Standen. In de 18de eeuw kende Frankrijk drie standen: de adel (baronnen, hertogen), de geestelijkheid (de kerk) en de burgerij (Derde Stand).
We onderscheiden over het algemeen drie standen: de geestelijkheid, de adel en de boeren en burgers. Onder de geestelijkheid rekenen we de mensen die in de kerk werkten, zoals monniken, priesters, bisschoppen en nonnen. Er was een constante strijd tussen de geestelijkheid en de adel om de macht.
Er waren drie standen de eerste stand was de geestelijkheid, de tweede stand was de adel en de derde stand waren de boeren, ambachtslui en burgers. De meeste mensen behoorden tot de derde stand.
De eerste stand was de geestelijkheid. De mensen in deze groep werden ook wel 'zij die bidden genoemd'. Dit waren namelijk mensen die zich bezig hielden met het geloof: de bisschoppen, monniken en priesters. Aan het hoofd van de kerk stond de paus.
De tweede stand was de adel. Ook zij hadden veel voorrechten. De adel hoefde ook geen belastingen te betalen en hoefde geen arbeid te verrichten. Zij hadden ook het vruchtgebruik wanneer ze leenden bij een leenman (zie leenstelsel).
De middeleeuwse standenmaatschappij zou bestaan uit: de eerste stand, de geestelijkheid; de tweede stand, de adel; de derde stand, op het platteland de boeren, en in de steden de burgers.
De staatsschuld was intussen heel hoog opgelopen en het lukte verschillende ministers niet om deze weg te werken, ook door tegenwerking van Marie-Antoinette. Mede hierdoor was er veel ontevredenheid onder het Franse volk, vooral bij de derde stand.
Tijdens de Terreur (1793-1794) werden onder de leiding van Robespierre zo'n 40.000 mensen geëxecuteerd. Hijzelf onderging dit lot na een staatsgreep op de 9e Thermidor van het jaar II (= 27 juli 1794), samen met 23 aanhangers.
Voor de Franse Revolutie was er een periode waarin vorsten in Europa de absolute macht hadden. Deze periode werd ook wel het a ncien régime genoemd. Het gewone volk had niets te zeggen en werd onderdrukt door de koning, de adel en de geestelijkheid. De ontevredenheid onder het Franse volk nam echter steeds meer toe.
Adel in de middeleeuwen
In de middeleeuwen omringde de vorsten zich met krijgslieden en raadgevers. Zij vormden na verloop van tijd als 'ridderschap' een stand in de statenvergadering. In deze statenvergadering spraken edelen, burgers van de steden en soms ook de geestelijkheid met de vorst mee over landszaken.
De term clerus verwijst naar iets dat als deel tot iets groters behoort. In de katholieke betekenis is de clerus een bepaalde groep gelovigen binnen de Kerk. De katholieke clerus bestaat tegenwoordig uit allen die het Sacrament van de Wijding hebben ontvangen. Dat zijn dus alle diakens, priesters en bisschoppen.
Een geestelijke is iemand die, vaak door een bepaalde religieuze wijding, de bevoegdheid heeft gekregen om godsdienstonderricht te geven en/of bepaalde gewijde handelingen te verrichten en/of religieuze bestuursfuncties uit te oefenen.
De Conventie stemde op 16 en 17 januari 1793 voor oplegging van de doodstraf. De koning werd beschuldigd van het samenzweren tegen de algemene veiligheid van de Staat. Vier dagen later, 21 januari 1793, werd het vonnis op de Place de la Révolution (nu Place de la Concorde) voltrokken met de guillotine.
Le Quatorze Juillet, ofwel 14 juillet is de grootste nationale feestdag in Frankrijk. Tijdens dit grote volksfeest vieren de Fransen de bestorming van de Bastille in 1789, dat het begin aanduidde van de Franse Revolutie.
Robespierre zou als een soort hogepriester optreden. Dit festival viel door een regenbui in het water. Toen op 26 juli 1794 Robespierre een nieuwe golf van terreur wilde aankondigen, werd hem het woord ontnomen. Hij werd gevangengezet.
Jazeker, nog ruim tien seconden. Althans in proefdierhersenen, volgens onderzoek van biologen Mikeska en Klemm uit 1975. Maar of die hersenactiviteit – met elektroden te meten als hersengolven – gelijk staat aan bewustzijn, wordt door dezelfde auteurs betwijfeld.
Een correct uitgevoerde onthoofding waarbij één slag genoeg is, is een snelle en relatief pijnloze manier om te overlijden. Sommige experts schatten dat je binnen een paar seconden het bewustzijn verliest door de snelle bloeddrukverlaging in de hersenen.
Guillotin's belangrijkste reden is dat onthoofding met de guillotine humaner is. Het schuine mes valt namelijk zo snel, dat het bijna pijnloos moet zijn. Dit systeem van ter dood brengen is niet nieuw, het wordt in andere landen ook al gebruikt, zij het met een recht of een rond mes.
De man achter de revolutionaire Terreur, Robespierre, werd zelf geëxecuteerd nadat hij duizenden mensen de dood in had gejaagd. In september 1793 brak in Frankrijk een donkere tijd aan, die later bekend is geworden als de Terreur.
Bonaparte kreeg onder de Eerste Franse Republiek bekendheid. Hij wist de Eerste en Tweede Coalitie tegen Frankrijk te verslaan. In 1799 pleegde hij een staatsgreep, waarna hij zichzelf als eerste consul installeerde. In 1804 liet hij zich tot keizer van Frankrijk uitroepen.
Deze periode in Frankrijk wordt ook wel het ancien régime genoemd. Vooral koning Lodewijk XIV zag zichzelf als een groot en belangrijk vorst. Hij vond dat niets de macht van de koning mocht beperkten en liet zich de Zonnekoning noemen; alles moest om hem heen draaien.
Er ontstaat een nieuw belangrijk gebied in de Vroege Middeleeuwen: Holland. In 1250 is het graafschap qua omvang af. De Hollandse Graven krijgen steeds meer macht. In Noord-Holland zijn de Friezen verjaagd.
De middeleeuwse samenleving was ingedeeld in standen. Bovenaan stond de koning of keizer met daaronder de geestelijken. Daarna de edelen (graven, hertogen en ridders) en onderaan de boeren en burgers. Rond 800 behoorde Nederland tot het Frankische rijk, met Karel de Grote als koning.
De Geschiedenis van Nederland is de naam voor de geschiedenis van het land dat nu Nederland heet maar vroeger ook bekend stond als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de Bataafse Republiek en nog veel meer.