Onregelmatige werkwoorden (irregular verbs) zijn werkwoorden die in de verleden tijd (past simple) of in de voltooide tijd (perfect tense) geen –ed achter het woord krijgen, maar een onregelmatige vervoeging hebben. Zo wordt ring bijvoorbeeld 'rang' en have wordt 'had' .
Onregelmatige werkwoorden hebben een afwijkende vorm voor de past simple (de verleden tijd), en de present perfect en de past perfect (waarin je het voltooid deelwoord moet gebruiken). Om de verschillende vormen te leren, kun je ze het best uit je hoofd leren en vaak oefenen.
Zwakke (of regelmatige) werkwoorden krijgen in de verleden tijd -te of -de achter de stam en het voltooid deelwoord eindigt op -t of -d: stoppen - stopte - gestopt; steunen - steunde - gesteund.
In het Engels hebben onregelmatige werkwoorden een afwijkende vorm voor de past simple (de verleden tijd), de present perfect en de past perfect (waarbij je het voltooid deelwoord gebruikt). Als je de verschillende vormen wilt onthouden kun je ze het best uit je hoofd leren en vaak oefenen.
werkwoord dat bij de vervoeging* wisselingen van klinkers* en/of medeklinkers* vertoont. Voorbeelden: lopen - liep - gelopen; brengen - bracht - gebracht. Als de vervoeging buiten de klinkerwisseling regelmatig verloopt, wordt een onregelmatig werkwoord ook sterk werkwoord genoemd.
Onregelmatige werkwoorden (irregular verbs) zijn werkwoorden die in de verleden tijd (past simple) of in de voltooide tijd (perfect tense) geen –ed achter het woord krijgen, maar een onregelmatige vervoeging hebben. Zo wordt ring bijvoorbeeld 'rang' en have wordt 'had' .
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
Onregelmatig betekent niet strokend met het grootste deel of verwacht patroon. Het is het tegengestelde van regelmatig. Het kan verwijzen naar: Onregelmatige meervoudsvormen, meervoudsvormen die tot stand komen op basis van grammaticale procedures die niet tot regelmatige meervoudsvorming behoren.
Voor het vervoegen van regelmatige werkwoorden in de presens moet eerst bepaald worden wat de stam is. De stam wordt ook de 'ik-vorm' genoemd, omdat hij gelijk is aan de vorm van het werkwoord dat wordt gebruikt bij de persoon 'ik'. De stam van regelmatige werkwoorden is in principe de infinitief min -en.
Onregelmatige werkwoorden zijn vaak primaire acties, lichaamsbewegingen en dergelijke. Werkwoorden die veel gebruikt worden hebben een betekenis waar veel behoefte aan is. Dat verklaart ook waarom sterke werkwoorden ook veel synoniemen en varianten hebben.
De medeklinkers uit 't kofschip, dus de t, k, f, s, ch en p, helpen te bepalen of een zwak werkwoord de uitgang -te of -de krijgt in de verleden tijd. De uitgang -te wordt toegevoegd aan werkwoorden waarvan de stam (= het hele werkwoord zonder de uitgang -en) eindigt op een van die medeklinkers uit 't kofschip.
Het werkwoord willen is onregelmatig. Bij de meeste werkwoorden krijgt de vorm van de tegenwoordige tijd voor de derde persoon enkelvoud de uitgang -t: hij loopt, ze helpt, het gaat, men ziet. De werkwoorden willen, zullen, mogen en kunnen zijn echter uitzonderingen op de regel, evenals het werkwoord zijn (hij is).
Werkwoorden leren door te bewegen
Probeer dan eens om de rijtjes van werkwoorden al bewegend te leren. Ga bijvoorbeeld trampoline of touwtje springen terwijl je de vervoegingen van het werkwoord être hardop zegt. Of bedenk zelf een manier om al bewegend de werkwoorden in je hoofd te krijgen.
Voltooid deelwoord
Een zwak werkwoord is te zwak om van klank te veranderen. Een sterk werkwoord is sterk genoeg om van klank te veranderen.
Bijvoeglijk naamwoord
Het moeilijke is dat het zo onregelmatig is.
Maak je geen zorgen als je nog niet regelmatig menstrueert betekent het niet dat er een probleem is. Menstruaties kunnen soms 1 of 2 dagen duren of je kunt zelfs 2 menstruaties in één maand hebben. Je menstruatiecyclus kan je verrassen en onverwacht om de hoek komen kijken.
Een normale ongesteldheid (menstruatie) komt ongeveer 1 keer per maand. Het bloedverlies duurt meestal een paar dagen (maximaal 7 dagen). Bij de meeste meisjes treden de menstruaties iedere 21 tot 45 dagen op gedurende het eerste jaar en iedere 21 tot 34 dagen vanaf het derde jaar.
Ik hou en ik houd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik hou de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Zij is de vrouw van wie ik hou / ik houd.
Je zult en je zal zijn allebei correct. De vorm zul(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je zult, jij zult, zul je, zul jij. In België is ook de vorm zal neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je zal, jij zal, zal je, zal jij.
Nee, beide vormen zijn goed: je kunt en je kan zijn allebei mogelijk. Kunnen is een onregelmatig gevormd werkwoord. Er zijn meer van dat soort werkwoorden: denk aan willen (je wil/wilt) en zullen (je zal/zult).
regular staat voor regelmaat dus met regelmaat. irreagular staat voor onregelmatig dus zonder regelmaat, deze moet je leren.
De Past Simple is de Engelse term voor de verleden tijd. Je gebruikt deze vorm als je het hebt over feiten, gewoonten etc. die in het verleden gebeurd zijn en nu helemaal klaar zijn. Het is dus eigenlijk hetzelfde als de Present Simple, alleen dan in de verleden tijd!
De basisregel voor het schrijven van de past simple is: schrijf -ed achter de stam. - to talk: I talked to Jim this morning. - to watch: We watched the match yesterday. - to play: She played with her brother.