In het Latijn begint een bijzin vaak met een voegwoord zoals "quod" (dat), "si" (als), "cum" (wanneer), enz. Voorbeeld: Marcus domum ambulat, quod ludi finiti sunt. In deze zin is "Marcus domum ambulat" de hoofdzin en "quod ludi finiti sunt" is de bijzin.
Er is nog een verschil tussen hoofdzinnen en bijzinnen. In een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp altijd naast elkaar. In een bijzin staan de persoonsvorm en het onderwerp meestal niet naast elkaar.
In een hoofdzin staat de persoonsvorm helemaal vooraan of direct na het eerste zinsdeel. In een bijzin staat de persoonsvorm niet vooraan, maar juist achteraan (helemaal achteraan of als een van de laatste woorden).
Een PPA is een participium praesens actief, bijvoorbeeld homo ludens. Je herkent hem aan de vorm stam + ns. Hij verbuigt volgens ingens. Je kunt hem op drie manieren vertalen: de spelende man, de man die speelt, de man, terwijl hij speelt.
Bijwoorden afgeleid van bijvoeglijke naamwoorden die uitgaan op –us, –a of –um, krijgen de uitgang –e. Bijwoorden afgeleid van bijvoeglijke naamwoorden die uitgaan op van alles (groep 3), krijgen de uitgang –ter: Puella fortis fortiter pugnat. Het dappere meisje strijdt dapper.
Om het positieve bijwoord te vormen, gebruikt het Latijn -ē (in de eerste/tweede verbuiging) of -iter (in de derde verbuiging) ─ dit is het equivalent van het toevoegen van "-ly" aan een adjectiefbasis in het Engels. Om het vergrotende bijwoord te vormen, gebruikt het Latijn -ius, de tegenhanger van "more [adjectief]-ly" in het Engels.
Wat is een bijwoord? Een bijwoord is een woord dat meer informatie geeft over een ander woord in de zin, of over de hele zin. Zo is heel in 'Zij is heel aardig' een bijwoord. In 'Ik kom morgen niet' zitten twee bijwoorden: morgen en niet.
Het ppp (participium perfectum passief) is een voltooid deelwoord: gegeten, gelopen, etc. Dit congrueert ook met het woord waar het bij hoort, de uitgang is ook hetzelfde als het woord waar het bij hoort alleen moet je eerst wel de stam weten.
Het P.F.A. of het participium futurum activum in het Latijn heeft in het Nederlands geen equivalent. Het wordt hierom vaak vertaald met "op het punt te staan te + infinitief" of "om te + infinitief".
De “gesleevede” PPA
Generator verkoopt stroom rechtstreeks aan de zakelijke klant onder een PPA (PPA). Een tussenpersoon (vaak een energieleverancier of een nutsbedrijf) 'sleevet' de stroom via het net naar de zakelijke klant op zijn locatie onder een tweede PPA (Sleeving Arrangement).
Bijzinnen en hun typen
Er zijn drie soorten bijzinnen: zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en bijwoord . Elk volgt dezelfde schrijfmechanismen van de bijzin, maar ze fungeren allemaal als een ander woordsoort, hetzij als zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord of bijwoord.
Het woord omdat leidt een bijzin in. Een bijzin is niet zelfstandig, maar hoort bij de hoofdzin. Een omdat-bijzin kan daarom vaak van plaats wisselen: Omdat hij nieuwe mensen wil ontmoeten, gaat hij naar het feest.
Een betrekkelijke bijzin is een bijzin die wordt ingeleid door een betrekkelijk voornaamwoord (bijvoorbeeld die), een voornaamwoordelijk bijwoord (bijvoorbeeld waarop) of een betrekkelijk bijwoord (bijvoorbeeld waar).
Er is altijd een vervoegd werkwoord, ook in de bijzin zin. Andere werkwoorden zijn in volledige vorm (infinitief).
Een ondergeschikte bijzin heeft, net als een onafhankelijke bijzin, een onderwerp en een werkwoord, maar in tegenstelling tot een onafhankelijke bijzin kan het niet op zichzelf staan als een zin . Ondergeschikte bijzinnen beginnen met bepaalde woorden of korte zinnen die ondergeschikte woorden worden genoemd (ook wel afhankelijke woorden of ondergeschikte/ondergeschikte voegwoorden genoemd).
Het ppa (participium praesens actief) is een onvoltooid deelwoord: lopend, gillend, etc. Het hoort bij een zelfstandig naamwoord. Het ppa moet congrueren met het woord waar het bij hoort.
Latijn geeft je toegang tot de verhalen van beroemde historische figuren. Wie Latijn begrijpt, kan een oude wereld induiken. De geschiedenis van het Romeinse rijk is bijzonder fascinerend. Lessen Latijn zijn dus veel meer dan het leren van een dode taal, je leert ook over literatuur, cultuur en geschiedenis.
PFA, een e-mailafkorting voor " Please Find Attached " of "Please Find the Attachment"
Dit soort stammen moet je dus uit je hoofd leren of opzoeken in het woordenboek! Het passivum van het perfectum wordt gevormd door de PPP van het woord plus een vorm van esse, bijvoorbeeld zoals vocatus sum (ik ben geroepen/werd geroepen). Dit werkt dus eigenlijk op dezelfde manier als in het Nederlands!
Geschat wordt dat ongeveer 20% van de mannen deze bultjes hebben, het wordt vaak pas zichtbaar in de puberteit. De afwijking is absoluut geen SOA, niet besmettelijk en geheel onschuldig. Vanwege het cosmetisch storend aspect kan het bij mannen wel leiden tot schaamte en daardoor seksueel ongemak.
Publiek-private samenwerking (PPS) is een overeenkomst tussen een overheid/statutaire entiteit/overheidsbedrijf enerzijds en een particuliere entiteit anderzijds, voor de levering van publieke activa en/of publieke diensten, waarbij investeringen worden gedaan en/of het beheer wordt uitgevoerd door de particuliere sector.
De makkelijkste manier om bijwoorden te vinden is om de woordsoorten te begrijpen die ze modificeren (beschrijven): werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en andere bijwoorden. Weet ook dat bijwoorden de volgende vragen over de woorden die ze modificeren beantwoorden: hoe?, wanneer?, waar? en in welke mate? (hoe vaak? of hoeveel?).
De woorden vaak, ook, misschien, nergens en meestal zijn altijd bijwoorden. Bij sommige woorden is het afhankelijk van de zin of ze als bijwoord (bw) of als bijvoeglijk naamwoord (bn) worden gebruikt.
Bijwoorden zijn een uitgebreide verzameling woorden die beschrijven hoe, waar of wanneer een handeling plaatsvindt. Ze kunnen ook het gezichtspunt van de spreker over de handeling weergeven, de intensiteit van een bijvoeglijk naamwoord of van een ander bijwoord, of verschillende andere functies.