'Het Antropoceen,' wordt het huidige tijdperk nu door geologen genoemd, vooralsnog onofficieel.
Middeleeuwen (476 - 1450) Nieuwe Tijd (1492 - 1750) Moderne Tijd (1750 - 1945) Hedendaagse geschiedenis (1945 - ...)
Era's zijn zeer lange tijdperken; ze vormen grote delen van de geologische geschiedenis. Een era is onderverdeeld in periodes, en is een onderverdeling van een nog langer soort tijdperk, dat eon wordt genoemd. De lengte van era's kan variëren van 400 Ma voor het Paleoarcheïcum tot 65,5 Ma voor het Cenozoïcum.
Het Antropoceen begint daar waar het Holoceen eindigt. Beide tijdvakken zouden dan vallen binnen het Kwartair.
Wat is het antropoceen? Het begrip antropoceen werd gelanceerd door de Nederlandse Nobelprijswinnaar Paul Crutzen. Het betekent 'geologisch tijdperk van de mens', waarin de (desastreuze) invloed van de mens overal op aarde aanwezig is.
Het Pleistoceen is in de geologische tijdschaal een tijdvak van 2,58 miljoen (Ma) tot 11,7 duizend jaar (ka) geleden, én tegelijk de serie gesteentes met die ouderdom (in het verleden ook wel het "diluvium" genoemd). Het Pleistoceen is de vroegste of onderste onderverdeling van het Kwartair.
Het Holoceen begon 11,700 jaar geleden en is het relatief warme geologische tijdvak waarin wij nu leven. Deze periode wordt gekenmerkt door de stijging van de zeespiegel na de laatste ijstijd, als gevolg van het afsmelten van de ijskappen.
Het Holoceen is een geologische tijdvak van 11.700 jaar geleden tot nu. Aan het relatief warme Holoceen ging een ijstijd vooraf die meer dan 100.000 jaar duurde. Nederland was een koude dunbevolkte steppe die zich tot ver in de Noordzee uitstrekte.
Het geologisch tijdperk Kwartair (in België: Quartair) is in de geologische tijdschaal de jongste periode en in de stratigrafische kolom het bovenste systeem. Het Kwartair beslaat de tijdspanne van 2,58 miljoen jaar (Ma) geleden tot heden en is de jongste, bovenste of laatste onderverdeling van de eratheem Cenozoïcum.
Een glaciaal of ijstijd is een periode in de geschiedenis, waarin het klimaat op aarde aanzienlijk kouder was dan tegenwoordig. De laatste koude periode, het Weichselien, eindigde 11.700 jaar geleden. Het Weichselien is bekend als 'de laatste ijstijd'.
Het Aquarius tijdperk is een begrip uit de astrologie. Het is een van de twaalf grote tijdperken die de namen hebben van de twaalf tekens uit de dierenriem. Elk tijdperk duurt 2150 jaar, en maakt deel uit van een cyclus van in totaal 25800 jaar.
De Vroegmoderne Tijd (ca. 1450-1800) is een specifiek door historici vastgesteld tijdvak dat ook wel eens aangeduid wordt als de Nieuwe Tijd of als ancien régime. Deze historische periode begon omstreeks het einde van de middeleeuwen en duurde tot de moderne tijd, die rond 1800 begon.
Kenmerkende aspecten: Wereldwijde handel en de wereldeconomie. Het bestuur en de culturele ontwikkelingen in Nederland.
In de afgelopen drie miljoen jaar zijn er tussen de twintig en dertig ijstijden geweest. In minstens twee daarvan, het Elsterien (tussen ongeveer 475.000 en 410.000 jaar geleden) en het Saalien (tussen ongeveer 280.000 en 130.000 jaar geleden), bereikten de ijskappen Nederland.
Traditionele indeling: vier glacialen
De enige twee perioden waarvan met zekerheid bekend is dat gletsjers tot in Noord-Nederland reikten zijn de Saale- en Elster-glacialen.
Het Tertiaire tijdperk, dat 70 miljoen jaar geleden begon wordt vooral gekenmerkt door de grote verandering in het dierenleven. De koudbloedige reptielen lieten het land over aan warmbloedige zoogdieren en vogels. Ook de ammonieten uit de Jura- en Krijt-periode waren opeens geheel uitgestorven.
Waren er alleen ijstijden in Europa? Nee, ook in Noord-Amerika en Azie.
Volgens de officiële kaart van het geologisch verleden bevinden we ons nu in geologisch tijdperk Kwartair, de derde periode uit het Cenozoïcum-era. Het Kwartair is weer onderverdeeld in tijdvakken: het Pleistoceen, dat liep van 2,58 miljoen jaar (Ma) geleden tot 11.700 jaar geleden, en het huidige Holoceen.
Het Saalien was de voorlaatste ijstijd (het voorlaatste glaciaal). Het werd voorafgegaan door een warmere periode, het Oostermeer Interglaciaal en gevolgd door het Eemien. Het Saalien is de laatste etage van het Midden Pleistoceen.
Gedurende het Holoceen is de zeespiegel in het Noordzeegebied ongeveer 65 m gestegen ten opzichte van NAP (Jelgersma, 1980, p. 444).
Na het Eemien werd het langzaam kouder en droger en begon het Weichselien (116.000-10.500 jaar geleden). De zee trok zich steeds verder terug omdat veel zeewater door de dalende temperaturen werd vastgelegd in poolijs.
Nederland in het Vroeg-Pleistoceen
Op het land kwamen in warme periodes bossen tot ontwikkeling, in koude periodes steppen en toendra's, waarop grote grazers overvloedig voedsel vonden. De Noordzee stond in die tijd nog niet via het Kanaal in verbinding met de Atlantische Oceaan.
Geologische periode van het Kwartair, van 2,3 miljoen jaar geleden tot 10.000 jaar geleden, gekenmerkt door afwisselende koude periodes (glacialen of ijstijden) en warme tussenijstijden (interglacialen). De binnen de glacialen waargenomen relatief warme perioden worden interstadialen genoemd.
Hier vind je een samenvatting van alle kenmerkende aspecten, kernbegrippen, onderwerpen, oefentoetsen en andere leermiddelen die horen bij de tijd van Ontdekkers en Hervormers (1500 – 1600).