Een tautologie is een combinatie van woorden die hetzelfde betekenen. Vaak gaat het om synoniemen die elkaar kunnen vervangen, waardoor je iets dubbelop zegt. Een tautologie kan een stijlfiguur of stijlfout zijn, afhankelijk van de inburgering of verstening van de gebruikte combinatie.
homoniem, homonymie (taalkundige term)
Homoniemen zijn woorden die er hetzelfde uitzien en hetzelfde klinken, maar een verschillende betekenis hebben. Bijvoorbeeld bank (om op te zitten) en bank (als geldinstelling). Andere voorbeelden van homoniemen zijn slot ('sluiting', 'kasteel') en dom ('onbenullig' en 'kathedraal').
Een woord is polyseem als het meer dan één betekenis heeft, maar de verschillende betekenissen wel met elkaar verband houden.
Een tautologie is een woordcombinatie waarin een begrip twee keer of meer wordt genoemd. Ze bestaat doorgaans uit twee of meer woorden van dezelfde woordsoort, vaak met en of of(te) ertussen.
Bij een pleonasme wordt een eigenschap van iets dubbel uitgedrukt. Een pleonasme bestaat uit twee woordsoorten, vaak een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord drukt een eigenschap uit die al besloten ligt in het zelfstandig naamwoord. Denk bijvoorbeeld aan witte sneeuw.
Wanneer een woord meerdere betekenisschakeringen heeft, maar toch een en hetzelfde woord is, spreken we van polysemie: huis betekent "woning" — "dynastie" ("het huis van Oranje") — "vergadering" ("dit huis is van mening dat..."), en heeft nog vele andere betekenissen.
Semantiek, afgeleid van het Griekse woord "semantikos" wat "betekenend" betekent, verwijst naar de studie van betekenis in taal. Het is een tak van de taalkunde die zich bezighoudt met het begrijpen van hoe woorden, zinnen en teksten betekenis overbrengen.
Een hyperoniem – het tegenovergestelde van een hyponiem – is een woord dat een deel van de betekenis van andere, meer specifieke woorden omvat. Een dier is een hyperoniem van kat, hond en vogel.
Homoniemen. Homoniemen zijn woorden met identieke spelling én uitspraak, maar ongelijke betekenis. Bijvoorbeeld: een bank is om op te zitten én het is een geldinstelling; een zebra is een dier én een oversteekplaats voor voetgangers.
Ambiguïteit is een dubbelzinnige taalconstructie. Ze kan zowel in natuurlijke talen als meer in het algemeen in alle formele talen voorkomen. Ambiguïteiten kunnen zowel in grammaticale zin voorkomen (een zinsconstructie is dubbelzinnig) als in semantieke zin (een woord heeft meerdere betekenissen).
Een dubbele betekenis (meervoud double entendres) is een stijlfiguur of een bepaalde manier van formuleren die zo is bedacht dat het een dubbele betekenis heeft. De ene betekenis is doorgaans voor de hand liggend, terwijl de andere vaak een boodschap overbrengt die sociaal te onaanvaardbaar of te beledigend is om rechtstreeks te verwoorden.
Twee woorden zijn elkaars homograaf of homogram wanneer zij op dezelfde manier geschreven worden, maar geheel verschillende betekenissen hebben. Ze worden niet noodzakelijkerwijs hetzelfde uitgesproken.
We noemen deze woorden homofonen, homografen of homoniemen .
Een woord of zin met een symmetrische volgorde van letters, ook wel keerwoord genoemd. Met andere woorden: achterstevoren hetzelfde gelezen. Voorbeelden van palindromische woorden zijn: kok, lepel, level, negen, meetsysteem en parterretrap. Of als zin: “De mooie zeeman nam Anna mee, zei oom Ed.”
Definitie acroniem
Abbreviatie of afkorting staat voor een groep woorden waarvan alleen de eerste letters gebruikt worden zoals “KLM”. Acroniem is een vorm van afkorting waarbij de letters tezamen uit te spreken zijn als een nieuw woord zoals PIN.
Een hyponiem – het tegenovergestelde van een hyperoniem – is een woord waarvan een deel van de betekenis valt onder een algemener woord: een stoel is een hyponiem van meubels, een tulp is een hyponiem van bloem.
zelfstandig naamwoord. Taalkunde. de staat of kwaliteit van een hyponiem zijn, een term die een subcategorie van een algemenere klasse aanduidt : Er bestaat een relatie van hyponymie tussen “hond” en “dier.”
Een hyperoniem (van Oudgrieks ὑπέρ (huper), "boven" en ὄνυμα (onuma), "naam") of koepelwoord is in de woordsemantiek een woord dat de betekenis van een ander woord in dezelfde of een andere taal volledig omvat, maar hier geen synoniem van is.
De morfologie beschrijft de grammatica van woorden. Morfologen bestuderen hoe woorden zijn opgebouwd, en welke principes de vorm en functie van woorden bepalen. De meeste talen ter wereld bevatten gelede woorden: woorden die bestaan uit kleinere betekenisvolle elementen.
In de taalkunde is syntaxis (of zinsleer) het onderdeel van de grammatica dat de structuur van zinnen bestudeert, dus de wijze waarop woorden, woordgroepen en deelzinnen geordend zijn en de betekenis van de zin bepalen.
Fonologie is de studie van spraakklanken en de verschillen daarin tussen talen. Hieronder vallen onderwerpen als klankvariaties, klankcombinaties en spraakverwerving.
Polysemie is het verschijnsel dat twee of meer woorden fonologisch hetzelfde zijn, maar een verschillende betekenis hebben. Deze betekenissen zijn aan elkaar gerelateerd, vaak omdat ze ook etymologisch van hetzelfde woord afstammen.
Een tautologie is een combinatie van woorden die hetzelfde betekenen. Vaak gaat het om synoniemen die elkaar kunnen vervangen, waardoor je iets dubbelop zegt. Een tautologie kan een stijlfiguur of stijlfout zijn, afhankelijk van de inburgering of verstening van de gebruikte combinatie.
Twee woorden zijn elkaars antoniem als ze een tegengestelde betekenis hebben. Het woord is afgeleid uit het Grieks: anti ("tegen"), onoma ("naam, benoeming").