Haakjes kunnen om een deel van een zin of om een hele zin gezet worden. Als de haakjes om een deel van een zin staan, staat de zinseindepunt buiten de haakjes. Binnenkort moet het project op kruissnelheid komen (studiewerk, sensibilisering, productie en installatie).
Tussen haakjes wordt een verduidelijking, verklaring of toevoeging gezet. (3) De commissiebijeenkomst was verschoven naar september (in verband met de vakantietijd).
Als je AltGr en ronde haakjes doet, dan krijg je ook vierkante haakjes.
Haakjes worden hoofdzakelijk gebruikt om informatie toe te voegen die in principe kan worden weggelaten. Er zijn ronde en vierkante haakjes. Ronde haakjes worden vooral gebruikt om een verduidelijking, verklaring of toevoeging in te voegen.
Het verschil tussen een 'accolade' en een 'haakje' kan wat verwarrend zijn. Over het algemeen verwijzen 'parentheses' naar ronde haakjes () en 'brackets' naar vierkante haakjes [ ]. We raken er echter steeds meer aan gewend om ze gewoon 'ronde haakjes' of 'vierkante haakjes' te noemen'.
Aanhalingstekens zet je ergens omheen, bijvoorbeeld om een citaat of een zelfbedacht woord. Ná de beginaanhalingstekens komt nooit een spatie. Vóór de eindaanhalingstekens komt ook nooit een spatie.
Aanhalingstekens kunnen om een hele zin of om een deel van een zin gezet worden. Als de aanhalingstekens om een hele zin (of een opeenvolging van zinnen) staan, staat de punt binnen de aanhalingstekens. De punt maakt dan deel uit van het citaat. Er komt niet nog een tweede punt om de gehele zin af te sluiten.
Haakjes zijn leestekens die gewoonlijk in paren voorkomen en die elkaars gespiegelde zijn, een openingshaakje, haakje openen, en een sluitingshaakje, haakje sluiten. In deze combinatie worden de haakjes ook gebruikt.
Voor en achter een beletselteken komt doorgaans een spatie. Als evenwel een woord wordt afgebroken, komt er geen spatie voor het beletselteken. Tenzij het beletselteken tussen haakjes staat, komt er aan het einde van een zin geen punt achter het beletselteken. Het derde puntje vormt dan de zinsafsluiting.
Of square brackets (vierkante haken) als ik het in het engels moet zeggen.
Vierkante haakjes worden ook wel teksthaken genoemd.
Rechte haken betekenen dat de grenswaarde er wel bijhoort en gebroken haken betekent dat de grens er niet bij hoort. Bij en - schrijf je altijd gebroken haken omdat of - niet echt 'getallen' zijn.
Aanhalingstekens worden gebruikt om een of meer woorden of zinnen voor de lezer te markeren. Er zijn twee soorten aanhalingstekens: enkele en dubbele. (1) “Dit zijn dubbele aanhalingstekens”, zei hij. (2) Aanhalingstekens worden 'geopend' en 'gesloten', zoals dat heet.
Als een zin eindigt met een citaat (bijvoorbeeld directe rede) dat op zichzelf een hele zin is, dan staat de slotpunt van die aangehaalde zin voor het aanhalingsteken. Er komt geen extra punt meer na het aanhalingsteken om de volledige zin (Hij zei …) af te sluiten.
Leestekens zijn tekens die je bij het schrijven gebruikt om een tekst begrijpelijker te maken, bijvoorbeeld een punt of een komma. Als je iets vertelt, kun je met pauzes, intonatie of gebaren duidelijk maken wat je bedoelt. In geschreven taal doe je dit met punten, komma's, vraagtekens en andere leestekens.
punthaak = punthaak zelfst. naamw. Uitspraak: [`pʏnthak] Verbuigingen: punt|haken (meerv.) leesteken dat er zo uitziet: > of < Voorbeeld: `In html gebruik je voortdurend punthaken.
Vierkante haken betekenen: 'van en met' en 'tot en met'. Combinaties zijn ook mogelijk: [ 4 , 8 betekent: 4 mag wel meedoen, 8 mag niet meedoen; -3 , 7 ] betekent: -3 mag niet meedoen, 7 mag wel meedoen.
Leestekens zijn tekens die een tekst makkelijker leesbaar maken. Voorbeelden zijn de punt, de komma, de dubbele punt, het vraagteken en het uitroepteken. Als je de leestekens (en hoofdletters) in het bovenstaande voorbeeld plaatst, ziet de tekst er zo uit: Bas was op vakantie in Oostenrijk.
De aanwijzende voornaamwoorden dit en dat verwijzen naar enkelvoudige het-woorden; deze en die naar enkelvoudige de-woorden en meervoudige woorden. Dit en dat kunnen ook naar een hele zin verwijzen.
Een citaat wordt altijd tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Het citaat wordt gevolgd door een verwijzing tussen haakjes - achternaam auteur(s), jaartal, paginanummer(s) - of door de auteur(s) in de tekst te noemen. Let op: Een citaat wordt niet cursief geschreven.
Als zowel de inleidende zin als de aangehaalde een vraagzin is, zijn er twee mogelijkheden: er komt zowel voor als na het aanhalingsteken een vraagteken of er komt alleen een vraagteken voor het aanhalingsteken. Zei hij: 'Mag ik nog wat chocolade?'? Zei hij: 'Mag ik nog wat chocolade?'
In literaire kringen, bijvoorbeeld bij literaire uitgeverijen, wordt vaak de zogenoemde elda-regel gehanteerd ('eerst leesteken, dan aanhalingsteken'). Dat betekent dat de komma altijd voor het aanhalingsteken staat.
De dubbele punt betekent in het eerste deel van de zin meestal “het volgende” of “als volgt” en in het tweede deel van de zin meestal “namelijk”, “want” of “immers”. Wanneer gebruik je een puntkomma? Een puntkomma gebruik je tussen twee hoofdzinnen en bij opsommingen.