Van de mensen die een beroerte overleven, krijgt één derde binnen vijf jaar een nieuwe beroerte of overlijdt. Hierbij spelen risicofactoren zoals hoge bloeddruk en leefstijlfactoren (weinig bewegen en roken) een grote rol.
Er bestaat een kans dat een herseninfarct zich herhaalt, maar met goede behandeling van de risicofactoren is deze kans gelukkig niet groot. Dit risico is ook afhankelijk van de oorzaak en de hoeveelheid risicofactoren die een patiënt heeft.
Van de mensen met een herseninfarct overlijdt 14% binnen 30 dagen en van de mensen met een intracerebrale bloeding is dat zelfs 50%. Van de mensen die overleeft blijft een aanzienlijk deel afhankelijk van anderen bij het dagelijks functioneren.
De eerste 4 weken is de kans op een nieuwe beroerte en op overlijden het grootst. In het ziekenhuis letten artsen daarom heel goed op je. Na een herseninfarct kan 1 van de 2 mensen na 6 maanden weer voor zichzelf zorgen. Na een hersenbloeding kan 1 van de 3 mensen na 6 maanden weer voor zichzelf zorgen.
Onder een gezonde levensstijl verstaan we: niet roken, een gezond gewicht krijgen of behouden, matig alcoholgebruik en beweging. Verder is het belangrijk dat u regelmatig uw bloeddruk en bloedsuikers (voor diabeten) laat controleren, en in sommige gevallen uw medicatie volgens afspraak inneemt.
Patiënten met een herseninfarct hebben een vijf keer hogere overlijdenskans. Bij patiënten met een hersenbloeding is de kans op overlijden zelfs meer dan acht keer zo groot.”
Van de mensen die een beroerte overleven, krijgt één derde binnen vijf jaar een nieuwe beroerte of overlijdt. Hierbij spelen risicofactoren zoals hoge bloeddruk en leefstijlfactoren (weinig bewegen en roken) een grote rol.
In de eerste plaats geeft chronische stress een verhoogd risico op hart- en vaatproblemen. Eerst raakt namelijk de vethuishouding verstoord en de bloeddruk verhoogd, wat kan leiden tot aderverkalking en trombose, en dus een verhoogde kans op een hart- of herseninfarct.
Waarschuwingstekens voor een beroerte
Plotse gevoelsstoornissen in gelaat, arm of been. Plotse last om te spreken of om mensen te verstaan. Plotse blindheid of een wazig zicht uit een of beide ogen. Plotse duizeligheid of evenwichtsstoornissen.
Medicijnen na een herseninfarct of TIA
Na een herseninfarct of TIA krijgt u medicijnen om de kans op nóg een herseninfarct of TIA te verkleinen. Deze medicijnen blijft u in principe uw leven lang gebruiken.
Het korte antwoord: ja, dat kan.
Wat de vooruitzichten zijn na een herseninfarct, hangt af van de plek waar het infarct is ontstaan en of de behandeling op tijd is gestart. Ook leeftijd en de ernst van het infarct spelen een rol. De eerste weken na de CVA zijn daarom het belangrijkst. Dan vindt het meeste herstel plaats.
Clopidogrel + acetylsalicylzuur ≤ 21 dagen bij hoogrisico-TIA of licht herseninfarct. Geef gedurende ≤ 21 dagen, mits gestart < 24 uur na het ontstaan van de uitvalsverschijnselen.
Risicofactoren voor het krijgen van een hersenbloeding zijn: hoge bloeddruk. als complicatie bij het gebruik van bloedverdunners (zoals sintrom) overmatig alcoholgebruik.
De revalidatie start al tijdens de opname in het ziekenhuis, want het lichaam en de hersenen moeten snel weer worden geactiveerd. Gemiddeld duurt de revalidatiefase een halfjaar. Vooral in de eerste maanden na het infarct is het meeste herstel te verwachten.
Je kan een beroerte voorkomen door je cardiovasculaire risicofactoren te verlagen: laat een (te) hoge bloeddruk vroegtijdig behandelen. rook niet. beperk je alcoholgebruik (drink niet meer dan 2 glazen alcohol per dag)
Denken, plannen en onthouden. Logisch nadenken, onthouden en leren gaan minder goed dan voorheen: Je hebt moeite om dingen te onthouden, zoals namen of boodschappen. Dingen logisch op een rijtje zetten lukt minder goed.
Enkele voorbeelden van gevolgen zijn: verlamming in het lichaam of gezicht, vaak aan één kant van je lichaam. stijve spieren of spieren die plotseling bewegen zonder dat je dat wil (spasticiteit) in je armen of benen. gevoelloosheid en tintelingen, vaak aan één kant van je lichaam.
In de halsslagaders kunnen vernauwingen ontstaan, door bijvoorbeeld een hoge bloeddruk. Dit wordt slagaderverkalking genoemd. Door slagaderverkalking ontstaan stolsels die doorschieten naar de hersenen. Deze stolsels kunnen een bloedvat in de hersenen verstoppen en zo een herseninfarct veroorzaken.
Wat is het verschil met een hersenbloeding? De uitvalverschijnselen van een hersenbloeding en een herseninfarct zijn gelijk. De oorzaak is heel anders. Bij een herseninfarct is een bloedvat verstopt, terwijl de oorzaak van een hersenbloeding een scheurtje in een bloedvat is.
Kleine herseninfarcten
Schade aan de kleinste bloedvaten in de hersenen (cerebral small vessel disease) is de belangrijkste vasculaire oorzaak van dementie en de oorzaak van ongeveer een vijfde van alle herseninfarcten en hersenbloedingen wereldwijd.
Leg uit wat er is aan mensen om je heen
Het kan helpen om de mensen om je heen uitleg te geven. Vertel bijvoorbeeld dat je elke dag voor iemand zorgt die een beroerte heeft gehad. En wat een beroerte is. Je kunt ook vertellen wat je allemaal doet en hoe dat jouw leven verandert.
In het kort. Bij een TIA is een bloedvat in de hersenen even dicht. Je hebt hierdoor korte tijd klachten gehad. Bijvoorbeeld een verlamde arm, een verlamd been, een scheve mond, problemen met praten, niet goed zien of minder gevoel in je gezicht.