In een brief of een e-mail doe je dat meteen aan het begin met de aanhef. Met deze introducerende woorden begroet je de lezer. Dat kan op een formele manier met bijvoorbeeld Geachte of op een informele manier met bijvoorbeeld Beste.
Als u de naam en het geslacht van de geadresseerde weet, is de beste aanhef in een zakelijke brief of e-mail Geachte heer + de achternaam of Geachte mevrouw + de achternaam. Als u het geslacht niet weet, is onder meer Geachte heer of mevrouw + de achternaam gebruikelijk.
Helemaal onderaan je e-mail staat de digitale handtekening of signature. Deze is bedoeld om de ontvanger meer informatie en contactgegevens te bieden.
Als je bericht naar meerdere ontvangers gaat, en er geen mogelijkheid is om ieder bericht een persoonlijke aanhef te geven, dan kun je het best kiezen voor een aanhef die iedereen past. Geachte dames en heren is mogelijk, maar er zijn meer opties: Geachte directie, Geachte commissie, Geachte klant, Beste collega's.
Beste is een informele aanspreekvorm, die zowel in brieven en e-mails als in gesproken taal gebruikt wordt. Na een aanspreking met Beste spreken we de gesprekspartner, toehoorder of lezer verder aan met de vertrouwelijke vorm je. Beste wordt gecombineerd met een voornaam of een ander zelfstandig naamwoord.
In formele en officiële boodschappen kunnen lezers het gebruik van ik als eerste woord als onbeleefd ervaren. Door te starten met ik kunt u immers de indruk wekken dat u zichzelf belangrijker vindt dan de lezer. U kunt dat gemakkelijk voorkomen door een ander zinsdeel op de eerste plaats te zetten.
De brief start je met de aanhef. Over het algemeen wordt hier Geachte heer/ mevrouw vermeld en indien bekend volgt daarna de naam. De eerste alinea is de inleiding van de brief. Vervolgens komen de vervolg alinea's en sluit je af met de slotalinea.
Met vriendelijke groeten en Met vriendelijke groet zijn de gebruikelijkste formuleringen. Die vormen zijn ook zonder met mogelijk: Vriendelijke groeten, Vriendelijke groet. Als een brief of e-mail een duidelijk informeel karakter heeft, zijn ook andere slotgroeten mogelijk: Groeten, Groet, Groetjes, Hartelijke groet.
In een slotzin geef je aan wat je van de lezer verwacht, hoe iets verder gaat of welke actie jij gaat ondernemen. Net als bij openingszinnen is het soms lastig een goede slotzin te vinden. Ook een slotzin moet passen bij de inhoud van de brief of e-mail die je schrijft.
Een formele begroeting begint met Geachte. Daarna volgt mevrouw of meneer en dan de familienaam als je die kent. Beste is informeel. Daar schrijf je geen mevrouw of meneer achter.
'Hoi', 'Hallo' en 'Goedendag' kan de hele dag door. Andere begroetingen gebruik je juist alleen in de ochtend, middag of avond. Ook is er soms een verschil tussen een formele en informele begroeting. De formele begroeting gebruik je bij zakelijke contacten, mensen die je niet kent of personen die wat ouder zijn.
Doorgaans komen in een zakelijke e-mail dezelfde basiselementen aan bod als in een zakelijke brief: afzender en geadresseerde, onderwerp, aanhef, eigenlijke inhoud, afsluiting, slotgroet en afzendergegevens. Toch zijn er ook een aantal verschillen tussen een brief en een e-mail.
Zet in een brief tussen de onderwerpsregel en de aanspreking twee witregels. Zet in een brief of een e-mail één witregel tussen de aanspreking en de eerste alinea, en één witregel tussen de laatste alinea en de slotgroet.
De aanhef of aanspreking is een (meestal vriendelijke) introducerende zin van een brief of e-mail. Het gaat doorgaans om standaardformuleringen waarmee de schrijver zich tot de geadresseerde richt. Er bestaan verschillende formules, van formeel tot zeer intiem.
Begin bij het begin
De 'standaard' manier van schrijven is heel simpel. Je begint bij de eerste zin en schrijft door tot de laatste. Handig voor als je het verhaal al goed in je hoofd hebt zitten of als jouw tekst ook chronologisch opgebouwd is.
Voegwoorden aan het begin van de zin
Zinnen die beginnen met voegwoorden als 'en' of 'maar' of 'want' of 'omdat'. Voegwoorden zijn woorden die deelzinnen met elkaar verbinden. Volgens een ongeschreven regel mogen zinnen niet met een voegwoord beginnen.
Dus hoeft niet aan het begin van de zin te staan: Ik moest dus van het fietspad af. En dus kan ook gebruikt worden in combinatie met een oorzaak of reden: O, daarom moest je dus van het fietspad af.
Begin een formele e-mail altijd met een toepasselijke aanhef. Je kunt de geadresseerde het beste bij zijn of haar naam noemen (als je die kent). De aanhef van een formele e-mail begint in principe altijd met 'Geachte...', gevolgd door de aanspreektitel (heer/mevrouw), de achternaam van de persoon en een komma.
Geachte heer/mevrouw, (wanneer je niet weet of het een man of vrouw is en je weet geen achternaam). Dit gebruik je in officiële brieven. Je gebruikt het wanneer je iemand niet kent of wanneer iemand ver van je af staat.
In plaats van “meneer” of “mevrouw” kun je iemands naam gebruiken in de aanhef van een brief of mail. Waar je eerst bijvoorbeeld “Beste meneer Malali” zou zeggen, zeg je nu: “Beste Rodrigo Malali”. Of Rodrigo nu een man, vrouw of non-binair persoon is, is dan irrelevant.
Het kriebelige 'Warme groet' wordt nog steeds gebruikt in semi-zakelijke werkmails en ook de vergelijkbare 'Lieve groet', 'Vrolijke groet' of 'Zonnige groet' passeren nog wel eens de revue en zijn, alhoewel ongetwijfeld oprecht en lief bedoeld, gewoon irritant.
Natuurlijk zijn er omstandigheden, dat men aan dit voorschrift niet strikt de hand kan houden. Jongere personen groeten ouderen het eerst op straat. Lager geplaatsten groeten hun chefs, werkgevers e.a. hooger geplaatsten het eerst. (Dit geldt ook voor vrouwelijke kantoor- en fabriekspersoneel e.d.).