De apostrof, het weglatingsteken of het afkappingsteken is een leesteken in de vorm van een kommaatje bovenaan de regel ('). Sinds de introductie van schrijfmachines en vooral sinds de opgang van computers wordt voor de apostrof vaak hetzelfde teken gebruikt als voor het accent.
Er zijn twee soorten aanhalingstekens: enkele en dubbele. (1) “Dit zijn dubbele aanhalingstekens”, zei hij. (2) Aanhalingstekens worden 'geopend' en 'gesloten', zoals dat heet. Er bestaan geen vaste regels die voorschrijven wanneer er enkele of dubbele aanhalingstekens worden gebruikt.
Een apostrof (of aanspraak) is een stijlfiguur waarbij het woord tot een of meer personen wordt gericht. Vaak tegen een overleden of niet aanwezige persoon, of zelfs een object. Dit aanspreken van een tweede persoon, "jij" of "u", wordt in retorica's uit de klassieke oudheid gerekend tot de tropen.
De officiële benaming van het teken is 'ampersand'. Dat is waarschijnlijk een samentrekking van het Latijn/Engels 'et, per se and', hetgeen staat voor 'et betekent and' ('et betekent en'). Het teken (een 'e' en een 't' door elkaar) is al behoorlijk oud.
De tilde is het diakritisch teken ~. Meestal wordt het boven een letter aangebracht, maar onder andere in de natuurwetenschappen wordt het ook als zelfstandig symbool gebruikt.
De apostrof, het weglatingsteken of het afkappingsteken is een leesteken in de vorm van een kommaatje bovenaan de regel ('). Sinds de introductie van schrijfmachines en vooral sinds de opgang van computers wordt voor de apostrof vaak hetzelfde teken gebruikt als voor het accent.
Om uitspraakproblemen te voorkomen worden trema's en apostrofs gebruikt. Een trema gebruik je om te voorkomen dat een woord verkeerd wordt uitgesproken. Een apostrof gebruik je: als weglatingsteken: 's-Hertogenbosch,'s avonds.
Tip. Een apostrof kun je zien als een afbakening. Daarbij spreek je het woord dat voor de apostrof staat uit alsof het los staat.
Interpunctie betekent het gebruik van leestekens in een tekst. Leestekens zorgen ervoor dat de nadruk op de juiste plek komt te liggen. Als je een komma op een verkeerde plek gebruikt kan de zin een heel andere betekenis krijgen, bijvoorbeeld: 'Schiet op Oma' of 'Schiet op, Oma'.
komma {de}
comma {znw.}
Beginaanhaling: “Mag ik het bord schoonvegen?” vroeg ze. “Laat me binnen!” riep hij kwaad. 'Ik zou graag mijn opstel afgeven”, zei hij.
De dubbele punt betekent in het eerste deel van de zin meestal “het volgende” of “als volgt” en in het tweede deel van de zin meestal “namelijk”, “want” of “immers”. Wanneer gebruik je een puntkomma? Een puntkomma gebruik je tussen twee hoofdzinnen en bij opsommingen.
- worden gebruikt met enkele of dubbele tekens (' ' of “ ”), - worden gebruikt om een citaat weer te geven, - worden gebruikt om ironie weer te geven, - worden gebruikt om te verwijzen naar een woord in de tekst of naar een titel.
Interpunctie is de term voor het gebruik van leestekens. Denk aan punten, komma's en uitroeptekens.
Het trema of deelteken is een diakritisch teken in de vorm van twee punten die, naast elkaar, boven een klinker geplaatst worden. Als het trema op de letter i geplaatst wordt, vervalt de gewone punt en wordt deze vervangen door het trema.
Hoe heten de twee puntjes op een klinker, zoals in föhn en financiën? De puntjes op de o van föhn zijn een umlaut. De puntjes op de e van financiën zijn een trema. Een trema geeft het begin van een nieuwe lettergreep aan, bijvoorbeeld in financiën, coördinatie en reünie.
De apostrof wordt gebruikt bij de meervouds-s van woorden die eindigen op a, e, i, o, u of y, voorafgegaan door een medeklinkerletter of lettergreepgrens. (De e moet klinken als /ee/.) opa's, azalea's, ave's, ski's, auto's, accu's, baby's.
je gebruikt een apostrof als je een klinker aan het eind van een lettergreep open en lang wilt houden. Stel, je hebt het boek van Fatima. Als je Fatimas boek schrijft, wordt de laatste a te kort.
apostrophe {znw.}
Ñ ( /enje/ — Spaans: eñe) wordt in de Spaanse taal gebruikt voor een palatale n-klank. De combinatie nj, zoals in Spanje en signaal, is een redelijke benadering van de uitspraak. Het is in het Spaanse alfabet een aparte letter, gealfabetiseerd tussen N en O.
Het (is)gelijkteken of gelijkheidsteken (in België veelal met is gelijk aan aangeduid) is de naam van het wiskundige symbool =. Dit teken geeft de gelijkheid aan van de twee operanden waar het tussen staat.