Een goede manier om te weten waar het geschikt soort gesteente aan te treffen is, is het consulteren van geologische kaarten. In de onderdelen Stratigrafie en Sedimenten kan je meer lezen. Daarnaast moet je natuurlijk in staat zijn een fossiel te herkennen in het veld.
Fossielen zijn versteende dieren of planten. Soms vinden we hele skeletten terug. Maar het kunnen ook sporen van dieren of planten zijn, zoals pootafdrukken, eieren, drollen en schelpen. De overblijfselen zijn na al die jaren versteend of in steen bewaard gebleven.
Fossielen vinden in Nederland is het makkelijkst aan het strand. Voor het behouden van de kust wordt namelijk zand gespoten. Dat houdt in dat zand in de zee wordt opgezogen om daarmee stranden te verbreden. Fossielen komen soms uit het diepe door de stroming aan land spoelen.
1. Fossiele schelpen laten geen, of sterk verminderd, licht door in verge- lijking met recente schelpen, wanneer men ze voor een felle lichtbron houdt (zoals een bureaulamp). 2. Fossiele schelpen hebben minder kleur, of zijn juist sterk verkleurd in vergelijking met recente schelpen.
1. Afdrukken van dieren of planten in steen, zoals pootafdrukken of de afdruk van een blad. 2. Versteende planten of dieren.
"De schatting van de ouderdom van de fossielen is gebaseerd op twee technieken die allebei zijn gebaseerd op de aardlagen waar die vondsten gedaan zijn. Die lagen zijn licht radioactief. Als je daar de jaarlijkse radioactieve dosis van vaststelt dan kun je op hun ouderdom uitkomen. De datering is zeer solide."
De oudste algemeen erkende fossielen zijn die uit de Strelley Pool in de regio Pilbara in West-Australië. Het zijn stromatolieten: afzettingsgesteente dat ontstaat doordat micro-organismen sedimenten invangen en vasthouden. Deze fossielen zijn 3,4 miljard jaar oud.
Botten en fossielen. Als je een bot of fossiel gevonden hebt en je wilt weten wat het is, kan je het beste met het bot naar Ecomare gaan. Als dat niet kan, maak dan foto's van het bot aan alle kanten, met een liniaal erbij voor de maat.
Een goede manier om te weten waar het geschikt soort gesteente aan te treffen is, is het consulteren van geologische kaarten. In de onderdelen Stratigrafie en Sedimenten kan je meer lezen. Daarnaast moet je natuurlijk in staat zijn een fossiel te herkennen in het veld.
De meeste fossielen zijn versteend en vaak miljoenen jaren oud. Fossielen zijn te vinden op plekken waar vroeger een zee of een meer is geweest. Als het zeeniveau gedaald is, komen de oude lagen met gesteenten boven water. In Zuid-Limburg bijvoorbeeld worden fossielen van zee-egels en Maashagedissen gevonden.
Ook koraalriffen kunnen fossiliseren. Fossiele koralen worden onder andere aangetroffen in noordelijke zwerfstenen, het Krijt van Limburg, het strand van Cadzand en tussen de schelpen in de Achterhoek.
Afhankelijk van wat je wil verzamelen kan je op het strand, in een rivier of op de heide naar bijzondere stenen gaan zoeken. Ben je geïnteresseerd in onbeschadigde kristallen dan ben je afhankelijk van ontsluitingen in het gesteente zelf. Dat klinkt als, vindt een rotsblok, en raap de kristallen.
Om te bepalen welk bot je hebt gevonden, moet je het goed onderzoeken. Zitten er veel kleine gaatjes in? Dan weet je bijna zeker dat het inderdaad om een bot gaat. Het bot maakte onderdeel uit van een skelet.
Fossiele grondstoffen zijn koolwaterstof verbindingen die zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven in het geologisch verleden van de aarde. Hieronder vallen aardolie, aardgas, steenkool en bruinkool.
De tot oktober 2010 oudst bekende fossielen van landplanten Cooksonia (gevonden in Ierland en Schotland) zijn gedateerd op ongeveer 425 miljoen jaar (Midden Siluur tot het Vroeg-Devoon) het waren kleine planten die op zeewier leken; het waren sporenplanten.
Toch zijn ook in onze eigen land bijzondere mineralen te vinden, bijvoorbeeld in de steengroeven van Winterswijk en de Sint Pietersberg bij Maastricht, waar calciet in mooie kristallen voorkomt. Ook diep onder de grond zijn mineralen aanwezig, zoals in de Limburgse steenkoolmijnen.
Het herkennen van mineralen begint met vergelijken. Als je meer variatie hebt gezien zal je dingen vaker herkennen. Daarbij zijn de eigenschappen die je in elk stenenboek terug vindt zeer belangrijk: kristalvorm, glans, kleur, breuk en de combinatie van mineralen (paragenese).
Paleontologen houden zich bezig met opgravingen. Als ze fossielen vinden dan graven zij deze voorzichtig uit met speciale gereedschappen. Ze gebruiken pikhouwelen, hammers, schoppen en borstels. Ze moeten tijdens hun werk erg goed opletten dat zij de fossielen niet beschadigen.
Wanneer iemand botten vindt die van dierlijke aard zijn, bestaan er geen regels over wat men met die botten kan of mag doen. Daar is men vrij is. Men kan die botten weer terug stoppen, weggooien, thuis bewaren of als kluif aan een hond geven.
Je vindt barnsteen op plaatsen waar kleine stukjes veenhout aanspoelen. Die stukjes vormen donkere 'bankjes' die je vaak duidelijk ziet op het strand. Dáár moet je gaan zoeken, want barnsteen heeft hetzelfde gewicht als het veen en de zee legt beide op dezelfde plek neer.
Bij laagwater vind je meer levende krabben, slakken of schelpen (alhoewel die zich goed in het zand verstoppen). Langs de hoogwaterlijn vind je vooral drijvende dingen, zoals zeewier, haaieneieren of schilden van krabben.
De eerste resten van een dinosauriër zijn voor zover bekend gevonden door May Ann Mantell uit Engeland. Ze deed de ontdekking in 1822 in het zuiden van Engeland. Ze vond een stuk van een dijbeen en een paar tanden. Deze vondst bracht ze naar Richard Owen, een professor bij de universiteit van Oxford.
Een fossiel ontstaat doordat er bijvoorbeeld een vis doodgaat. De zachte delen zoals de huid verdwijnen, maar de harde delen zoals het bot blijven liggen. Er komt een laagje zand of modder op de botten terecht en de botten maken dan een afdruk. En wat er overblijft, is een fossiel.
Het tot nu toe oudste wiel ter wereld zou zijn gevonden in Slovenië, in een moerasgebied ten zuiden van Ljubljana. Archeologen omschrijven het voorwerp als een essenhouten wiel dat ze dateren tussen 3500 en 3250 v. Chr.