Er is in feite een soort overcapaciteit ontstaan: als je rustig achter je bureau zit hoeft het sporthart nog maar heel zachtjes te pompen, want met één slag kan het al een enorm volume aan bloed uitstoten. Daarom kun je een sporthart herkennen aan een relatief lage hartslag. Dat wil zeggen: 40 tot 60 slagen per minuut.
De term sporthart verwijst naar veranderingen in het hart als gevolg van intensieve en langdurige training. Het kan gaan om wijzigingen in de structuur (de hartspier en de grootte van het hart) en in de elektrische activiteit van het hart (het hartritme).
De hartslag is een belangrijke graadmeter voor de inspanning die je levert tijdens het sporten. Hoe hoger de hartslag is, hoe zwaarder de inspanning (hoe hoger de intensiteit). Je hart moet harder werken om voldoende bloed naar de spieren te pompen.
Rusthartslag (HF rust) is de laagste hartslag die je hebt wanneer je wakker en in rust bent. Het is een goede indicator van jouw niveau van aerobe conditie. Wanneer je rusthartslag verlaagt ten gevolge van je training op lange termijn, kun je gerust zijn dat je aerobe conditie is verbeterd.
Wil je je conditie verbeteren? Dan train je het best tussen 70% en 85% van je maximale hartslag. Daarmee verbeter je namelijk je ademhalingssysteem, longfunctie en uithoudingsvermogen. Ook je aërobe conditie, waarmee je lichaam zuurstof naar je spieren brengt en afvalstoffen afvoert, gaat erop vooruit.
De ideale vetverbrandingszone ligt zo tussen de 50 en 65 % van je maximale hartslag. Als vuistregel kun je 45 tot 50 slagen onder je maximale hartslag gaan zitten. Deze hartslag kun je bepalen met de formule '220 – je leeftijd'. Dit is slechts een indicatie van je maximale hartslag.
Indien de doelstellingen van jouw cardio training voornamelijk in het teken staan van het verbeteren van jouw conditie, dan zou je hartslag tussen de 75 en 90 procent van de maximale hartslag dienen te liggen. Dit kun je vrij eenvoudig berekenen door de volgende formule: Maximale hartslag: 220 – jouw leeftijd in jaren.
1 - 2 jaar: 100 - 150. 2 - 5 jaar: 95 - 140. 5 - 12 jaar: 80 - 120. ouder dan 12 jaar: 60 - 100.
Bij hartkloppingen voelt u uw eigen hart in uw borstkas of keel kloppen. Uw hart bonst hevig, de hartslag is snel of onregelmatig (het hart klopt ineens sneller en dan ineens weer langzamer). Meestal kunnen hartkloppingen geen kwaad.
Als je een sporthart hebt, merk je dit aan je hartslag. De normale hartslag in rust (60-80 slagen per minuut) is in het geval van een sporthart lager. Dit kan zelfs teruglopen tot een hartslag tussen de 40 en de 60 slagen per minuut. Je hart kan bovendien in één hartslag meer bloed rondpompen dan een 'normaal' hart.
Vermoeidheid, slapeloosheid, eetproblematiek, depressie, prikkelbaarheid, gewichtsverlies, gebrek aan concentratie, verlies van motivatie, stijve spieren, hogere bloeddruk, angst, rusteloosheid en niet uitgerust wakker worden [1]. Helaas is er niet één indicator aan te wijzen om te bepalen of iemand overtraind is.
In rust ligt de hartslag van een volwassene meestal tussen de 60 en 100. Een lagere hartslag is niet altijd erg. Soms is je hartslag van nature lager of heeft het lichaam zich aangepast omdat je intensief sport.
Een normaal ritme bij een volwassen persoon is tussen de 60 en 70 slagen per minuut. Een versnelde hartslag van 100 tot 130 slagen per minuut noemen we ook wel een langzame kamertachycardie.
Een lage rusthartslag hebben. Bij een lage hartslag hard (of steeds harder) kunnen werken (workload), dus hard moeten werken om de hartslag omhoog te brengen. Bij herstel na inspanning (hartslag boven 80%) de hartslag snel (binnen 2,5-3 minuten) naar 70% of lager kunnen brengen).
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
Normaal slaat het hart 60 tot 100 keer per minuut. Bij een hartslag sneller dan 100 per minuut spreekt men van tachycardie.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Een frequentie tussen de 60 en 70 slagen is hierbij normaal. Fanatieke sporters kunnen echter een frequentie halen van ruim onder de 50 slagen per minuut.
De maximale hartslag is het maximaal aantal hartslagen per minuut, ongeacht het inspanningsniveau. je kunt die inschatten met volgende formule: 220 - leeftijd. Voor iemand van 30 jaar is de maximale hartslag bij benadering 190 (220-30).
Er zijn twee veelgebruikte formules om je maximale hartfrequentie te berekenen. De eerste methode: 220 min je leeftijd. De tweede: 208 min je leeftijd x 0,7.
Hardlopers kunnen hartslagzones aanhouden om meer uit hun training te halen zoals het verbeteren van de conditie of meer focus op het verbranden van vet. Hartslagzones zijn per persoon verschillend en moeten dan ook individueel worden bepaald. De zones zijn afhankelijk van de maximale hartslag (HR-max).
Over het algemeen geldt dat hoe zwaarder de inspanning is hoe hoger de hartslag wordt. Er zijn meerdere factoren die de hartslag beïnvloeden zoals het weer, psychische toestand, tijdstip van de dag en conditie. Onder invloed van deze factoren kan de hartslag afwijken met ongeveer 10 slagen per minuut.
Bij een inspanning zoals sporten hebben je spieren meer zuurstof nodig. Het hart gaat dan sneller kloppen om het bloed met daarin de zuurstof sneller bij je spieren te krijgen. Na het rennen blijft het hart nog een tijdje sneller pompen. Daarom tel je meer hartslagen na het rennen dan ervoor.