Ze vinden het bijvoorbeeld moeilijk om oogcontact, gezichtsuitdrukkingen en gebaren te interpreteren. Ook het kunnen inleven in anderen is erg lastig. Daarnaast is vaak sprake van specifieke interesses en repetitieve bewegingen. Baby's met autisme spelen bijvoorbeeld vooral met één speeltje of doen steeds hetzelfde.
Een baby die vrijwel niet lacht, weinig oogcontact maakt, erg gestrest raakt bij verandering of geen behoefte lijkt te hebben aan getroost worden of knuffelen. Het zijn enkele symptomen die erop wijzen dat er meer aan de hand kan zijn. Het is lastiger vast te stellen, maar ook bij baby's komt autisme voor.
Het kind is vooral op zichzelf gericht en heeft weinig aandacht voor de mensen in de omgeving. Het is bijvoorbeeld weinig nieuwsgierig naar de inbreng van een volwassene in het spel of kijkt weinig naar wat andere kinderen doen.
Klassiek autisme
Je ziet bij kinderen dat ze moeite hebben met communiceren. Ze zijn ongeremd en vertonen vaker hyperactief of agressief gedrag. Andere problemen zijn: tics, dwangmatig gedrag, slaapproblemen en epilepsie. In sommige gevallen is er ook sprake van een verstandelijke beperking.
Autisme is erfelijk
Maar het is nog niet duidelijk welke genen precies bijdragen aan de ontwikkeling van een autismespectrumstoornis. Autisme wordt vaker bij mannen dan bij vrouwen gediagnosticeerd. Het is dan ook aannemelijk dat het vaak de vader is die de genmutatie doorgeeft aan het kind.
Symptomen autisme kind (0-24 maanden)
Heeft geen interesse in andere mensen bij 12 maanden. Lacht niet naar anderen bij 12 maanden. Reageert niet wanneer hij of zij wordt toegesproken bij 12 maanden. Maakt geen gebaren (wijzen, zwaaien) bij 12 maanden.
Autisme is aangeboren en kan niet worden genezen. Over het algemeen worden de eerste symptomen in de vroege kindertijd zichtbaar. Een betrouwbare diagnose kan worden gesteld vanaf dat een kind twee jaar oud is.
Vanaf welke leeftijd kan autisme worden vastgesteld? Vanaf een leeftijd van 24 maanden is de diagnose ASS betrouwbaar te stellen. Belangrijker is echter dat tijdige herkenning van achterstanden in de sociale en emotionele ontwikkeling, zodat bijtijds passende hulp geboden kan worden.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Geen oogcontact
Is je kleine niet zo gul met zijn starende blikken? Probeer je niet te snel zorgen te maken, de ene baby is hier sneller in dan de andere. Veel ouders zijn bang dat hun kindje een autistische stoornis heeft als hun baby niet of weinig oogcontact maakt. Autisme is een ontwikkelingsstoornis.
Baby's overstrekken vaak omdat er ergens in het lijfje iets mis is waar de baby last van heeft. De baby reageert vervolgens hierdoor veel slechter op externe prikkels. Hij of zij strekt dan zijn of haar rugspieren, strekt de armen en legt het hoofdje in de nek. Overstrekken is makkelijk te herkennen.
Meestal kan een baby al op de derde dag na zijn of haar geboorte glimlachen. Hoe lief dit er ook uitziet, dit is geen échte glimlach, maar een reflex. Net als de grijpreflex en de zuigreflex. Deze glimlach zie je vaak als je je baby kriebelt, in bed legt of zachtjes tegen hem of haar praat.
Alerte baby's worden vaak van een kleine prikkeling al wakker, zoals van het laten van een windje. Dit maakt het doorslapen voor deze groep baby's moeizamer. Een baby die te lang wakker is of te weinig slaap krijgt, kan de prikkels tussendoor niet verwerken en bouwt deze prikkels op.
Kenmerken autisme in communicatie
Vertragingen of verstoringen in de ontwikkeling van gesproken taal. Moeite hebben met het gaande houden van gesprekken. Vooral praten tegen iemand, in plaats van met iemand. Bijvoorbeeld veel praten over eigen interesses zonder na te gaan of de ander ook daarin geïnteresseerd is.
Kenmerken die vaak in verband worden gebracht met autisme zijn: Problemen op sociaal gebied/minder goed ontwikkelde sociale intuïtie. Moeite met (onverwachte) verandering. Dingen heel letterlijk nemen.
Ilja: 'Autisme heeft met de hersenen te maken en is aangeboren. Binnenkomende informatie wordt bij iemand met autisme anders verwerkt. Iemand met een autisme kan informatie niet goed filteren. Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen.
Een onrustige en overprikkelde baby kan je herkennen aan verschillende zaken. Vaak valt een gedragsverandering de ouders meteen op: de baby is schrikachtig en extreem alert, hij vindt moeilijk zijn slaap of wordt van elk geluidje terug wakker.
Als je vermoedt dat er bij een kind sprake is van autisme, ga hierover dan eerst in gesprek met de ouders. Herkennen zij of mensen uit hun omgeving wat jij ziet? Maken zij zelf of anderen in hun omgeving zich daar zorgen over?
Hij wordt zich heel erg bewust van zijn kleren, hij kan heel ijdel zijn en is heel bezitterig als het om zijn speelgoed gaat. Hij gaat nu kunst met een grote K maken: hij krast niet meer bij het tekenen, maar tekent nu bijvoorbeeld 'paarden', 'boten' en 'zichzelf. ' En hij kan echt van muziek genieten.
Mensen met autisme kennen geen emoties. Smalltalk, oogcontact of een knuffel… Mensen met autisme hebben het doorgaans moeilijk met sociale interactie. Als kind valt het hen al zwaar om vriendschap te sluiten met leeftijdgenoten en vaak komen ze ronduit ongeïnteresseerd over.
Volgens psychiater en hoogleraar autisme Wouter Staal is autisme de 'verzamelnaam voor gedragskenmerken die duiden op een kwetsbaarheid op de volgende gebieden: sociale interactie, communicatie, flexibiliteit in denken en handelen en het filteren en integreren van informatie.
"In een relatie is het geven en nemen", zegt Oscar, "maar als je met iemand met autisme bent, is het vooral geven. Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn.
'Bij autisme zijn de sociale voelsprieten anders afgesteld', legt Geurts uit. 'Mensen kunnen daardoor veel gevoeliger zijn en snel overweldigd raken door de sociale informatie die ze oppikken, of juist veel te weinig sociale informatie ophalen.