Bij kaasmolaren, die ook wel kaaskiezen worden genoemd, zijn er poreuze plekken in het tandglazuur.Deze plekken zijn te herkennen aan de donkergele kleur, die lijkt op die van oude kaas.
Ze hebben gedeeltelijk of geheel een kaaskleur (wit-crème tot geel-bruin) en kunnen er ook wat bobbelig uitzien. Ze zijn gevoeliger dan andere kiezen, omdat de buitenste laag zwakker is. Kaaskiezen komen zowel voor in het melkgebit als in het blijvend gebit.
Worden er bij je kind kaasmolaren vastgesteld, dan moet het gebit regelmatig gecontroleerd wordt door de tandarts. Die kan jou en je kind adviseren om goed te poetsen met een tandpasta met fluoride. Indien het poetsen te veel pijn doet, brengt de tandarts een beschermende gel aan die de gevoeligheid vermindert.
Waardoor ontstaan kaaskiezen? De oorzaak van de kaaskiezen is nog onbekend. Alcoholconsumptie van de moeder tijdens de zwangerschap, een laag geboortegewicht en koorts en ziek zijn van het kind in het eerste levensjaar kunnen kaaskiezen in het melkgebit veroorzaken. Ook een erfelijke factor kan een rol spelen.
Wanneer er al gaatjes in de kaaskies aanwezig zijn, zullen die behandeld worden door ze te vullen met een tandkleurig composietmateriaal of bijvoorbeeld door het plaatsen van een zogenaamd Hall-kroontje (metalen kroontje). In ernstige gevallen moet de kaaskies getrokken worden.
Schade beperken bij kaaskiezen
Door goed te poetsen kun je ervoor zorgen dat er geen gaatjes ontstaan in de kaaskies. Verder kan de tandarts fluoride of tooth mousse (een tandpasta-achtige pasta gemaakt op basis van caseïne, een dierlijk eiwit dat in melk voorkomt) aanbrengen op de kiezen.
Witte aanslag of witte vlekjes zijn doffe plekken die poreus zijn geworden. Vaak zijn ze zichtbaar op hoek- en voortanden. Op zowel boven- als ondertanden kan deze witte aanslag voorkomen. Het is een vlekje dat witter is dan de rest van de tand.
Misschien zijn er kaaskiezen in het spel. Dat zijn kiezen waarvan de beschermende glazuurlaag niet of niet goed is ontwikkeld. Ze hebben gedeeltelijk of helemaal een kaaskleur (wit-crème tot geel-bruin) en kunnen er ook wat bobbelig uitzien. Ze zijn gevoeliger dan andere kiezen, omdat de buitenste laag zwakker is.
Tandbederf ontstaat als tandplak, de kleverige substantie die zich op de tanden vormt, in aanraking komt met suikers uit het voedsel dat we eten. Deze combinatie produceert zuren die het tandglazuur kunnen beschadigen en verzwakken.
Vooral hoge koorts of een infectie kunnen leiden tot verkleurde tanden bij kinderen. Medicijnen of voedingssupplementen die ijzer bevatten, kunnen leiden tot donkere plekken op tandjes van baby's en peuters. Ook een bepaald soort antibiotica (tetracycline) kan in de ontwikkelfase van de tanden leiden tot verkleuringen.
Tanderosie kan impact hebben op uw algehele gezondheid. Verdwenen glazuur komt namelijk nooit meer terug en kan dus niet hersteld worden. Als het beschermlaagje verdwenen is kunnen bacteriën het zachte weefsel (dentine) oplossen.
Oorzaken tanderosie
Tanderosie is slijtage van het tandglazuur en ontstaat door zuren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen zuren afkomstig uit het lichaam (intrinsieke zuren) en zuren van buiten het lichaam (extrinsieke zuren). Intrinsieke zuren spelen een rol als de maaginhoud (maagzuur) terugvloeit naar de mond.
Tandglazuur heeft namelijk een uur de tijd nodig om van een zuuraanval te herstellen. De frequentie van eten/drinken is belangrijk als het om erosie gaat. De hele dag kleine slokjes uit frisdrank uit een flesje nemen is schadelijker voor het glazuur dan in één keer een glas cola drinken.
Kaas. Een stukje kaas na iedere maaltijd is prima voor de mondgezondheid. Het stimuleert de speekselvorming, waardoor het effect van zuren wordt geneutraliseerd. Bovendien is kaas ook rijk aan fosfaat en calcium.
Tekort aan vitamine D
Door het tekort wordt de kans op cariës (gaatjes) en tandvleesontstekingen vergroot en ontstaat bij kinderen de kans op kaaskiezen. Hierbij wordt het glazuur onvoldoende gemineraliseerd tijdens de ontwikkelingsfase van het gebit.
Amelogenesis Imperfecta (AI) is een erfelijke verstoring in de aanleg van het tandglazuur. Door deze aandoening zijn jouw tanden en kiezen erg kwetsbaar. Het verstoort het uiterlijk van de tanden en kiezen en het veroorzaakt vaak gevoeligheid of zelfs erge pijn. De aandoening kan voorkomen bij het melkgebit.
Tandenpoetsen is belangrijk, omdat het tandplak weghaalt. Tandplak ontstaat uit de resten van eten, drinken en speeksel en wordt pas schadelijk als het langere tijd op uw tanden zit. Daarom is het voldoende om de plak één keer per 24 uur goed te verwijderen.
Als de laag een beetje weg is, heb je een beginnend gaatje. Dit kan je door extra goed te poetsen soms nog wel wegpoetsen. Poets dan wel met een fluoride tandpasta, want die zorgt dat de tanden weer sterker worden. Als de laag helemaal weg is, komt er een bruin plekje.
Een gaatje is een donker of juist wit vlekje op de tanden of kiezen. Een beginnend gaatje is in de meeste gevallen pijnloos. Bij vergevorderde cariës kunnen de tanden echter wél gevoelig worden en last geven bij het eten of drinken van hete of koele etenswaren en drankjes.
Hoe ziet een (beginnend) gaatje eruit? U kunt een beginnend gaatje (cariës) herkennen aan een donkere verkleuring en witte vlekjes op tanden of kiezen. Ook zwarte groefjes en putjes kunnen een kenmerk zijn van een beginnend gaatje.
Witte plekjes op je tanden kunnen veroorzaakt worden door verschillende aandoeningen. Het is daarom belangrijk om je tandarts er even naar te laten kijken. Witte vlekken kunnen vaak verwijderd worden met een professionele gebitsreiniging of door je tanden te laten bleken.
Zelf kun je jammer genoeg niets doen om de witte vlekken op je tanden te verwijderen. Je krijgt ze niet weggepoetst. Omdat fluorose zich in de glazuurlaag van je tanden bevindt, kan de tandarts de vlekken evenmin wegpolijsten of -schuren zonder ernstige schade aan je tanden toe te brengen.
Meestal ontstaat een glazuurafwijking als de tand of kies nog in ontwikkeling is. Dat wil zeggen: als de tand of kies nog onder het tandvlees ligt en nog niet is doorgebroken. In deze periode kan een ziekte of infectie een glazuurafwijking veroorzaken. De glazuurafwijking kan ook erfelijk bepaald zijn.
Tanderosie kunt u pas herkennen als het uiterlijk van de tanden verandert. De voortanden worden korter, dunner en doorschijnender of krijgen rafelige randen. De tanden worden (plaatselijk) steeds geler of de tanden krijgen donkere plekken.
De symptomen van tanderosie
Geelbruine plekjes op de tanden. Tanden die extra gevoelig zijn voor kou en hitte. Putjes in de kiezen. De voortanden worden dunner, doorzichtiger en korter.