Leestekens zijn tekens die een tekst makkelijker leesbaar maken. Voorbeelden zijn de punt, de komma, de dubbele punt, het vraagteken en het uitroepteken. Als je de leestekens (en hoofdletters) in het bovenstaande voorbeeld plaatst, ziet de tekst er zo uit: Bas was op vakantie in Oostenrijk.
Aanhalingstekens zet je ergens omheen, bijvoorbeeld om een citaat of een zelfbedacht woord. Ná de beginaanhalingstekens komt nooit een spatie. Vóór de eindaanhalingstekens komt ook nooit een spatie.
Aanhalingstekens worden gebruikt om een of meer woorden of zinnen voor de lezer te markeren. Er zijn twee soorten aanhalingstekens: enkele en dubbele. (1) “Dit zijn dubbele aanhalingstekens”, zei hij. (2) Aanhalingstekens worden 'geopend' en 'gesloten', zoals dat heet.
Voor en achter een beletselteken komt doorgaans een spatie. Als evenwel een woord wordt afgebroken, komt er geen spatie voor het beletselteken. Tenzij het beletselteken tussen haakjes staat, komt er aan het einde van een zin geen punt achter het beletselteken. Het derde puntje vormt dan de zinsafsluiting.
Het beletselteken bestaat uit drie puntjes en geeft meestal aan dat een zin wordt onderbroken of ineens afgebroken.
Het beletselteken (…) heeft verschillende functies. Het kan aangeven dat de zin wordt afgebroken of dat de lezer geacht wordt zelf een woord of gedachte in te vullen. Als het beletselteken aan het einde van een zin staat, komt er geen extra punt achter het beletselteken.
Traditioneel wordt aangeraden om dubbele aanhalingstekens te gebruiken bij een letterlijk citaat, en enkele aanhalingstekens in alle andere gevallen. Tegenwoordig wordt er steeds meer de voorkeur aan gegeven om alleen enkele aanhalingstekens te gebruiken.
Soms schrijf je iets tussen haakjes. Bijvoorbeeld als je iets wil toevoegen wat de lezer toch ook moet weten. Wanneer je een volledige zin tussen haakjes zet, dan krijgt het eerste woord na het haakje openen een hoofdletter en komt er achter het laatste woord een eindezinspunt. Daarna volgt het haakje sluiten pas.
Een citaat wordt altijd tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Het citaat wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes - achternaam auteur(s), jaartal, paginanummer(s) - of door de auteur(s) in de tekst te noemen. Let op: Een citaat wordt niet cursief geschreven.
In een tekst staan behalve letters ook altijd tekens. Dit zijn leestekens en alle teksten maken gebruik van deze leestekens. Veelvoorkomende leestekens zijn de punt (.), de komma (,), het vraagteken (?) en het uitroepteken (!).
De dubbele punt betekent in het eerste deel van de zin meestal “het volgende” of “als volgt” en in het tweede deel van de zin meestal “namelijk”, “want” of “immers”. Wanneer gebruik je een puntkomma? Een puntkomma gebruik je tussen twee hoofdzinnen en bij opsommingen.
Bedrijfsnamen, opleidingen, ziekten, wetten, (wetenschappelijke) symbolen, ziekten, eigen namen en afkortingen uit een eigen taal worden zonder punten geschreven. Komma's gebruik je om een zin overzichtelijker en beter zichtbaar te maken. Je gebruikt een komma voor of na een aanspreking of uitroep.
SMS – Wim daniëls - Hoe schrijf je sms-berichten? Als je deze leestekencombinatie van opzij bekijkt zodanig dat het sluitingshaakje het onderste teken is, zie je een gezichtje: met de dubbele punt worden ogen verbeeld, het streepje is de neus, en het haakje stelt de mond voor, in dit geval een lachende mond.
De aanwijzende voornaamwoorden dit en dat verwijzen naar enkelvoudige het-woorden; deze en die naar enkelvoudige de-woorden en meervoudige woorden. Dit en dat kunnen ook naar een hele zin verwijzen.
Bij lange zinnen hoort ook een komma tussen twee persoonsvormen. Een bijzin in een bijzin hoort tussen twee komma's. Een beknopte bijzin hoort ook tussen twee komma's. Als de zin erg lang is komt tussen een beknopte bijzin en een hoofdzin een komma.
Er zijn geen vaste regels voor het gebruik van enkele of dubbele aanhalingstekens. Traditioneel werd aangeraden om bij letterlijk citeren dubbele aanhalingstekens te gebruiken, maar het is tegenwoordig ook gebruikelijk om enkele aanhalingstekens te gebruiken. We raden aan om consequent voor één systeem te kiezen.
Een dubbele punt gebruiken we vóór een opsomming, een citaat, een verklaring, aankondiging, omschrijving, toelichting, conclusie of gedachte. Er komt geen spatie vóór een dubbele punt, wel erna. Deze combinatie werd hem fataal: seks, drugs, rock-'n-roll en vet eten.
Aanhalingstekens kunnen om een hele zin of om een deel van een zin gezet worden. Als de aanhalingstekens om een hele zin (of een opeenvolging van zinnen) staan, staat de punt binnen de aanhalingstekens. De punt maakt dan deel uit van het citaat.
Tussen haakjes wordt een verduidelijking, verklaring of toevoeging gezet. (3) De commissiebijeenkomst was verschoven naar september (in verband met de vakantietijd). (4) Jannie van der Schar (94) is de oudste garnalenpelster van Zeeland.
Als een zin eindigt met een of meer aangehaalde zinnen, dan staat de slotpunt van de (laatste) aangehaalde zin binnen de aanhalingstekens. Er komt geen extra punt na de aanhalingstekens om de volledige zin af te sluiten.
De stip op het WhatsApp-icoon heet een meldingsstip. Deze functie is door je telefoonfabrikant toegevoegd om aan te geven dat je bijvoorbeeld berichten hebt ontvangen.
DRIE PUNTEN
De drie puntjes van Maureen versterken de boodschap dat het niet zo goed gaat. Misschien zijn die puntjes ook wel een truc om een gesprek aan te knopen. Natuurlijk wil Piet weten wat er aan de hand is, dus hij vraagt beleefd wat er is. Een echte vorm van sympathie!
Een oude schoolregel luidt dat je nooit een komma voor en mag zetten. Die regel is te verklaren: een komma wordt gebruikt wanneer je een pauze hoort, en bij het voegwoord en is meestal geen sprake van zo'n pauze. En brengt een 'geruisloze' verbinding tot stand tussen zinnen of delen van een zin.