Slimme peuters/kleuters zijn nieuwsgierig, onderzoekend, kunnen goed onthouden en kunnen lastige denkproblemen aan. Ze zijn snel van begrip en stellen veel vragen.
Hoogbegaafde peuter
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Er zijn slimme kinderen die al hun eerste woordjes zeggen als ze amper een half jaar oud zijn. Ook lijken ze de betekenis van deze woorden goed te begrijpen. Rond de eerste verjaardag praat het kind dan al in korte zinnetjes. Een andere groep slimme kinderen lijkt juist heel traag te zijn in het praten.
Het kind met een ontwikkelingsvoorsprong is ook een kind met veel fantasie. Het heeft vaak een bijzonder complexe manier van spelen. De meeste peuters laten in hun spel maar één spelthema zien en verrichten een bepaalde handeling steeds op dezelfde manier.
Bij peuters en kleuters die voorlopen in hun ontwikkeling spreken we nog niet over hoogbegaafdheid, maar over een ontwikkelingsvoorsprong. Kinderen tot ongeveer 6 jaar ontwikkelen zich zo sprongsgewijs, dat ze soms tijdelijk een voorsprong hebben, die later weer verdwijnt.
Algemene kenmerken
Complex denken: voorliefde voor ingewikkelde dingen. Vaak geen aandacht aan zaken die zij niet interessant vinden. Soms conflicten met andere kinderen als deze ingewikkelde zaken niet begrijpen. Idealisme en sterk gevoel voor rechtvaardigheid al vanaf jonge leeftijd.
Met een intelligentietest, ook wel bekend als de IQ-test, kun je vaststellen hoe intelligent je kind is. Bij een IQ-score van 130 of hoger wordt er gesproken van een hoge intelligentie, of ook wel een 'score op zeer begaafd niveau'.
Tussen twee en drie jaar gaat je kind ook verhalen vertellen, spontaan of bij afbeeldingen. En wat je kind zegt is steeds beter verstaanbaar. Als je kind drie jaar is heeft het al een hele woordenschat. Het begrijpt gemiddeld 1.250 woorden en kan ongeveer 1.000 woorden zeggen.
Wanneer kinderen tussen de 2 en 4 jaar taal beter gaan begrijpen, zien we vaak dat opstandig en agressief gedrag afneemt. Veelvoorkomend gedrag tijdens de peuterpuberteit zijn driftbuien. Soms zie je dan dat peuters hun adem inhouden, schreeuwen, grommen en op de grond gaan liggen gillen. Dit is normaal.
ADHD-symptomen
Veel rondrennen, klimmen, friemelen aan kleding. Moeite met rustig spelen, stilzitten of ontspannen. Ondoordacht gedrag, ook wel impulsief gedrag genoemd. Snel reageren zonder nadenken, veel praten en dingen eruit flappen.
Ze zijn sterk overtuigd van wat ze geloven en kunnen zeer gedreven overkomen. Hoogbegaafde kinderen maken zich vaak eerder druk om regels en gedragingen en vinden het moeilijk om om te gaan met de tegenstrijdigheden en oneerlijke zaken die ze signaleren in de wereld om hen heen.
Liedjes kunnen immers een grote hulp zijn om kinderen te leren tellen. Een kind ontwikkelt in het algemeen zo tussen de twee en vier jaar het vermogen om het eigenlijke concept van tellen te begrijpen. Tegen de leeftijd van vier kunnen de meeste kinderen al tot 10 en/of hoger tellen.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Hierdoor hebben hoogbegaafde kinderen meer kans op emotionele problemen en vaker problemen in sociale relaties. Pesten: Hoogbegaafde kinderen lopen meer risico om het doelwit van pesten te worden, omdat ze zich anders gedragen dan leeftijdsgenoten.
Hoogbegaafde kleuters hebben een uitgebreide woordenschat, kennen moeilijke woorden, praten in complexe zinnen, maken woordgrapjes en kunnen vaak goed argumenteren. Ze beslissen zelf wat ze wel of niet vertellen. Als ze zich niet begrepen voelen, praten ze weinig.
Ontwikkeling. De motorische ontwikkeling is nog volop aan de gang. Koprollen, hinkelen, huppelen, hoog klimmen, je peuter is de hele dag bezig met zijn lijf én wil continu bevestiging. Je peuter oefent net zo lang tot hij het kan.
Een kind geniet.
Het kind glundert, babbelt spontaan, zingt, glimlacht, schatert, ... Voelt een kind zich goed, dan geeft het een ontspannen indruk. Het voelt zich in geen enkel opzicht bedreigd. Het gezicht is open en de spieren zijn niet gespannen.
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
Een koppige of driftige peuter krijgt veel aandacht.Je probeert hem of haar te kalmeren of wordt boos.Je peuter leert al snel dat lastig gedrag extra aandacht betekent. Daarom is het belangrijk om ook spontaan aandacht te schenken aan je peuter, buiten conflictsituaties.
Ergens tussen de 18 en 24 maanden zal ze haar eigen naam leren zeggen – voornaamwoorden volgen later pas. Hier kun je meer lezen over voornaamwoorden gebruiken.
Je kan de taalontwikkeling van je kind op verschillende manieren stimuleren. Een liedje zingen voor je kind, gezellig een boek lezen, een verhaal vertellen of samen spelen zijn allemaal leuke manieren om samen met je kind bezig te zijn met taal!
Tussen de 2 en 4 jaar leert een kind steeds beter praten. Het leert snel meer woorden, gaat steeds duidelijker spreken en langere zinnen maken.Het gaat ook verstaanbaarder praten, waardoor het makkelijk wordt met je kind te communiceren.
Wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar de erfelijkheid van intelligentie door te kijken naar het IQ van tweelingen. Uit de studies is gebleken dat ongeveer 70% van het IQ erfelijk is en dat de overige 30% door omgevingsfactoren wordt bepaald.
'Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Hij of zij schept plezier in creëren,' luidt de definitie van hoogbegaafd zijn, te vinden op onder andere Wikipedia.