De kans dat je wordt gebeten door een snoek is buitengewoon klein. Bovendien eet de snoek geen mensenvlees en zal de snoek in zeer uitzonderlijke situaties alleen happen wanneer de snoek in paniek is. Over het algemeen is een snoek dus niet gevaarlijk voor de mens.
Er wordt dan hevig gevochten en gebeten. Als een snoek een mens bijt, is dat meestal een vergissing. De snoek ziet je dan ofwel aan als rivaal of prooi. Blijf uit de buurt na een waarschuwing of schijnaanval.
Zevenhonderd vlijmscherpe tanden
"Een snoek heeft ongeveer zevenhonderd tanden. Op de onderkaak zitten de allergrootste, en die zijn vlijmscherp. Als dat tegen je huid aan komt, ja, dat snijdt dan meteen open", weet de snoekvisser. Snoeken zijn goed voor het ecosysteem en dus belangrijk voor zwemplassen.
De snoek en winter
Wanneer de watertemperaturen dalen, wordt onze mooie Esox Lucius weer kieskeuriger in wat zij wilt bijten. Door studies over het gedrag van de snoek is gebleken dat de watertemperatuur vrij weinig te maken heeft met het passieve gedrag van de meeste snoeken.
Het vlees van de snoek is heel stevig van structuur maar heel zacht van smaak, ontzettend lekker! Het bevat wel vrij veel kleine graten, sommigen zelfs gevorkt. Maar dat is het helemaal waard.
De beste stekken
Er liggen boten die in de winter bewoond worden en dus verwarmd zijn, ideaal voor een vis om bij in de buurt te liggen. Grote steigers of delen waar veel boten bij elkaar liggen zijn weer ideaal als schuilplaats voor zowel witvis als snoek.
Dit seizoen hebben er ook al weer 2 op het meetlint gelegen. Op het grote water is het zo dat de kleinere snoek vaak dichter bij de kant op circa 1 tot 2 meter diepte verblijft. Logisch natuurlijk. Op het diepere open water is een kleinere snoek een makkelijke prooi voor een buffel.
Snoeken zijn net als veel anderen vissen niet de hele dag actief. Je kunt daarom het beste gaan snoeken in de tijden dat ze wel actief zijn, namelijk 's morgens en in de namiddag tot avond. Rond het middag uur is de vis vaak vrijwel niet actief en hangt deze meer een beetje rond de bodem dan dat deze actief jaagt.
Op viswater komen vaak sloten of kleinere kanalen uit (2). Dit soort waterkruisingen zijn zeker een erg goede plek om te snoek vissen. Voor snoek zijn dit namelijk aantrekkelijke plekken omdat hij hier zowel kan jagen op vis uit het grotere viswater als op vis die uit de zijtakken komt zwemmen.
In ondiep water vang je vaak het beste als je met drijvende pluggen of spinners gaat snoeken. In dieper water werken diep duikende pluggen, zinkende pluggen maar ook shads het beste. De kleur die je kiest om mee te snoek vissen kan bepalend zijn voor succes. Natuurlijke kleuren werken vaak goed in helder viswater.
In principe kunnen alle vissen met tanden bijten. In Nederland gaat het bijvoorbeeld om de snoekbaars, snoek en meerval. "Die laatste heeft heel kleine tandjes, die zie en voel je bijna niet." De tanden van snoekbaarzen en snoeken zijn wat groter.
Geur is belangrijk bij roofvis!
Naast zicht is het reukvermogen van de snoek goed ontwikkeld. Als visser kan je hier goed op inspelen door bijvoorbeeld gebruik te maken van zoutwatervissen, zoals: makreel, haring en spiering. Deze vissen ruiken sterker dan de zoetwater varianten.
Hoewel het onderzoek aantoont dat snoeken behoorlijk sterk zijn en dus in principe wel 5 minuten boven water gehouden kunnen worden zonder echte problemen, valt het aan te bevelen de tijd boven water zo kort mogelijk te houden.
Dit is over het algemeen niet levensbedreigend maar kan wel veel pijn doen omdat snoeken veel scherpe tanden hebben. Ook is het altijd oppassen met eventuele bacteriën die bij een beet komen kijken. Kortom; ja, mensen kunnen worden gebeten door een snoek maar de kans is zeer klein.
Tot een centimeter of tien eten snoeken zoöplankton en macrofauna, daarna hoofdzakelijk vis. Naast andere vissen eten snoeken eigenlijk alles wat in het water zwemt en in hun bek past. Ook amfibieën, jonge vogels en kleine zoogdieren behoren tot de prooidieren.
De grootste snoek werd op basis van een reconstructie van botfragementen, gevangen in de 4de of 5de eeuw na Chr. in de rivier de Velika. De lengte werd bepaald op 1,82 meter. Als maximum-lengte voor de snoek speculeren de onderzoekers over een lengte van 1,90 tot 2 meter.
Zeker als het water kouder is en de aasvis wegtrekt van het grote water, volgen de snoeken maar wat graag de aasvis naar dit soort plekken. Zijsloten, vaarten, baaien, eigenlijk alles wat vast zit aan het grote water zijn goede plekken. Zeker als hier wat planten groeien, of misschien zelfs tussen huizen in.
Snoek: van 1 maart tot aan de laatste zaterdag van mei (IJsselmeer: tot en met 30 juni).
Tip 1: Vis op de juiste plek
Je vindt snoekbaarzen niet zo maar in ieder water. In sommige wateren zit helemaal niets terwijl er in ander water juist een goede populatie te vinden is. Snoekbaarzen houden niet van licht dus ga niet vissen in helder water, want daar zal maar weinig snoekbaars zitten.
vissen in en bij een aangewezen stuw of in of bij een aangewezen vispassage € 150,- vistuig voorhanden terwijl vistuig op dat moment verboden is € 100,- 1 of 2 hengels voorhanden zonder toestemming € 100,- meer dan 2 hengels voorhanden zonder toestemming € 100,-
Een gemiddelde snoek van 1m eet voor ongeveer 500gram vis per 3 dagen.” Al zit er geen snoek van een meter, vele kleinere exemplaren maken het wellicht nog erger.
Op groot water met kans op groet snoek en snoekbaars vissen we meestal met grote pluggen of grote shads. In kleiner water gebruiken we liever wat kleinere pluggen of shads, maar komt ook een kunstaassoort zoals de spinner om de hoek kijken. Probeer bij het snoeken of snoekbaarzen altijd wat af te wisselen.
De enige soort welke de jacht op snoek kan openen is zijn eigen soortgenoot. De snoek is namelijk een kannibaal en kan ook zijn soortgenoten eten.
De winter is voor het snoekvissen misschien wel een van de meest effectieve tijden van het jaar. Doordat de aasvis samen gaat scholen in grote groepen en de snoeken deze volgen, kan het zeer gemakkelijk zijn om veel en grote snoek te vangen.
Deze roofvis schuwt het licht en zoekt het liefst de duisternis op. Dat is ook de reden dat de glasoog in het donker vaak ondieper komt te liggen. Door de unieke werking van de ogen kunnen hebben snoekbaarzen in troebel water of in het donker nog relatief goed zicht in tegenstelling tot baars of snoek.