Symptomen en kwaliteit van leven De klachten die uitzaaiingen in de longen geven zijn vaak beperkt en onopvallend, denk aan hoesten en kortademigheid, of het ophoesten van bloed. Hierdoor kan het enige tijd duren voordat de uitzaaiingen worden ontdekt.
Kortademigheid. Vaak terugkerende longontsteking of een luchtwegontsteking die maar niet overgaat, ook niet na antibioticagebruik. Heesheid die zonder reden ontstaat en dus niet vooraf is gegaan door keelpijn of verkoudheid. Zeurende pijn in je borststreek, rug of in het gebied van je schouders.
Naar uitzaaiingen wordt gewoonlijk niet systematisch gezocht. Meestal worden uitzaaiingen ontdekt door klachten zoals pijn (botpijn, pijn in de borst, ochtendhoofdpijn), benauwdheid, kortademigheid en/of misselijkheid.
De gemiddelde overleving van alle patiënten met een uitzaaiing was 22,5 maanden vanaf diagnose van de uitzaaiing. De driejaarsoverleving van patiënten met een longuitzaaiing was het grootst: 61,5%. Bij leveruitzaaiingen was drie jaar na diagnose nog 50 procent in leven.
De klachten die uitzaaiingen in de longen geven zijn vaak beperkt en onopvallend, denk aan hoesten en kortademigheid, of het ophoesten van bloed. Hierdoor kan het enige tijd duren voordat de uitzaaiingen worden ontdekt.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent.
Specifieke palliatieve behandelingen bij longkanker zijn palliatieve radiotherapie, palliatieve chemotherapie en immunotherapie. Naast fysieke zorg en symptoombestrijding, horen ook het psychologische-, sociale- en zingevingsdomein tot de zorg in de palliatieve fase.
Rugpijn is een algemeen symptoom voor vergevorderde alvleesklierkanker.
Longkanker zaait het vaakst uit naar de botten, lever en de andere long.
Wanneer de kanker is uitgezaaid bij diagnose
Bij uitgezaaide kanker is genezing meestal niet meer mogelijk. Dit heeft effect op de overleving. Bij mensen met uitzaaiingen is de gemiddelde overleving na 5 jaar ongeveer 15%. Bij mensen met kanker zonder uitzaaiingen is de overleving na 5 jaar een stuk hoger: 75%.
De huisarts of specialist kan een aantal onderzoeken voorstellen om vast te stellen of het om uitzaaiingen gaat, zoals een bloedonderzoek, PET-CT-scan, longfoto of CT-scan van de borstkas, echografie van de lever of CT-scan van de buik, botscan of MRI-scan.
Hierdoor komen patiënten vaak (te) laat bij een arts en wordt de diagnose longkanker ook (te) laat gesteld. De meest voorkomende symptomen bij longkanker zijn: Een hardnekkige prikkelhoest, die langer dan 9 weken aanhoudt. Bloed in het opgehoeste slijm (zonder dat er een aanleiding voor is.
Een beklemmend gevoel op de borst, piepende ademhaling of pijn bij het ademhalen komen ook voor. Je benauwd voelen is erg naar en kan eng zijn. Voor sommige mensen voelt het als (bijna) stikken. Als je iets wilt doen terwijl je benauwd bent, is dat vaak lastiger.
rugpijn die optreedt in liggende houding en weer verdwijnt bij het overeind komen; uitstralende pijn rondom de buik, de borst, de armen of de benen; pijn die aanvoelt als een 'band' om de borst of buik.
Klachten bij longkanker kunnen zijn:
Vaak terugkerende longontsteking. Aanhoudende heesheid. Zeurende pijn in de borststreek, rug of in het gebied van de schouders.
Longkanker geeft vaak pas in een laat stadium symptomen. Veel voorkomende klachten zijn: lang aanhoudende prikkelhoest, bloedspoortjes ophoesten, kortademigheid, luchtweginfecties die niet overgaan en pijn op de borst. Dit gaat vaak samen met klachten als vermoeidheid, verminderde eetlust en gewichtsverlies.
Pijn komt voor bij 45% van de patiënten met kanker in de laatste 1-2 weken voor het overlijden (Teunissen 2007).
Mensen die sterven, hebben vaak weinig of geen behoefte meer aan voedsel en vocht. Ze kunnen snel in gewicht afnemen. Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen.
Dat heeft te maken met de belasting van de tumor op het lichaam als geheel. Het delen van de cellen, het groeien en uitzaaien kost heel veel energie. Uiteindelijk ga je je eigen cellen afbreken om genoeg energie te kunnen leveren. Dat is funest voor je afweersysteem, waardoor je aan een simpel virus al kunt overlijden.
Minder eten en drinken. Iemand die bijna sterft, heeft meestal minder behoefte om te eten en drinken. Daardoor valt hij of zij ook af, en verandert het gezicht (ingezakte wangen, teruggetrokken ogen, etc.). Doordat de stervende persoon minder drinkt, kunnen de mond en lippen droog worden.