Stap 3: Beantwoord je hoofdvraag Tot slot beantwoord je op basis van jouw onderzoek de hoofdvraag. Leg daarbij duidelijk uit hoe je tot deze conclusie bent gekomen. Tip Geef niet letterlijk je hoofdvraag en daaronder direct het antwoord, maar werk beschrijvend en verwerk jouw antwoord in een lopende tekst.
Je hoofdvraag beantwoord je pas in je conclusie. Je deelvragen worden zo in chronologische volgorde (van 1 tot bijvoorbeeld 5) beantwoord. Als je eerst antwoord geeft op deelvraag 3 en daarna pas op 1, dan is de volgorde nog niet logisch.
Maak er een goed en lopend verhaal van waarin je een sluitende conclusie geeft van je onderzoek en antwoord geeft op je onderzoeksvraag. Zet dus niet letterlijk de vraag en het antwoord neer! Houd het verder bij een beschrijving: de conclusie is niet de plek om te gaan verklaren en interpreteren.
Tips voor het schrijven van je conclusie
Zorg voor een goed lopend verhaal, structuur is hierin heel belangrijk. Zorg dat je ook alle vragen beantwoordt hebt, maar wel verhalend, dus geen vraag en antwoord. Zorg ook echt dat je alleen beschrijft wat je gevonden hebt en geen interpretatie doet wat dit dan betekent.
Je mag je deelvragen niet letterlijk herhalen in de conclusie, omdat je conclusie dan lang en onoverzichtelijk wordt. In dit hoofdstuk richt je je voornamelijk op de hoofdvraag. Eventueel kun je kort verwijzen naar de antwoorden op de deelvragen.
De conclusie begint met een samenvatting van de hoofdvraag of probleemstelling. Vervolgens leg je de conclusies en bevindingen uit die je in je scriptie hebt beschreven. Tenslotte beantwoord je de hoofdvraag en leg je uit door hoe je tot deze conclusie bent gekomen.
De onderzoeksdeelvragen zijn de deelvragen waarvoor jij zelf data gaat verzamelen, bijvoorbeeld middels enquêtes of interviews. Deze deelvragen worden beantwoord in het resultaten hoofdstuk van je scriptie.
Eindig met een krachtige conclusie
In de conclusie van het essay vat je je standpunt en argumentatie samen. Je hoeft niet de argumenten uitgebreid te herhalen. Houd het kort en geef ook geen nieuwe informatie. Laat wel weten hoe uit jouw argumenten logisch voortvloeit dat je standpunt klopt.
Je sluit je conclusie af met het beantwoorden van je hoofdvraag of bevestigen van je stelling. Hierbij licht je beschrijvend toe hoe je tot de conclusie bent gekomen. Zorg altijd dat je eindigt met een krachtige slotzin wanneer je een conclusie schrijft. Let op: in je conclusie schrijf je nooit nieuwe informatie.
De hoofdvraag is het belangrijkste onderzoeksvraag van je scriptie. Je stelt je hoofdvraag op aan de hand van je probleemstelling. Een goede hoofdvraag is onderzoekbaar, haalbaar, origineel, complex, relevant, specifiek en focust zich op één probleem.
Tip Een goede hoofdvraag moet zeven eigenschappen bezitten: onderzoekbaar, haalbaar, relevant, specifiek, origineel, complex en focust zich op één probleem. Lees meer over de criteria waaraan een goede hoofdvraag moet voldoen in ons artikel.
De hoofdvraag is de centrale onderzoeksvraag en komt overeen met de probleemstelling of is direct hiervan afgeleid. Deze vraag is het uitgangspunt van je zoektocht. De hoofdvraag omschrijft exact wat je wilt weten en geeft richting aan je zoektocht. Het is dan ook belangrijk om je vraag goed te formuleren.
Schrijf een conclusie waarin je de belangrijkste punten van je betoog samenvat en je standpunt herhaalt. Geef ook aan waarom jouw standpunt de beste optie is en wat de mogelijke gevolgen zijn als dit standpunt niet wordt opgevolgd.
Een conclusie is een besluit waarin het voorgaande samenkomt. In een betoog, een essay of wetenschappelijke literatuur wordt meestal besloten met een conclusie waarin het voorgaande kernachtig wordt samengevat, de verschillende argumenten tegen elkaar worden afgewogen en tot een uiteindelijk standpunt wordt gekomen.
Hoe lang mag een conclusie zijn? Een conclusie is vaak tussen de 200 tot 400 woorden. Normaliter is het niet de bedoeling dat een conclusie langer is dan een A4, maar soms kan het wat langer zijn. Dat hangt af van hoe groot je scriptie is.
Na het uitleggen van voor- en tegenargumenten, wordt besproken wat de voor- en nadelen van die argumenten zijn. Op het eind van het debat zijn de jury en het publiek overspoeld met nieuwe informatie, en is het fijn als de hoofdzaken gescheiden worden van bijzaken. Dat doet de conclusiespreker.
Er is geen vast aantal deelvragen dat je moet opstellen. Wel is het zo dat hoe complexer je onderwerp is, hoe meer deelvragen je nodig zult hebben. Probeer je te beperken tot 4 à 5 deelvragen. Als je er (veel) meer nodig hebt, moet je wellicht je hoofdvraag vereenvoudigen of beter afbakenen.
Je deelvragen zijn subvragen van je hoofdvraag die helpen om je hoofdvraag stapsgewijs te beantwoorden. Meestal is een hoofdvraag te complex om in één keer te beantwoorden en daarom gebruik je deelvragen om stap voor stap tot het antwoord op de hoofdvraag te komen.
Waarom heb je deelvragen nodig? Om je hoofdvraag te beantwoorden formuleer je verschillende deelvragen. Je deelvragen helpen je structuur aan te brengen in je onderzoek. Bovendien verkleinen deelvragen de kans dat je iets over het hoofd ziet.