Als de MR besluit niet in te stemmen met een bepaald voorstel, kan het bevoegd gezag besluiten de zaak voor te leggen aan de geschillencommissie. Deze commissie doet een bindende uitspraak of het bevoegd gezag ondanks het onthouden van de instemming van de MR het voorgenomen besluit mag gaan uitvoeren.
Instemming nodig
De medezeggenschapsraad (MR) wordt volgens de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) altijd betrokken bij nieuw schoolbeleid. Zij heeft namelijk instemmingsrecht. De MR moet in sommige gevallen om instemming worden gevraagd. Zonder instemmen kan beleid niet ontstaan of gewijzigd worden.
Instemmingsrecht. Instemmingsrecht houdt in dat het bevoegd gezag de MR moet vragen akkoord te gaan met een voorstel voordat over wordt gegaan tot de implementatie van het voorstel. De MR heeft hier dus het recht een voorstel goed te keuren, maar kan een voorstel ook met inhoudelijke redenen afwijzen.
Iedere school heeft verplicht een medezeggenschapsraad. Die bestaat uit een aantal ouders, personeelsleden en op de middelbare school ook leerlingen. De MR denkt mee, praat mee en adviseert over schoolbeleid.
De drie algemene rechten zijn het recht op overleg, het recht op informatie en het initiatiefrecht. De twee bijzondere rechten zijn het adviesrecht en het instemmingsrecht. Het recht op overleg houdt in dat de MR recht heeft om te overleggen met het bevoegd gezag en het toezichthoudend orgaan van de school.
Het primaire doel van medezeggenschap is dat werknemers meer betrokken raken bij hun werk, het bedrijf en het bedrijfsbeleid. Als je je personeel via de OR of PVT laat meedenken en meepraten over de belangrijke bedrijfsbeslissingen, creëer je veel goodwill en tevredenheid onder werknemers.
De Wet medezeggenschap op scholen (WMS) schrijft voor dat een medezeggenschapsraad (MR) uit ten minste vier leden bestaat (artikel 3 lid 2 WMS), waarvan twee ouderleden (artikel 3 lid 3b1) en twee personeelsleden (artikel 3 lid 3b3).
Hiervoor tellen mee: (i) personen die in de onderneming werken op basis van een arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling. Ook werknemers in deeltijd tellen volwaardig mee. Verder tellen mee (ii) ingeleende werknemers die ten minste 15 maanden bij de onderneming werkzaam zijn.
Daarin staat dat u tenminste 60 uren voor het lidmaatschap hoort te krijgen als u lid bent van de medezeggenschapsraad of de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Mocht u lid zijn van beide raden dan heeft u recht op tenminste 100 uren.
Instemmingsrecht ondernemingsraad
De ondernemer moet de OR om instemming vragen voor besluiten over het vaststellen, wijzigen of intrekken van personele regelingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan werktijden, arbeidsomstandigheden, opleidingen, functiebeoordelingen of ziekteverzuim.
Dit is het recht van beide Kamers om met een wetsvoorstel in te stemmen (goed te keuren) of niet in te stemmen (af te keuren).
De voorzitter van de raad heeft onder meer als taak om de orde te bewaken tijdens de MR-vergadering en in overleg met de secretaris de agenda's op te stellen. Ook is de voorzitter de eerste contactpersoon van de MR richting het bevoegd gezag en betrokkenen op school. Het is gebruikelijk dat de voorzitter een ouder is.
Medezeggenschap is het uitoefenen van invloed op de (arbeid)omstandigheden, verhoudingen en de onderneming door werknemers of andere betrokken, zoals de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging dat kan binnen een organisatie.
3. Wie mogen er lid worden van de MR? Alle personeelsleden (ook niet-onderwijzend), ouders en leerlingen (in het voortgezet onderwijs) mogen in beginsel lid worden van de MR.
In de wet staat de zittingsduur van een MR-lid niet beschreven. Het schoolbestuur of schoolleider -afhankelijk van wie de gesprekspartner is- en de MR bepalen dit onderling overleg. De afgesproken zittingsduur wordt altijd opgenomen in het medezeggenschapsreglement.
Als ouder in de mr heb je geen zeggenschap, maar het is wel mogelijk om bepaalde zaken een andere richting in te sturen. In onze mr hebben we bijdragen kunnen leveren aan een pestprotocol, het verkeersplan en de verbouwing. Zo zorg je er dan voor dat de school van je kinderen er nog wat beter voor komt te staan.”
De MR vertegenwoordigt ouders, personeelsleden en (in het voortgezet onderwijs) leerlingen op school. Het is dan ook van belang dat MR-leden weten wat er bij de gemeenschap speelt. Ga daarom vooral het gesprek aan met de achterban om duidelijk te hebben welke zaken in de gemeenschap belangrijk worden gevonden.
het aantal lesuren op jaar basis is 1113, lesgerelateerd uren 63 en 132 uur deskundigheidsbevordering ( 10% van 1327uur op basis van 0.8 fte).
Het is wel mogelijk dat medewerkers je voor de rechter dagen als je weigert om een ondernemingsraad in te stellen. Op grond van de Wet op de economische delicten kan de rechter je dan een sanctie opleggen. Volgens deze wet kan het gaan om een hechtenis van maximaal zes maanden, een taakstraf of een geldboete.
De OR regelt zijn zittingsduur in zijn reglement en deze mag volgens de wet twee jaar, drie jaar of vier jaar zijn. Verlenging door de OR van zijn zittingstermijn van twee of drie jaar tijdens de zittingstermijn is wettelijk niet mogelijk. Artikel 12 WOR bepaalt als regel dat de OR-leden om de drie jaar aftreden.
50 werknemers of meer: OR
Voor ondernemingen of organisaties met 50 of meer medewerkers is een ondernemingsraad (OR) verplicht. Heeft een ondernemer meer bedrijven? Dan moet elk bedrijf met minimaal 50 medewerkers een eigen OR hebben.
Ouders en personeel
Zij hebben ieder een eigen geleding: een oudergeleding en een personeelsgeleding. De verdeling van ouders is gelijk aan personeelsleden. In het voortgezet onderwijs kunnen ook leerlingen gekozen worden voor de (G)MR. Zij vormen dan samen met ouders één groep.
Een MR is een raad die bestaat uit drie geledingen (groepen), namelijk: personeel, ouders en leerlingen. Deze groepen gaan met elkaar vergaderen om de problemen op school te bespreken dat noem je een MR-vergadering. Een MR vergadert altijd eerst met elkaar en zonder de directie en/of het bestuur.
Wanneer er meerdere scholen zijn aangesloten bij een schoolbestuur dan is er ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Leden van de GMR praten mee over het bovenschools beleid, waaronder de verdeling van de financiële middelen over de scholen.