Woonerven bestaan sinds 1976 onder de woonerfregeling. Daarnaast waren er informele boerenerven en winkelerven. In 1989 zijn deze verschillende soorten erven onder de noemer 'erf' samengevoegd in de regeling van woonerf naar erf. De snelheidslimiet op een erf is 15 km/uur (oorspronkelijk aangeduid als stapvoets).
In een erf is de maximumsnelheid 15 km/uur. Dit geldt voor alle bestuurders. Een woonerf heeft een verblijfsfunctie.
Maximumsnelheid: 50 kilometer per uur
Binnen de bebouwde kom geldt over het algemeen een snelheidslimiet van 50 kilometer per uur, tenzij anders aangegeven. Het plaatsnaambord zelf impliceert ook een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur. Tegenwoordig wordt het bebouwde kom-bord ook wel gecombineerd met een 30-bord.
(Tijdelijk) woonerf. In rustige straten kan de ruimte herverdeeld worden door ze om te vormen tot 'woonerf'. Auto's mogen er maximaal 20 km/u rijden en voetgangers en fietsers mogen de volledige breedte van de openbare weg gebruiken. Dit geeft meer ruimte aan voetgangers en fietsers en maakt fysieke afstand mogelijk.
Het simpele antwoord is: kijk naar de verkeersborden langs de weg. Want daar wordt het - als het goed is - duidelijk op aangegeven. Staat er één bord dat 100 kilometer per uur als maximumsnelheid tussen 06:00 en 19:00 aangeeft? Dan mag u na 19:00 uur 130 kilometer per uur rijden.
Op de autosnelwegen, kortweg snelwegen, geldt tussen 06.00 en 19.00 uur meestal een maximumsnelheid van 100 km/h. Buiten deze tijden mag u op plaatsen waar dat qua verkeersveiligheid en leefbaarheid kan, 120 of 130 km/h rijden. Op de N-wegen geldt een maximumsnelheid van 80 of 100 km/h.
Woonerven bestaan sinds 1976 onder de woonerfregeling. Daarnaast waren er informele boerenerven en winkelerven. In 1989 zijn deze verschillende soorten erven onder de noemer 'erf' samengevoegd in de regeling van woonerf naar erf. De snelheidslimiet op een erf is 15 km/uur (oorspronkelijk aangeduid als stapvoets).
Welke regels gelden in een (woon)erf? Je mag als voetganger de ganse breedte van de openbare weg gebruiken; ook spelen is er toegelaten. Als bestuurder mag je voetgangers niet in gevaar brengen en hen niet hinderen. Indien nodig moet je dan stoppen.
Snelheid in een schoolstraat
Bestuurders die in een schoolstraat mogen rijden, moeten dit stapvoets doen. Staan er snelheidsborden (voorbeeld 30), dan geldt die snelheid. Bestuurders moeten voorrang verlenen aan voetgangers en fietsers, ze niet in gevaar brengen of hinderen.
Een belangrijke misvatting betreft de snelheid: binnen een woonerf is de snelheid voor alle gebruikers beperkt tot 20 km per uur, en niet tot 30 km per uur zoals velen denken. Voetgangers mogen er immers de volledige breedte van de openbare weg gebruiken; bovendien is spelen op de openbare weg eveneens toegelaten.
Er is meer duidelijk over waar vanaf volgend jaar ook overdag 130 kilometer per uur gereden kan worden. Het gaat om de A7-Afsluitdijk, tussen Stevinsluizen en Lorentzsluizen, de A7 tussen de aansluiting Winschoten en de grens met Duitsland, en de A6 tussen Lelystad-Noord en de Ketelbrug.
Ook wanneer je te traag rijdt kan je een boete krijgen: "Je mag geen andere bestuurders hinderen" Niet alleen wie te snel rijdt, maar ook wie te traag met de wagen rijdt, kan daarvoor beboet worden.
Tip examen Maar opgelet, als er een bord maximaal 30 km/u boven het bord bebouwde kom is geplaatst, geldt deze 30 km/u in de hele bebouwde kom!
Het begin en einde van een 30km/uur-gebied moeten duidelijk herkenbaar zijn door een poortconstructie: met borden, ondersteund door een in- en uitritconstructie. Binnen een 30km/uur-gebied heeft verkeer van rechts voorrang; er zijn in beginsel geen voorrangswegen of -kruispunten.
Fietsers worden meestal om de versmalling geleid. Sluisje Plaatselijke versmalling van de rijbaan met aan de ene én vervolgens de andere kant kort achter elkaar een obstakel. Dit wordt ook wel aangeduid als met een 'asverspringing'.
Een fietser mag een andere fietser wel inhalen.Het inhaalverbod geldt enkel voor de bestuurders van motorvoertuigen. De snelheid in een fietsstraat is beperkt tot 30 km per uur. Dat geldt ook voor de fietsers zelf.
Kruispunten en rotondes
Binnen de bebouwde kom liggen deze kruispunten in een verblijfsgebied die veelal als 30 km/uur zone of erf. Buiten de bebouwde kom liggen ze in 60 km/uur zone. Bestuurders van rechts hebben op deze kruispunten voorrang.
Voorrangsregels woonerf
Op een woonerf gelden geen speciale voorrangsregels. Voetgangers en fietsers hebben dus niet altijd voorrang op een woonerf, zoals sommige mensen denken. Bij het inrijden of verlaten van een woonerf kan er sprake zijn van een uitrit, waar bestuurders al het andere verkeer voor moeten laten gaan.
Verkeersregels op een woonerf
Naast een eigen verkeersbord heeft een woonerf een aantal specifieke regels: Automobilisten moeten stapvoets rijden. Dat betekent dat de maximumsnelheid op een woonerf 15 km/u is. Fietsers mogen dus ook niet harder dan deze snelheid rijden.
Voorrang woonerf
In een woonerf of 30 km zone gelden de normale voorrangsregels. Bij een gelijkwaardig kruispunt hebben bestuurders van rechts dus voorrang. Kom je uit een uitritconstructie (bijvoorbeeld hoogteverschil door een oprit)? Dan moet je alle weggebruikers voor laten gaan.
Deze markering benadrukt het hoogteverschil. Je rijdt een drempel op. Een kruising met deze markering aan alle zijden is een gelijkwaardige kruising. Hier hebben bestuurders van rechts voorrang.
In een erf geldt een maximale snelheid van 15 km/h. Dit geldt voor alle bestuurders. In een erf kun je ook te maken krijgen met auto's, fietsers en spelende kinderen.
Maar in Nederland staan er inmiddels altijd beperkende borden langs de autosnelweg. Dit zijn meestal de borden die aangeven dat je tussen 6 uur 's ochtends en 7 uur 's avonds maximaal 100 km/u mag. Buiten die tijden mag je dan gewoon weer 130 km/u rijden.
Snelheid in een schoolstraat
Bestuurders die in een schoolstraat mogen rijden, moeten dit stapvoets (10 km/uur) doen. Staan er snelheidsborden (voorbeeld 30), dan geldt die snelheid. Bestuurders moeten voorrang verlenen aan voetgangers en fietsers, ze niet in gevaar brengen of hinderen.