnen te vormen. Ook ontdekken zij vaste patronen in de taal en nemen deze over (sok wordt sokken, ik loop/wij lopen).
Tussen twee en drie jaar gaat je kind ook verhalen vertellen, spontaan of bij afbeeldingen. En wat je kind zegt is steeds beter verstaanbaar. Als je kind drie jaar is heeft het al een hele woordenschat. Het begrijpt gemiddeld 1.250 woorden en kan ongeveer 1.000 woorden zeggen.
Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met wel tien woorden per week.Rond deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook 'zinnetjes' maken van twee woorden, zoals 'mama eet'. Dit kan betekenen dat jij aan het eten bent, maar ook dat je kindje eten wil. Hij kan daarnaast zinnetjes met drie woorden al goed begrijpen.
Dit zijn de momenten waarop de meeste kinderen iets met de taal kunnen: Vanaf ongeveer 2,5 jaar gaan kinderen zinnen van drie woorden begrijpen.
Als jouw kind van 2 of 3 jaar nog niet praat, dan kun je jouw zorgen uitspreken op het consultatiebureau. Zij kunnen het dan samen met jou in de gaten houden. Bij elke afspraak zal aan je gevraagd worden welke woordjes je kind zegt en wat je kind al begrijpt.
Signalen van slechthorendheid
Het kind reageert niet, vooral als er geen oogcontact is. Het kind zet de televisie of muziek hard. Het kind heeft een vertraagde taal- of spraakontwikkeling. Het kind reageert net iets later (kijkt eerst naar de anderen).
Ergens tussen de 18 en 24 maanden zal ze haar eigen naam leren zeggen – voornaamwoorden volgen later pas. Hier kun je meer lezen over voornaamwoorden gebruiken.
Ontwikkeling peuter 42 maanden. De taalontwikkeling van je kindje van 3,5 jaar gaat met sprongen vooruit. Gebruikte hij anderhalf jaar geleden nog maar tien tot twintig woordjes, inmiddels is zijn woordenschat uitgebreid tot ruim 1.000 woorden. Je kleine praat honderduit over al zijn belevenissen.
Hoogbegaafde peuter
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Tegen de tijd dat uw kind 3 jaar is, is hij in staat te praten met u en andere bekende volwassenen. Hij begrijpt veel woorden en zinnen, ook voorzetsels zoals onder, bijvoeglijke naamwoorden zoals groot en klein, persoonlijk voornaamwoorden zoals hij. Ook kan hij 'waar'-vragen beant- woorden.
Ze willen steeds meer weten en beginnen anderen te vertellen wat ze bijvoorbeeld in boekjes zien. Als kinderen 4 jaar zijn, kunnen ze vaak al zinnen met meer dan drie of vier woorden maken, en begrijpen ze langere zinnen ook beter. Tussen de 3 en 4 jaar krijgen kinderen ook belangstelling voor letters en cijfers.
Kinderen met autisme hebben problemen met het communiceren met andere mensen. Sommige kinderen praten helemaal niet.Andere kinderen gaan wel praten, maar doen dit pas op een latere leeftijd dan gebruikelijk. Kinderen met autisme hebben vaak een monotone stem, er zit weinig variatie in toonhoogte en spreeksnelheid.
Tussen de 2 en 4 jaar leert een kind steeds beter praten. Het leert snel meer woorden, gaat steeds duidelijker spreken en langere zinnen maken. Het gaat ook verstaanbaarder praten, waardoor het makkelijk wordt met je kind te communiceren.
Vanaf ongeveer 2,5 jaar gaan kinderen zinnen van drie woorden begrijpen. Ze gebruiken dan ook zelfbedachte combinaties van een paar woorden, bijvoorbeeld 'Kijk, poes!' als het huisdier voorbij loopt. Vanaf ongeveer 3 jaar gebruiken kinderen zinnen van drie tot vier woorden: 'Mama wil soep?'
'Laat beginnen praten' kan dus verschillende oorzaken hebben. Vaak is er niets aan de hand en gaat het gewoon om een kind dat wat meer tijd nodig heeft. Maar het kan ook een eerste signaal zijn van een bredere ontwikkelingsproblematiek. Om die reden is vroegtijdige erkenning van taalproblemen heel belangrijk.
Brabbelen om dingen duidelijk te maken, terwijl hij gebaren maakt en soms enkele woordjes gebruikt (bijvoorbeeld: 'baba' = 'bal'). Een éénjarig kind is actief bezig met communiceren. Het kind praat, maar gebruikt ook gebaren en lichaamstaal om informatie door te geven. Lichaamstaal is heel duidelijk.
Voor de meeste ouders wordt dit een pittig jaartje. Je peutertje is geen baby meer, maar ook nog geen kleuter. Die overgangsfase wordt gemarkeerd door de peuterpubertijd en kan bij het ene kind wat heftiger verlopen dan bij het andere.
Vreemden verstaan al ongeveer de helft van wat ze zeggen. De zinsbouw wordt steeds beter. Ze zeggen bijvoorbeeld: 'Ik heb zin in kersen,' en niet: 'Ik zin in kersen heb. ' Je kind gebruikt nu 'ik' en 'jij' op een goede manier.
Het zingen van liedjes en versjes stimuleert de taalontwikkeling. Het sluit bovendien goed aan bij de beleving van je kind, en je kind vindt het leuk dit samen met jou te doen. Van voorlezen leren kinderen vooral als ze zelf actief meedoen.
Je kind gaat gesprekken nadoen door klanken na te zeggen. Dit zijn vaak nog geen bestaande woorden, maar stukjes ervan, of iets wat erop lijkt. Je kind gaat steeds meer echte woorden gebruiken, tussen zijn gebrabbel door. De meeste kinderen zeggen hun eerste woorden wanneer zij één tot anderhalf jaar oud zijn.
Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten. Hieronder vind je handige tips om je peuter te helpen bij het leren praten.
Meestal leren kinderen taal vanuit twee richtingen: vanuit hun aangeboren taalvermogen en vanuit de mensen om hen heen die taal aanbieden en voordoen. In principe is er geen sprake van taalles of lijsten met taaldoelen, het gaat vanzelf. Daarom wordt dit proces vaak taalverwerving genoemd.
Stimuleer de taalontwikkeling van je peuter
Dat kan al door veel met je kind te praten, te spelen en door vaak voor te lezen. Het is belangrijk dat je tijdens het voorlezen in gesprek gaat met je kind. Ook als je zelf geen Nederlands spreekt, kan je kind prima Nederlands leren door andere mensen in de omgeving.