Een kortlot is gekenmerkt door dat het vaak slechts 1-2 cm lang wordt en de zich daaraan ontwikkelde bladeren dicht op elkaar zitten. lij vormen als het ware een krans om de eind- knop. Elk jaar eindigen zowel de lang- als de kortloten in een zogenaamde eindknop.
Een kortlot is een lot dat zo kort is dat de knoppen en bladeren dicht opeen staan. Vaak staan deze horizontaal en worden er vruchten op gevormd. Denk maar bijvoorbeeld aan de typische kortloten bij zoete kers, Prunus avium, of bij de Europese lork, larix decidua.
Hoe de appelboom te snoeien
Om veel appels aan uw boom te krijgen heeft u ”kortloten” nodig. Wat zijn kortloten? Dit is het bloesemhout. Dit zijn korte takjes met veel bloemknoppen en weinig groeiknoppen.
Hoe herken je waterloten? Waterloten hebben een duidelijk kenmerk: ze groeien recht naar boven. En er groeien dus geen appels aan, dus ze zullen ook geen bloesems dragen. Waterloten kun je wegsnoeien.
Langloten zijn onvruchtbare twijgen en een groot aantal ervan is natuurlijk niet wenselijk. Kortloten worden gevormd bij zwakke groei en langloten bij sterke groei.
Waterloten verwijderen
Snoei deze lange, recht omhoog groeiende scheuten terug tot de plek waar ze uit de hoofdtak komen. Gebruik hiervoor een snoeischaar, takkenschaar of snoeizaag, afhankelijk van de dikte van het waterlot.
Appelboom snoeien is erg belangrijk voor de groei van een appelboom. Het is zelfs zo dat wanneer je een appelboom niet snoeit hij blijft groeien, wat resulteert in geen appels. Om meer appels aan je boom te krijgen is het belangrijk dat de appelboom veel bloesemhout aanmaakt.
Bestuiving. De meeste appelrassen hebben kruisbestuiving nodig om appels te laten groeien. Dat betekent dat er een ander appelras nodig is voor een goede bevruchting. Ook zelfbestuivende rassen geven meer vruchten als er daarnaast kruisbestuiving plaatsvindt.
Mini fruitbomen worden vaak tussen de 1,50 en 3 meter hoog. Je kan de groei beperken door de bomen regelmatig te snoeien. Het is daarom belangrijk om altijd te vragen naar de geschatte volwassen hoogte, en niet alleen te kijken naar de huidige grote.
Zo halverwege de winter moet je de hoofdstam van de perenboom inkorten. Kort de gevormde takken in op twintig centimeter en doe dit ook met de hoofdstam. Dit moet je elk jaar doen. Na de wintersnoei ontstaat waterlot die je in de zomer dient te verwijderen.
Tijdens de wintersnoei knip je dikke oude takken weg met een takkenschaar en spaar je de kortloten, dit is namelijk het bloesemhout. Let bij het snoeien goed op wat bloem- en bladknoppen zijn, bloemknoppen 'staan' op de tak en bladknoppen 'liggen' op de tak. Wacht bij twijfel met snoeien tot het voorjaar.
Van januari tot maart kunnen fruitbomen zoals appel- en perenbomen gesnoeid worden. Snoei het liefst bij droog weer, en niet als het vriest. Een wat oudere fruitboom hoeft slechts licht gesnoeid te worden, het gaat dan om onderhoudssnoei.
Het geeft een mooi effect als u een paar lange takken aanhoudt en die horizontaal tegen een muur of langs een pergola leidt. Dit worden gesteltakken genoemd. Leid de twijgen zo dat ze geen schade aan kunnen richten aan regenpijpen of dakgoten. Blauweregen is een zeer krachtige plant en kan hier schade aan toebrengen.
De basis van de druivenstruik bestaat uit een paar lange hoofdtakken, de zogenaamde gesteltakken. Alle zijtakjes die daaruit komen, snoei je terug tot op twee ogen (verdikkingen). Het zijn die zijtakjes waarop de druif in het voorjaar weer gaat uitlopen. Het is aan te raden de druif voor de kerst te knippen.
Aan het eind van de tak staat een eindknop. Officieel is een tak pas een tak als die drie jaar oud is. Daarvoor wordt het een twijg genoemd. Een twijg is dus een een- of tweejarige houtige stengel.
Verder zou het ook kunnen dat jouw kersenboom het Little Cherry virus heeft,het is een ziekte die de laatste jaren veelvuldig voorkomt en zich snel uitbreidt. De bladeren zijn kleiner dan normaal en geeft kleinere kersen die heel lang op de boom blijven hangen. Tegen deze ziekte is er maar één middel,nml.
Geschikte peren- en appelrassen:
Plant meerdere rassen door elkaar, dan is er een lagere infectiedruk van schimmelziekten! Gebruik geen sterkgroeiende hoogstammen of halfstammen voor een nauwe beplanting! Enkel zwakke of matig zwakke onderstammen zijn geschikt.
Nog kleiner dan een laagstam, zijn de zogenaamde mini fruitbomen, dwerg fruitbomen, of zuilfruit boompjes. Niet alleen vertakken ze al vanaf heel laag, maar ze blijven ook erg smal. Ideaal voor als je echt weinig ruimte hebt, of voor in een pot of bak. Zuilvormige fruitbomen worden ook wel Ballerina fruitbomen genoemd.
Een appelboom heeft in de regel geen kunstmest nodig en kan goed uit de voeten met gedroogde koemest. Zoals bij andere fruitbomen bemesten kun je de grond in februari verrijken met kalkkorrels. Hierdoor wordt de mest beter opgenomen.
Als een fruitboom geen vrucht geeft kan dat verschillende oorzaken hebben. De plant zit in de groeifase en stopt alle energie in nieuwe groeischeuten, oplossing: de plant snoeien zodat de groei wordt afgeremd. plant afdekken met vorstvlies of tijdens de vorstperiode besproeien.
Als je je fruitboom twee keer per week water geeft, zal hij heel blij zijn. Als de droogte aanhoudt, kunt u uw fruitboom ongeveer 2 keer per week water geven. Zelfs in de vroege groeifase na de winter kunt u de scheuten en bloemen 3 keer per week ondersteunen met water.
Een appelboom snoeien doe je best in de winter, zoals de meeste fruitbomen. De snoeiperiode voor deze boomsoort loopt van november tot en met maart. In de periode van juni tot eind oktober kan je ook een lichte onderhoudssnoei doen.
Als u uw appelboom teveel bemest zult u zien dat hij veel grote takken naar boven geeft met bijna geen zijtakken. Hij blijft maar groeien en vormt geen bloesem/vruchten.