hoewel = hoewel conjunctionUitspraak: [huˈwɛl] <je gebruikt dit woord bij een tegenstelling van twee beweringen> Voorbeeld: `hoewel we er geen zin in hadden, zijn we toch boodschappen gaan doen.
Hoewel de bergwegen door de regen glad waren, ging Eddy Merckx in de afdaling voluit. Hij ziet er nog erg goed uit, ook al is hij oud. Ondanks het feit dat hij erg ziek is, houdt hij de moed erin.
En wat met voegwoorden als 'hoewel' en 'terwijl', 'zoals' en 'opdat', 'behalve' en 'als', … ? Zet ze aan het begin van uw zin, en laat de magie haar werk doen. Succes!
Alhoewel is een wat nadrukkelijker en formeler synoniem van hoewel. Ofschoon is een nog formeler synoniem. Formuleringen met hoewel of (ook) al zijn het gewoonst, zowel in gesproken als geschreven taal.
Ondanks is in de eerste plaats een voorzetsel met de betekenis 'tegen de wil van' of 'in weerwil van'. (1a) Ondanks zijn ziekte was hij aanwezig. (2a) Ondanks de regen fietsten we door. Daarnaast is het voegwoordelijke gebruik in combinatie met dat mogelijk.
hoewel = hoewel conjunctionUitspraak: [huˈwɛl] <je gebruikt dit woord bij een tegenstelling van twee beweringen> Voorbeeld: `hoewel we er geen zin in hadden, zijn we toch boodschappen gaan doen.
Voegwoorden aan het begin van de zin
Zinnen die beginnen met voegwoorden als 'en' of 'maar' of 'want' of 'omdat'. Voegwoorden zijn woorden die deelzinnen met elkaar verbinden. Volgens een ongeschreven regel mogen zinnen niet met een voegwoord beginnen.
Hoewel is een voegwoord: een woord dat zinsdelen met elkaar verbindt. Ondanks is een voorzetsel, net als bijvoorbeeld bij, in, naar, met, tegen of dankzij.
Immers en namelijk worden allebei gebruikt om een redengevend verband uit te drukken, maar er is een klein verschil in betekenis. Immers drukt uit dat de reden of het argument als bekend of als algemeen erkend wordt beschouwd. Bij namelijk gaat het om een nieuwe reden of een nieuw argument.
duidt een conditie aan ondanks dewelke iets plaatsvindt. 1) Desalniettemin 2) Desondanks 3) Evengoed 4) Hoewel 5) Hoezeer ook 6) In weerwil van 7) Ofschoon 8) Onaangezien 9) Ondanks 10) Ondertussen 11) Ongeacht 12) Spijts 13) T...
In formele en officiële boodschappen kunnen lezers het gebruik van ik als eerste woord als onbeleefd ervaren. Door te starten met ik kunt u immers de indruk wekken dat u zichzelf belangrijker vindt dan de lezer. U kunt dat gemakkelijk voorkomen door een ander zinsdeel op de eerste plaats te zetten.
Begin bij het begin
De 'standaard' manier van schrijven is heel simpel. Je begint bij de eerste zin en schrijft door tot de laatste. Handig voor als je het verhaal al goed in je hoofd hebt zitten of als jouw tekst ook chronologisch opgebouwd is.
Minder komma's
Tik geen komma na een korte hoofdzin of na een 'gewoon' eerste zinsdeel. Zet wél een komma bij zinnen die beginnen met voegwoorden als maar, omdat, want, hoewel en als de zin begint met een bijzin.
Nevenschikkende voegwoorden leggen een verband tussen twee hoofdzinnen, zinsdelen, woorden of woordgroepen, onderschikkende voegwoorden leggen een verband tussen een hoofdzin en een bijzin. Nevenschikkend zijn bijvoorbeeld en, maar, of, dan (wel), dus en want.
Het woord ofschoon betekent: hoewel. Het is een voegwoord en wel een onderschikkend voegwoord, want het bindt een hoofdzin en een bijzin aan elkaar. Maar vroeger schreef men niet ofschoon maar of ... schoon, dus in twee woorden die zelfs door een ander woord gescheiden konden worden.
Tenslotte (zonder spatie) heeft de betekenis 'per slot van rekening'. Tenslotte is juist als 'welbeschouwd, per slot van rekening, immers' bedoeld is. Voorbeelden: Ik ben tenslotte ook maar een mens.
Laconiek reageren of laconisch antwoorden is een snedig of gevat antwoord geven en bovendien blijkgeven dat men de zaken doodkalm opneemt, zonder zich druk te maken.
Tegenstelling. Signaalwoorden: maar, echter, toch, niettemin, desondanks, daarentegen, enerzijds, hoewel, ofschoon, integendeel.
1) Alevel 2) Bijwoord 3) Desalniettemin 4) Desondanks 5) Doch 6) Echter 7) Evenwel 8) In weerwil van 9) Intussen 10) Maar 11) Niettegenstaande 12) Nochtans 13) Ondanks da...
Een bijzin (ook wel afhankelijke of ondergeschikte zin) is een zin die een zinsdeel kan zijn in een zin of een onderdeel van een zinsdeel. Een algemeen kenmerk van bijzinnen is dat ze een woordvolgorde hebben waarbij de persoonsvorm achteraan staat.
Dus hoeft niet aan het begin van de zin te staan: Ik moest dus van het fietspad af. En dus kan ook gebruikt worden in combinatie met een oorzaak of reden: O, daarom moest je dus van het fietspad af.
Een oude schoolregel luidt dat je nooit een komma voor en mag zetten. Die regel is te verklaren: een komma wordt gebruikt wanneer je een pauze hoort, en bij het voegwoord en is meestal geen sprake van zo'n pauze. En brengt een 'geruisloze' verbinding tot stand tussen zinnen of delen van een zin.
Echter kan gebruikt worden als eerste woord van een zin, om een tegenstelling met de vorige zin uit te drukken. Het staat dan in de zogeheten aanloop en valt buiten de eigenlijke zin. Na de komma komt altijd eerst het onderwerp en dan pas het vervoegde werkwoord.