Overlijdensrisico. Het risico op overlijden aan een anesthesie is uiterst klein. Risico's hangen veeleer samen met de algemene gezondheidstoestand van de patiënt en de eventuele complicaties die zich tijdens de operatie voordoen.
Gelukkig is narcose zeer veilig dankzij geavanceerde bewakingsapparatuur, moderne geneesmiddelen en goede opleiding van de anesthesioloog en anesthesiemedewerkers. Ondanks alle zorgvuldigheid zijn complicaties niet altijd te voorkomen. Zo kan er bijvoorbeeld een allergische reactie op de medicijnen optreden.
Anesthesie is tegenwoordig zeer veilig en wordt zelfs door oude patiënten en patiënten met meerdere aandoeningen goed verdragen. Maar direct na een narcose is de patiënt niet meteen “de oude”. Bij het bijkomen uit de anesthesie zien we soms onrust, labiele emoties en prikkelbaarheid.
Wat is de kans op overlijden tijdens een operatie? Deze kans is heel erg klein, ongeveer 1 persoon van de 100.000 patiënten die geopereerd wordenkomt tijdens de operatie te overlijden.
Bijwerkingen en complicaties
Kort na de operatie kunt u zich nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Het duurt een dag voordat de narcose is uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om helemaal te herstellen van de operatie.
Ademhaling. Soms is het nodig om uw ademhaling tijdens de ingreep over te kunnen nemen. Daarom plaatsen we vaak voordat de operatie begint een beademingsbuis (plastic buisje) in uw keel. Dit gebeurt als u onder narcose bent.
De apparatuur die je in slaap houdt kan slecht functioneren. De anesthesist heeft tijd nodig om uit te zoeken wat er mis loopt. Tijdens het oplossen van een probleem met het anesthesietoestel zou je kunnen wakker worden.
Ook angst voor de narcose komt veel voor. Tijdens de narcose wordt u nauwkeurig in de gaten gehouden door het anesthesieteam. Uw bloed(druk), hartritme, lichaamstemperatuur en de diepte van uw slaap worden voortdurend gecontroleerd. Het is dan ook erg zeldzaam dat er iets misgaat tijdens een narcose.
Narcose kan een zware aanslag op de hersenen zijn. Jonge kinderen kunnen er hersenschade door oplopen, en menige bejaarde die met een gebroken heup in het ziekenhuis belandt, is bij het ontwaken uit de narcose langdurig, soms voorgoed, de weg kwijt.
Samenvatting. Na een behandeling onder algehele anesthesie kunnen tijdelijke geheugenstoornissen optreden en pre-existente geheugenstoornissen verergeren. In de literatuur wordt een frequentie van postoperatieve cognitiestoornissen van tussen de 10 en 50% gesteld.
Sommige operaties en anesthetische geneesmiddelen veroorzaken meer misselijkheid en/of braken dan andere. Zowel misselijkheid als braken kunnen in de meeste gevallen behandeld of voorkomen worden, maar soms kunnen ze wel enkele uren tot dagen aanhouden.
Door verwijding van de interne sluitspier en prostaat kan een van tevoren al minder functionerende sluitspier in de problemen komen en urine doorlaten. Ook kan de sluitspier beschadigd raken. U kunt in de eerste fase na de operatie een verhoogde aandrang voelen. U kunt deze dan moeilijk uitstellen.
Waarschijnlijk ken je de afdeling PACU onder de naam 'uitslaapkamer'. Hier worden patiënten voor en na een operatie extra bewaakt (maximaal 24 uur) voordat ze terug gaan naar de verpleegafdeling, de Medium Care of de Intensive Care.
Welke anesthesie voor u het beste is hangt af van o.a. uw leeftijd, uw lichamelijke conditie en de operatie die u krijgt. Heeft u een voorkeur voor een bepaalde vorm van anesthesie dan kunt u dit bespreken met de anesthesioloog.
De eerste weken zult u waarschijnlijk minder vaak ontlasting hebben. Dit komt door een verandering in uw leef- en eetpatroon. Verminderde eetlust, veel rusten en weinig beweging vertragen de stoelgang. Indien u langer dan vier dagen geen ontlasting hebt gehad, neem dan contact op met uw huisarts.
U kunt zich kort na de operatie nog slaperig voelen en af en toe wegdommelen. Dat is heel normaal. Met het uitwerken van de narcose kan er pijn optreden in het operatiegebied. Door de anesthesie, maar ook als gevolg van de operatie kan er misselijkheid optreden.
Dat kan door de narcose komen. Die gooit het concentratievermogen soms danig overhoop. Kan tijdelijk zelfs vergeetachtig maken. Maar ook de emoties die met een operatie gepaard gaan, maken ons vermoeid en ongeconcentreerd.
Beweging heeft veel voordelen en kan je herstel versnellen. Begin daarom de dag van je operatie goed, en zorg ervoor, als dat mogelijk is, dat je al voor de operatie wat beweging hebt gehad. Voor je herstel heb je voldoende spierkracht en een goede conditie nodig.
Over het algemeen bent u vrij snel wakker. Als alles stabiel is mag u na een bepaalde tijd (minimaal 30 minuten) terug naar de verpleegafdeling.
In dit flapje worden enkele niet-oplosbare hechtingen geplaatst. Onder dit flapje door kan het oogwater langzaam wegstromen waardoor de oogdruk lager wordt. Als de operatie klaar is, wordt het slijmvlies van het oog gesloten met oplosbare hechtingen en wordt uw oog afgeplakt.
Aan beide vormen van anesthesie zitten voor- en nadelen. Evident voordeel van de ruggenprik is dat je met de arts kunt communiceren en zo goed geïnformeerd bent wat hij/zij doet. Een nadeel kan zijn dat de ruggenprik niet helemaal goed werkt en je alsnog onder volledige narcose moet worden gebracht.
“Aan het begin van de narcose geven we altijd wat extra zuurstof, zodat we rustig de beademingsbuis kunnen inbrengen. Hetzelfde gebeurt aan het eind. Dan heeft de patiënt een buffertje bij het wakker worden.”
Bij algehele anesthesie (narcose) bevindt u zich in een slapende toestand. De anesthesioloog gebruikt hiervoor een combinatie van medicijnen, zoals slaapmiddelen, pijnstillers en soms ook spierverslappers. Deze schakelen tijdelijk het bewustzijn, de pijngevoeligheid en de spierkracht in het hele lichaam uit.
Tijdens de operatie wordt je dus beademd door een toestel en dat gaat via een pijpje in de luchtpijp. Een riskante procedure, waar lang op getraind wordt, voordat je dit zelfstandig mag uitvoeren.