Een groene streep op de weg geeft aan dat de maximumsnelheid hier 100km/u is. De brede groene middenstreep maakt je extra alert op het gevaar van inhalen. Een groene streep op de weg met een onderbroken lijn geeft aan dat je op de weg wel mag inhalen. Aan de strepen kun je zien hoe hard je mag rijden.
De groene middenstreep geeft aan dat u op een autoweg rijdt, tenzij verkeersborden een lagere maximumsnelheid aangeven. Dat betekent dat u maximaal 100 km/uur mag rijden. De brede groene middenstreep maakt u extra alert op het gevaar van inhalen.
a. voor motorvoertuigen op autosnelwegen 130 km per uur, op autowegen 100 km per uur en op andere wegen 80 km per uur; Binnen de bebouwde kom geldt in beginsel een maximumsnelheid van 50 km per uur.
Is de dubbele streep in het midden doorgetrokken, dan mag je niet inhalen. Bij een onderbroken witte lijn mag dat uiteraard wel, tenzij er een bord staat dat dit verbiedt. De kleur groen komt trouwens van het idee van een middenberm. Geheugensteun: groen staat vaak voor goed, geen gevaar dus.
70 km/u. Buiten de bebouwde kom is de maximumsnelheid 70 km/u. Er moet dus geen verkeersbord geplaatst worden om je aan deze limiet te doen herinneren. Let op, in Wallonië en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is de maximumsnelheid buiten de bebouwde kom nog steeds 90 km/u.
In Nederland geldt overdag (van 06.00 tot 19.00 uur) op alle snelwegen een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur. Met uitzondering van de trajecten waar nu ook een aangepaste limiet van 80 kilometer per uur geldt.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
Hoe zie ik hoe hard ik mag rijden? Verkeersborden langs of boven de weg geven de maximumsnelheid aan. Houd de borden in de gaten als je wilt weten hoe hard je ergens mag. Omdat de maximumsnelheid in de avond en nacht hoger is dan overdag, hebben veel borden een zogeheten tijdvenster.
Er geldt geen minimumsnelheid voor wegverkeer. Als u te langzaam rijdt kunt u wel het overige verkeer hinderen of in gevaar brengen. U krijgt dan een boete.
Hoe hard je ergens mag rijden kun je over het algemeen aan de bebording zien. Rijd je voorbij een bord met daarop een plaatsnaam? Dan rijd je binnen de bebouwde kom en mag je 50 km/h.
Maximumsnelheid: 80 kilometer per uur
Zodra je de bebouwde kom verlaat geldt, tenzij anders aangegeven, een limiet van 80 kilometer per uur voor de doorgaande provinciale wegen. Toch zijn er tegenwoordig ook veel wegen waar je 60 kilometer per uur mag.
' Autoredacteur Niek Schenk antwoordt: 'U dient zich te allen tijde aan de maximumsnelheid te houden, ook tijdens een inhaalmanoeuvre. Het is een algemene regel: rij je overdag op een Nederlandse snelweg, dan is overal en altijd 100 kilometer per uur de toegestane maximumsnelheid.
Dit betekent dus dat je niet mag inhalen, niet mag keren, niet aan de linkerzijde van de weg parkeren of naar links een weg of een inrit inrijden. Je mag je nu helemaal niet links van de streep bevinden. Soms zijn er 2 strepen, En een doorgetrokken streep en een onderbroken streep naast elkaar, zoals op de foto.
Als aan de kant van de rijbaan een gele doorgetrokken streep is aangebracht, dan mag u langs die zijde van de rijbaan niet stilstaan (of parkeren). Parkeer in de daarvoor aangegeven vakken. Even stilstaan voor in- en uitstappen mag dus ook niet.
Maximumsnelheid omlaag. Op 16 maart om 6.00 uur is de maximumsnelheid op alle Nederlandse snelwegen overdag 100 kilometer per uur. Als je meer dan 107 kilometer per uur rijdt, riskeer je een boete van minstens €33.
Op autowegen geldt standaard een maximumsnelheid van 100 km/h, doch zijn vele autowegen uitgevoerd met snelheden van 80 en 70 km/h. Daar ontstaat vaak de vergissing bij weggebruikers die de verkeersregels niet voldoende kennen, door standaard 80 km/h te rijden op een autoweg.
Autowegen in de Nederlandse wegcategorisering
Tot 1990 kende men in Nederland de benamingen 'autoweg' en 'autoweg met gescheiden rijbanen en ongelijkvloerse kruisingen'. De laatste heet sindsdien 'autosnelweg' en is dus geen autoweg meer.
Om je te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Dit kan zijn een voetgangersoversteekplaats, gevaarlijk kruispunt of een ander gevaarlijk punt.
Een gebiedsontsluitingsweg (GOW) is in de Nederlandse wegcategorisering een weg met gelijkvloerse kruisingen die is bedoeld om landelijk of stedelijk gebied te ontsluiten.
Het beste antwoord. Dit zijn meetpunten. Ze worden vliegschijven genoemd. Het zijn belangrijke hulpmiddelen bij het maken van gedetailleerde landkaarten en plattegronden.
Er zijn verschillende types flitspalen met allemaal een andere snelheid. Gatso laat weten dat over het algemeen de meeste flitsers tot minimaal 250 km/u werken, maar sommige tot wel 350 km/u. Rij je sneller dan de gecertificeerde snelheid, dan kun je in theorie aan een verkeersboete ontsnappen.
Om met 100% zekerheid te kunnen garanderen dat iemand te hard heeft gereden, trekt de politie van de gemeten snelheid een paar kilometer af. De meetcorrecties zijn: bij minder dan 100 km/u: 3 kilometer meetcorrectie. bij meer dan 100 km/u: 3 procent meetcorrectie.
2. Ondergrens voor bekeuren Op de meeste wegen geldt een ondergrens van 4 km/u voordat wordt bekeurd. Alleen op autosnelwegen waar 130 is toegestaan, is geen ondergrens. Hier wordt vanaf 1 km/u te hard bekeurd.