Als je dicht op je onderwerp staat, bijvoorbeeld op minder dan 1 meter afstand, dan ontstaat er weinig scherptediepte in je beeld. Neem je wat meer afstand, dan zul je ook meer scherptediepte in je foto terugzien.
Foto's maken met een wazige achtergrond (bokeh), waarbij het onderwerp helemaal of gedeeltelijk scherp is, hoe doe je dat? Elke fotograaf wil graag foto's kunnen maken met een wazige/onscherpe achtergrond, zodat de aandacht vooral naar het onderwerp gaat.
Bij een foto waar het onderwerp scherp is maar de achtergrond wazig spreken we over een kleine scherptediepte. De grootte van de scherptediepte wordt bepaald door een aantal factoren waaronder de kwaliteit van de lens, de gebruikte diafragmaopening en de afstand waarop scherp gesteld wordt.
Wil je een foto met een wazige achtergrond, gebruik dan een grote diafragma-opening zoals f/1.8 of f/2.8 en stel scherp op je onderwerp. Het diafragmagetal is ook afhankelijk van het objectief dat je gebruikt.
Op een geavanceerde systeemcamera zit er bovenop het toestel meestal een wieltje waarmee je het diafragma bepaalt. Open via het scherm de diafragma-instellingen en kies de waarde die je nodig hebt. Of kies door aan het wieltje te draaien het juiste diafragma.
Scherptediepte is de afstand tussen de dichtstbijzijnde en verste punten die acceptabel scherp worden afgebeeld. Deze afstand wordt beïnvloed door de kwaliteit van de lens, het lichtgevoelige materiaal, de gebruikte diafragmaopening en de afstand waarop wordt scherpgesteld.
Door te spelen met de voorgrond, kun je diepte creëren. Bijvoorbeeld als je niet scherp stelt op een voorwerp maar wel op jouw onderwerp, ontstaat een foto waarin diepte te zien is. Denk aan heel erg laag fotograferen waardoor het gras onscherp wordt.
Grootste diafragma staat op de lens, vaak staat er bijv. f/3.5-5.6. Dat betekent grootst diafragma is f/3.5 (als je niet inzoomt) en als je wel inzoomt is grootste diafragma f/5.6. Wel kan je altijd een kleiner diafragma kiezen, dus je kan bijvoorbeeld ook f/11 kiezen.
Als uw telefoon Live Bokeh ondersteunt, kunt u foto's scherpstellen voordat en nadat u ze maakt.
Bokeh in uw foto's krijgen
Gebruik een objectief met een diafragma van ten minste f/2.8, terwijl een groter diafragma van f/2, f/1.8 of f/1.4 nog beter is. Veel fotografen gebruiken graag een lichtsterk vast-brandpunt-objectief als ze foto's willen maken met zichtbare bokeh.
Met een klein diafragma wordt een kleine diafragmaopening bedoeld en een groot f-getal. Nu denk je dat je een kleine diafragmaopening moet kiezen van f 16 of f 22 voor de meeste scherpte. Dat is niet zo. De meeste scherpte krijg je door je diafragma tussen f 8 en f 11 in te stellen.
Een groot diafragma (open lens) wordt aangegeven met een laag of klein f-getal. Een klein diafragma (gesloten lens) wordt aangeduid met een hoog of groot f-getal. Hoe lager het getal, hoe groter het diafragma en hoe kleiner de scherptediepte is. Er is een kleiner gebied scherp.
Veel objectieven fungeren het best (zijn op hun 'scherpst') bij een diafragma-opening van f/11. Check het boekje van je objectief voor de optimale waarde en doe er je voordeel mee!
DE HYPERFOCALE AFSTAND IS EEN SCHERPSTELAFSTAND BIJ EEN GEGEVEN BRANDPUNTSAFSTAND EN DIAFRAGMA, WAARBIJ DE GROOTST MOGELIJKE SCHERPTE-DIEPTE BEREIKT WORDT. INDIEN DE LENS OP DEZE AFSTAND WORDT GEFOCUST ZULLEN ALLE ONDERWERPEN VANAF DE HELFT VAN DEZE AFSTAND TOT ONEINDIG SCHERP WORDEN WEERGEGEVEN.
Door te spelen met je diafragma kun je een meer of minder scherpe voor- en achtergrond in je foto creëren. De kwaliteit van deze onscherpe delen noemen we bokeh. Het diafragma geeft je de mogelijkheid om creatief te fotograferen. Jij als fotograaf beslist wat je wel of niet scherp wilt hebben.
DOF is een afkorting voor "depth of field". Dit is de veel gebruikte Engelse term voor scherptediepte. Spelen met DOF is spelen met scherpte en vaagheid. Dit is vooral bij natuurfotografen die met macrofotografie bezig zijn een belangrijk thema.
Welke sluitertijd moet je kiezen bij beweging? Voor een portretfotografie kun je je camera het beste instellen op 1/250 seconde. Personen bewegen nu eenmaal. Wil je een foto maken van een spelend kind, een sporter of een beweeglijk hier, dan kun je je sluitertijd het beste instellen op 1/1000 tot 1/1250 seconde.
Zoals hierboven vermeld, wordt diafragma in je camera aangegeven door een f-waarde. Dit gaat in zogeheten f-stops, waarbij het licht wat de sensor raakt per stop gehalveerd of verdubbeld wordt. Dus bijvoorbeeld: f/4 laat twee keer zoveel licht door als f/5.6, en f/8 laat weer twee keer zo weinig licht door als f/5.6.
Naast de bedieningsknop bovenop je spiegelreflexcamera vind je een draaiwiel. Je draait dit wiel naar rechts voor een korte sluitertijd, en naar links voor een langere sluitertijd. Je ziet de sluitertijd als het goed is op het display van je camera veranderen.
De sluitertijd bepaalt hoe lang er licht op de sensor van je camera valt. Zo lang de sluiter van je camera open staat, komt er licht op de sensor. Hoe lang de sluiter open staat, heeft invloed op hoe een beweging in beeld komt: bewogen of 'bevroren'.
Een lens voor portretfotografie heeft meestal een brandpuntsafstand van meer dan 85 mm, zoals de Canon RF 85mm F2 MACRO IS STM. Deze lens is voorzien van een lichtgewicht constructie en 5-stops beeldstabilisatie voor perfecte portretfotografie vanuit de hand.