Gedragsstoornis, wat is dat? Als een kind of een jongere minimaal 6 maanden lang opstandig, negatief, vijandig en zelfs gewelddadig gedrag vertoont wordt dit gedefinieerd als een gedragsstoornis. De twee belangrijkste gedragsstoornissen zijn de ODD (oppositional defiant disorder) en CD (
Kinderen met een anti-sociale gedragsstoornis vertonen gedrag wat niet acceptabel is voor iedereen in hun omgeving. Deze stoornis wordt ook wel afgekort tot CD. Deze is weer afgeleid van de Engelse term Conduct Disorder.
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
We spreken van een gedragsstoornis als iemand een langdurig patroon laat zien van negatief, opstandig of driftig gedrag of gedrag dat tegen de normen ingaat, zoals vechten, stelen of liegen.
Meest voorkomende gedragsstoornissen:
ADHD. ODD/oppositioneel opstandige gedragsstoornis. CD / antisociale gedragsstoornis. Agressie en woede uitbarstingen.
Bij gedragsstoornissen komen drie soorten gedrag voor: Oppositioneel gedrag - Gedrag is oppositioneel als iemand zich verzet tegen leiding van volwassenen. Agressief gedrag - Gedrag is agressief als je iemand anders lichamelijk of geestelijk pijn doet of een voorwerp beschadigt.
Gedragsstoornissen gaan vaak gepaard met andere psychische of ontwikkelingsstoornissen, zoals ADHD, dyslexie, depressie, aandachtsstoornissen e.d. In dergelijke gevallen zullen deze stoornissen prioritair aangepakt worden, omdat de gedragsstoornis wordt gezien als onderdeel van een bredere, oorzakelijke afwijking.
Bij kinderen en jongeren met ODD en CD nemen de symptomen over het algemeen in de loop der tijd af, ook zonder behandeling. Sommige kinderen en jongeren blijven symptomen vertonen, bij anderen nemen de symptomen af en verdwijnt de diagnose (Bunte e.a., 2014; Lahey e.a., 1995).
Gedragsproblemen zijn niet aangeboren, maar worden veroorzaakt door de omstandigheden. Mogelijke oorzaken voor gedragsproblemen zijn een niet-stabiele opvoeding of het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen zoals geweld of seksueel misbruik. Gedragsproblemen kunnen voorkomen bij kinderen en bij volwassenen.
Emotionele stoornissen kunnen gepaard gaan met lichamelijke klachten, verhoogde prikkelbaarheid, eetproblemen, slaapproblemen, concentratietekort, verminderd zelfvertrouwen, motivatieverlies en slechte schoolprestaties. Emotionele stoornissen hebben een grote impact op het functioneren van de kinderen en hun omgeving.
Een antisociale-persoonlijkheidsstoornis (ook wel bekend onder de namen psychopathie, sociopathie of dissociale-persoonlijkheidsstoornis) wordt gekarakteriseerd door een diepgaand patroon van gebrek aan respect voor en schending van de rechten van anderen.
Als je een antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) hebt, vertoon je antisociaal gedrag. Je kunt roekeloos, agressief, prikkelbaar, impulsief en onverschillig overkomen. Rekening houden met (de gevoelens van) anderen is lastig en regels worden vaak niet nageleefd.
De borderline persoonlijkheidsstoornis is een psychische stoornis waarbij je sterke stemmingswisselingen vertoont, moeite hebt om stabiele relaties te vormen en vaak bang bent om in de steek te worden gelaten.
Een gedragsprobleem is niet hetzelfde als een gedragsstoornis! Een gedragsprobleem is niet hetzelfde als een gedragsstoornis. Bij gedragsproblemen is het belangrijk te kijken naar de ontwikkeling van het kind (taal, motoriek, intelligentie) en de omgeving van het kind (gezin, school, vrienden).
Een misantroop kan humaan en sociaal gedrag vertonen en is dus niet per definitie antisociaal of het tegengestelde van een humanist. Het woord misantropie komt van het Griekse misos ("haat") en anthropos ("mens"). Een synoniem voor misantropie is mensenhaat en een antoniem is filantropie.
Onder probleemgedrag verstaan we alle gedrag van de cliënt dat deze cliënt of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar ervaart. Probleemgedrag heet ook wel onbegrepen gedrag of veranderend gedrag. Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem heen.
Moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) is gedrag dat we niet meteen begrijpen. Het gedrag is bijvoorbeeld onverwacht of past in jouw ogen niet in de context. Soms kunnen mensen agressief zijn naar anderen of naar zichzelf.
Goede basiszorg kan veel moeilijk hanteerbaar gedrag voorkomen. Zorg ervoor dat iemand voldoende steun, houvast en bescherming ervaart. Ga op zoek naar die elementen die bijdragen tot kwaliteit van leven en naar wat voor hen zinvol is. 'Vermijd waar mogelijk uitlokkende factoren.
De symptomen van CD (de normoverschrijdend-gedragsstoornis) zijn ernstiger dan die van ODD. CD is de afkorting voor de Engelse term conduct disorder. In het Nederlands heet dit gedragsstoornis. Deze kinderen laten gedrag zien dat voor hun omgeving niet-acceptabel is.
zelf-contact: in contact staan met je eigen waarden, kwaliteiten en intrinsieke drijfveren en idealen. autonomie: eigen keuzes maken en zorgen dat je dagelijks leven congruent is met waar je in gelooft.
Bij een normoverschrijdend-gedragsstoornis gaat het om een zich herhalend en aanhoudend gedragspatroon (met een duur van tenminste twaalf maanden) waarbij de grondrechten van anderen worden geschaad of belangrijke bij de leeftijd horende sociale normen of regels worden overtreden.
In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters. Deze verstoringen in het chemische evenwicht geeft aanleiding tot angstklachten, overmatig piekeren, verminderde plezierbeleving, passiviteit en een sombere stemming.
Mensen die depressief zijn, zijn langdurige tijd somber en hebben vrijwel nergens zin in. Ze verliezen vaak interesse in de dingen om zich heen en kunnen niet echt meer genieten. Men spreekt van een depressie als de gevoelens van neerslachtigheid minstens twee weken duren. Hierbij hoort ook een gebrek aan motivatie.