Met stamceltransplantatie wordt bedoeld het transplanteren van stamcellen die door een speciale voorbehandeling vanuit het beenmerg naar het bloed verplaatst zijn. Via een speciale machine (een stamcel-aferese-apparaat) kunnen de stamcellen eenvoudig uit het bloed verzameld worden.
Nee, echt pijnlijk is de afname van stamcellen niet. Er zijn twee manieren om stamcellen af te nemen bij een donor: uit het bloed en uit het beenmerg. Een afname uit het beenmerg gebeurt onder algemene verdoving, wat op zich vrij ingrijpend is om als gezond persoon te ondergaan.
De toediening van de stamcellen gebeurt via een bloedtransfusie. Het toedienen van de stamcellen duurt ongeveer een half uur. De nieuwe stamcellen vinden vanuit het bloed zelf hun weg naar het beenmerg waar ze in actie schieten en bloedcellen gaan aanmaken.
Afhankelijk van de soort stamceltransplantatie verblijft u nog enkele dagen tot meer dan een maand in het ziekenhuis. De eerste periode na de stamceltransplantatie ervaren veel patiënten als een zware tijd. Er is sprake van bijwerkingen van de intensieve behandeling met chemotherapie en/of radiotherapie.
Op het moment dat u uit het ziekenhuis wordt ontslagen, zijn uw conditie en uw afweersysteem nog niet hersteld. Gemiddeld duurt dit na een autologe transplantatie een halfjaar en na een allogene transplantatie een jaar. Daarom zult u gedurende dit halfjaar of jaar te maken krijgen met beperkingen in uw dagelijks leven.
Een droge mond, verandering of verlies van smaak en reuk is een veelvoorkomende klacht na stamceltransplantatie. Perioden van misselijkheid, braken en/of een veranderd ontlastingspatroon kunnen tot een aantal maanden na de transplantatie nog optreden. Bij deze klachten kan er ongewenst gewichtsverlies optreden.
De gekregen stamcellen groeien niet direct uit tot bloedcellen. Het duurt zo'n 2 tot 3 weken voor dat zover is. Deze periode heet 'de dip'.
Aan het afnemen van het beenmerg zelf zijn geen risico's verbonden, behalve het geringe risico van de algehele narcose. Er kan een lichte bloedarmoede ontstaan na de beenmerg-afname, wat vermoeidheid kan veroorzaken. Vaak krijgt u voor een maand ijzertabletten mee om dit tekort weer aan te vullen.
Er zijn twee manieren om stamcellen af te nemen. Het kan via het bloed (PBSC: perifere stamcelbloeddonatie) of via het beenmerg. In tweederde van de gevallen wordt gekozen voor stamceldonatie via het bloed. Het is de arts die bepaalt welke vorm wordt gekozen.
De belangrijkste bijwerkingen van een stamceltransplantatie zijn een verhoogd risico op infecties en bloedingen (hemorragie, bloeduitstortingen). Dat zijn niet de bijwerkingen van de stamceltransplantatie zelf, maar van het feit dat vóór de transplantatie je eigen (resterende) beenmerg volledig vernietigd moet worden.
Als een stamceltransplantatie mislukt, kunt u overlijden. Dit kan komen doordat de donorstamcellen niet aanslaan. Maar vaker komt het door ernstige complicaties zoals de graft-versus-host-ziekte of infecties. De kans op overlijden na een allogene stamceltransplantaties ligt tussen 15 en 20%.
Voorafgaand aan de infusie van de stamcellen krijgt de patiënt chemotherapie en immuunremmers om plaats te maken voor de donorcellen in het beenmerg en tevens de zieke cellen zoveel mogelijk op te ruimen.
Een patiënt die na twee jaar nog in leven is, heeft ongeveer f 231.000,- aan kosten gegenereerd. Voor transplantaties met onverwante donoren komen de kosten per patiënt op ongeveer f 334.500,- (en f 382.500,- indien de patiënt na twee jaar nog in leven is).
Partiële antibiotische decontaminatie (PAD) en isolatie
In de periode waarin het eigen beenmerg is uitgeschakeld en de donor stamcellen nog moeten uitgroeien (de 2 weken na de transplantatie) is de afweer tegen infecties met bacteriën sterk verminderd.
Isala heeft een samenwerkingsverband met het Amsterdam UMC (locatie VUmc) op het gebied van allogene stamceltransplantaties. De eventuele voorbehandeling met chemotherapie gebeurt in Isala, net als voorbereidende onderzoeken voorafgaande aan een allogene stamceltransplantatie.
Het stamcelrijke deel komt in een zakje terecht. Het overige bloed wordt weer op lichaamstemperatuur gebracht en komt via een naald in je andere arm terug in je lichaam. Je krijgt extra calcium toegediend om bijwerkingen te voorkomen. De afname duurt 3 à 4 uur.
“Iedere inschrijving van een donor kost de stichting 35 euro. Wanneer we deze besteden aan een potentiële match, is dit rendabeler dan dat we dit aan mensen ouder dan 35 jaar uitgeven die minder kans hebben op een match,” legt Bert Elbertse van Stichting Matchis uit.
Iedereen die aan de gezondheidseisen voldoet, in Nederland woont en in de leeftijdscategorie 18 tot en met 35 jaar valt, kan zich kosteloos aanmelden als stamceldonor. Je kunt je kosteloos registreren als stamceldonor als je 18 tot en met 35 jaar bent.
Stamceltransplantatie. Aan het eind van de behandeling met chemotherapie blijft er nog steeds een grote kans bestaan dat de leukemie 1 tot 2 jaar na de behandeling weer terugkomt. Bij sommige patiënten is er daarom nog een behandeling met chemotherapie gevolgd door een stamceltransplantatie nodig.
Vervolgens worden de nieuwe stamcellen via een infuus aan de patiënt gegeven. Dan volgt het wachten … een lange periode waarbij je in isolatie verpleegd moet worden vanwege het risico op infecties. Er zijn ook bijwerkingen op organen als de lever, nieren, longen.
Een allogene stamceltransplantatie is een transplantatie met stamcellen en afweercellen van een donor. De afweercellen van de donor sporen de zieke cellen op en vernietigen deze. De stamcellen van de donor vervangen uw eigen stamcellen en maken weer nieuwe bloedcellen aan.
Stamcellen kunnen zich nog tot elke cel met een functie differentiëren, oftewel veranderen. Stamcellen zijn in te delen in vier verschillende categorieën: totipotente stamcellen, pluripotente stamcellen, multipotente stamcellen en unipotente stamcellen.
Om het risico op terugkeer van de leukemie te verkleinen. Die nabehandeling kan bestaan uit intensieve chemotherapie met of zonder aanvullende bestraling in combinatie met een stamceltransplantatie. Stamceltransplantatie is een behandeling waarbij je stamcellen krijgt toegediend.
Graft-versus-host-ziekte (oftewel 'graft versus host disease'; GvHD) wordt ook wel omgekeerde afstotingsziekte genoemd. Graft-versus-host-ziekte ontstaat als de afweercellen van de donor de weefsels van de patiënt als vreemd herkennen. Daardoor vallen de afweercellen van de donor, het weefsel van de patiënt aan.