Door krachtsverlies in de spieren van uw bovenbenen ontstaan er problemen met lopen. Dit merkt u bijvoorbeeld met traplopen of opstaan uit een stoel. Vaak gebruikt u dan uw armen als hulpmiddel. De kracht in uw bovenarmen neem ook af.
Krachtverlies. U heeft dat vooral in uw benen. Het begint met een moe gevoel in uw heupen of zware benen. Daardoor heeft u moeite om lange tijd te staan.
Te weinig beweging van de spieren, zoals bij bedlegerigheid, zorgt ervoor dat de spiermassa afneemt omdat het niet gestimuleerd wordt, waardoor de spieren minder sterk worden. Overbelasting van de spieren zorgt voor tijdelijke uitputting van de spieren, waardoor de kracht minder wordt.
De mate van de spierzwakte kan per periode wisselen. Spierstijfheid doet zich met name voor na een periode van rust en dan vooral in de bovenbenen en -armen, de handen en de nek. Kou kan de stijfheid verergeren. Veel voorkomende klachten zijn een stekende, zeurende pijn en vermoeidheid.
Onderzoek naar een mogelijke spierziekte omvat vrijwel altijd een bloedonderzoek. Belangrijk is de bepaling van de hoeveelheid creatinekinase (CK) in het bloed.
bewusteloosheid, verwardheid en uitdroging, al dan niet met koorts; verlamming van of gevoelsstoornissen in de ledematen; donkere urine, te weinig of zelfs geen urineproductie.
De belangrijkste klachten bij fibromyalgie zijn pijn, stijfheid en moeheid. Gewone bezigheden zoals huishouden, werken en sporten zijn daardoor soms moeilijk te doen. Soms is zelfs fietsen en wandelen te veel. Slapen gaat vaak slecht.
De oorzaak is vaak onbekend, maar soms is er sprake van een beschadiging van het kraakbeen of spoort de knieschijf niet voldoende in de groeven van het bovenbeen. Ook bij het hebben van te korte strekspieren (vaak bij jongeren die in de groei zijn) kunt u last hebben van het door de knie zakken.
Vitamine D speelt ook een belangrijke rol bij het in stand houden van een goede spierfunctie. Als je een tekort hebt aan vitamine D zijn spierzwakte en spierkrampen vaak de eerste symptomen van een tekort.
Je kunt bij spierversterkende activiteiten denken aan specifieke krachtoefeningen, maar ook aan sporten die helpen de spieren te versterken. Het gaat dan om sporten waarbij je moet rennen en springen, zoals hardlopen, voetbal of tennis. Verschillende dagelijkse activiteiten zijn ook spierversterkend.
Kies voor voeding met veel eiwit, want dat is goed voor de spieren. Eiwitten zitten vooral in vlees, kip, vis, ei, melk(producten), vleesvervangers, peulvruchten en noten. Kies als tussendoortje niet altijd voor een koekje of een beschuit met jam. Neem een handje walnoten, of een paar plakjes worst en wat stukjes kaas.
De ziekte MS begint meestal (in 80% van de gevallen) met 'schubs'. Bij een schub ontstaan vrij plotseling neurologische klachten die minstens 24 uur aanhouden. Een schub wordt meestal gevolgd door een remissie.
De meeste mensen met MS krijgen die diagnose wanneer ze tussen de 20 en de 40 jaar oud zijn. Maar MS kan ook bij kinderen voorkomen of juist later in het leven nog ontstaan. In Nederland leven zeker 25.000 mensen met MS; wereldwijd wordt dit aantal geschat op 2,8 miljoen.
3. Waarom heb ik last van spierpijn? Stress zorgt ervoor dat je spieren zich aanspannen. Het bindweefsel om je spieren gaat daardoor strakker om de spieren heen te gaan zitten waardoor je spieren niet meer optimaal kunnen bewegen.
ALS begint vaak met zwakke spieren in uw armen of benen. Het kan ook beginnen met problemen met slikken of praten. De eerste klachten zijn meestal niet zo duidelijk: U bent wat onhandig: u struikelt bijvoorbeeld vaker of u kunt knoopjes niet meer goed dichtmaken.
Om je doorbloeding te verbeteren kun je denken aan een massage, een warm bad of een sauna. Door de doorbloeding in het lichaam te stimuleren zal er meer en sneller bloed voorzien van zuurstof, zogenaamd zuurstofrijk bloed, door het lichaam heen worden gepompt. Dit zorgt voor sneller spierherstel.
Bij neurologische problemen kan er sprake zijn van overmatige slaperigheid, epilepsie, verminderd verstandelijk vermogen, duizeligheid, oogbewegingsstoornissen, slikstoornissen, spierstijfheid of juist zwakte, gevoelsstoornissen en tintelingen.
De eerste verschijnselen zijn vaak verminderde kracht in de armen of benen, of moeite met spreken, slikken of ademen. Omdat de spieren minder signalen krijgen van de zenuwcellen beginnen ze kleiner/dunner te worden (te 'atrofiëren'). De ziekte leidt tot toenemende beperkingen in het functioneren.