Je arts kan de diagnose meestal stellen op basis van de klachten. Hij kan ook voelen of de blaas vergroot is. Een echografie kan uitwijzen hoeveel urine er in de blaas aanwezig is. Als er een uitlokkende factor is, zijn er bij een eerste episode van urineretentie geen verdere onderzoeken nodig.
Als het niet lukt om de blaas goed leeg te plassen, blijft er urine in de blaas achter. Dit heet blaasretentie. Doordat je blaas niet goed doorspoelt, kan er een blaasontsteking ontstaan, die zelfs tot een ontsteking van de nierbekkens kan leiden.
Om urineretentie te voorkomen, is het is heel belangrijk dat urine niet te lang in de blaas blijft, omdat dit kan leiden tot overrekking van de blaas. Bovendien kan urine oud worden, waardoor dit kan leiden tot infectie.
Medicijnen. Uw arts kan u medicijnen voorschrijven om de symptomen van uw urineretentie onder controle te krijgen. Sommige van deze medicijnen werken op de spieren die voor het plassen nodig zijn, andere op het wegnemen van de obstructie.
Het gebruik van geneesmiddelen kan een nadelige invloed hebben op de continentie. Anticholinergica, zoals tricyclische antidepressiva, antipsychotica, urologische anticholinergica en alfablokkers kunnen aanleiding geven tot urineretentie met overloopincontinentie tot gevolg.
U kunt niet plassen, niet goed uitplassen of u voelt niet dat uw blaas vol zit. Dit wordt ook urineretentie genoemd. Hierdoor blijft plas achter in de blaas.
De behandeling van acute urineretentie is katheterisatie; daarna volgt verdere diagnostiek. Acute urineretentie bij de vrouw komt niet vaak voor. In de literatuur wordt een jaarlijkse incidentie beschreven van 0,87 per 1000 mannen en van 0,07 per 1000 vrouwen in de bevolking.
Als het niet lukt om de blaas goed leeg te plassen, blijft er urine in de blaas achter. Dit heet blaasretentie. Doordat je blaas niet goed doorspoelt, kan er een blaasontsteking ontstaan, die zelfs tot een ontsteking van de nierbekkens kan leiden.
Bij volwassenen varieert de blaasinhoud van 350 tot 500 milliliter. Als deze hoeveelheid urine in de blaas zit, krijgt u meestal het gevoel dat u moet plassen. U reageert op deze aandrang door de blaas te legen.
Na het legen van de blaas moet u wachten totdat u weer aandrang krijgt om te plassen. Na ongeveer 4 uur wordt er opnieuw gecontroleerd. Is het residu twee keer onder de 100 ml, dan hoeft er niet meer gecontroleerd worden. Als voor de nacht het residu groter is dan 200 ml, krijgt u 's nachts een katheter.
Het is niet erg om een keer wat langer te wachten om naar het toilet te gaan, maar het is beter om dit niet te vaak te doen. De plas ophouden kan op lange termijn namelijk leiden tot een overactieve blaas en kan bovendien zorgen voor nierproblemen.
Ontspan je bekkenbodem zoveel mogelijk. Hoe meer je je bekkenbodem ontspant, hoe gemakkelijker de urine uit je blaas komt. Neem de tijd om je blaas volledig leeg te maken. Tracht niet te persen.
Normaal gesproken plassen we per 24 uur ongeveer zes á zeven keer, waarvan soms één keer 's nachts. Als u vaker moet plassen – misschien wel ieder uur- dan spreken we van een overactieve blaas.
Per keer mag het niet meer zijn dan 500 cc. Als dat wel zo is, dan moet u een keer extra katheteriseren.
Interstitiële cystitis (IC) noemen we ook wel blaaspijnsyndroom. Het is een chronische goedaardige aandoening van de urineblaas, die niet wordt veroorzaakt door bacteriën. Het gaat om een ontstekingsreactie van de blaaswand. Het lijkt op een blaasontsteking, maar antibiotica helpen niet.
Al met al is er onvoldoende bewijs in de literatuur om een goed onderbouwd advies te geven over de duur van de katheterbehandeling bij mannen met bemoeilijkte mictie en acute urineretentie. De werkgroep handhaaft het eerdere advies om de katheter 48 tot 72 uur in situ te laten.
Oorzaken van blaasretentie
Als je je blaas niet goed kunt leegplassen, komt dat meestal doordat de urine wordt tegengehouden. Bijvoorbeeld door: een vergrote prostaat. een tumor.
De nieren zijn belangrijke organen. Ze kunnen meten of het lichaam voldoende, te veel, of te weinig vocht heeft. Is er te veel vocht in het lichaam, dan maken ze veel urine en als er een tekort is, dan maken ze maar weinig urine aan. Veel drinken betekent dus ook veel plassen.
tolterodine. Tolterodine ontspant de spieren van de blaas. Artsen schrijven het voor bij urine-incontinentie.
Dit heeft meestal te maken met veranderingen van de blaas, prostaat en bekkenbodem. Genoeg bewegen en minder drinken helpen vaak. Oefeningen voor de bekkenbodem kunnen helpen. Ook kunt u oefenen om het plassen uit te stellen.
Uw uroloog kan bepalen dat u vaker moet katheteriseren. Als de hoeveelheid achtergebleven urine 's ochtends èn 's avonds minder is dan 100 ml., mag u stoppen met zelfkatheterisatie na overleg met de uroloog. De techniek van zelfkatheteriseren Het zelfkatheteriseren gebeurt in staande houding.
De helft is weg na een week
Van een glas water dat je nu drinkt, zal de helft over iets meer dan een week je lichaam verlaten hebben. Van de helft die overblijft, zal na nog een week weer de helft verdwenen zijn. En zo verder. Een klein beetje van het glas dat je nu drinkt, zal dus nog heel lang in je lijf blijven.