“Bovendien zijn een goede orde en sfeer in de klas belangrijk om tot leren te komen. De leerling die zich misdraagt, kan later ernstige problemen krijgen. ...
Kies een paar concrete afspraken. Formuleer regels positief. ...
Wat moet je doen als een leerling de les verstoort?
5.2 Aansturen met lichaamstaal. Als een leerling de les verstoort, is het eerste wat je doet de verstoring met lichaamstaal aansturen met als doel daarmee de verstoring op te lossen. Deze manier van oplossen van een verstoring draagt bij aan de orde omdat je onhoorbaar en efficiënt storend gedrag oplost.
Leerlingen die negatieve aandacht vragen (door de klas roepen, brutaal zijn, ongevraagd van de plaats komen) doen dit omdat de leraar vaak onvoorspelbaar is in zijn aandacht gevende gedrag. Negatieve aandacht is over het algemeen intens, efficiënt (snel en makkelijk), voorspelbaar en duidelijker dan positieve aandacht.
Maak af en toe eens een praatje, los van de schoolopdrachten. Hiermee stel je leerlingen wat meer op hun gemak. Wanneer leerlingen toch een keer een negatieve emotionele uitbarsting hebben, benader ze dan rustig en vraag wat er aan de hand is.
Formuleer regels positief. In plaats van 'We praten niet', zeg je beter: 'We werken in stilte' of 'We steken onze vinger op. ' Stel niet te veel regels op, zeker voor jongere leerlingen. Kies er een paar uit waarmee je het meest storende gedrag opvangt en herhaal ze regelmatig, mondeling of met pictogrammen.
Pesten kan stoppen of afzwakken als andere kinderen het pestgedrag afkeuren of aan iemand van het schoolteam melden. Dat is niet 'klikken' of roddelen. Toekijken of meelopen heeft net het omgekeerde effect: het kind dat pest voelt zich gesterkt. Wijs je kind op de gevolgen voor het kind dat gepest wordt.
Praat niet te luid of te snel. Geef geen instructies tot iedereen stil is. Betreed het domein van de leerlingen: loop door de klas, spreek babbelaars van dichtbij rustig aan. Breng rustmomenten in je les: lezen, individuele oefeningen, videofragment …
De afspraken om rust in de klas te krijgen zijn niet duidelijk. Rust in de klas creëer je door samen afspraken te maken over hoe je met elkaar omgaat. In de meeste groepen worden wel regels afgesproken waar je je aan te houden hebt. Soms zijn het schoolbrede regels, maar meestal worden ze wel per groep gemaakt.
Directe ontspanning. Op momenten dat dat nodig is in de groep (bijvoorbeeld wanneer het 'stormt' in de klas, of voor een toets, na het buitenspelen of na een intensieve les).
Ga eerst in gesprek met zowel de gepeste als met de pester(s). Spreek de pester aan op zijn gedrag en tref sancties. Mocht het niet duidelijk zijn wie de gepeste en/of pester(s) zijn ga dan in gesprek met teams en afdelingen. Als de pester een collega-leidinggevende is, spreek deze dan aan op zijn gedrag.
De No Blame-aanpak is een methode waarbij de groep wordt betrokken wanneer je zoekt naar een oplossing. We geloven in deze aanpak omdat de kracht van de groep nooit overschat kan worden, omdat de methode geweldloos is en omdat ze oog heeft voor alle betrokkenen in een pestsituatie.
Bij het verminderen van gedragsproblemen en stoornissen zijn twee behandelprincipes het meest effectief, namelijk gedragstherapie en cognitieve gedragstherapie (CGT). Uitgangspunt bij gedragstherapie is dat gedrag bepaald wordt door wat eraan voorafgaat, en wat erop volgt.
Jouw aanmoediging, aandacht, kus of knuffel stimuleren positief gedrag bij je kind. Net zoals het belangrijk is goed gedrag te belonen, is van belang dat je nalaat om negatief gedrag te belonen. Hoe kun je dit doen? Bijvoorbeeld door het ongewenste gedrag actief te negeren.
Begin met het vertellen van het doel van je les; de kennis en/ of de vaardigheden die de leerlingen aan het eind gaan weten en/ of kunnen. Zorg voor een boeiende “haak”; iets wat aansluit bij de leerlingen, iets wat ze interessant vinden of waarvan je zeker weet dat ze willen weten wat het is en/of hoe het werkt.
De school vindt jassen in de klas onveilig. Bij lessen als scheikunde of techniek kan een overdaad aan jassen gevaren opleveren voor de leerlingen. Bovendien moeten de scholieren tegen elkaar beschermd worden. Mevrouw Bloem: ,,In jassen kun je ook voorwerpen verbergen om klasgenoten mee te bedreigen.''