Hoelang de waarom-fase duurt verschilt per kind. Net als dat het verschilt op welke leeftijd het begint. Sommige kinderen beginnen op hun tweede al vragen op je af te vuren, andere pas in de kleutertijd.
Vaak beginnen kinderen vanaf een jaar of drie met het stellen van 'waarom' vragen. Je kind is nieuwsgierig en wil de wereld beter begrijpen. Dit is een grote mijlpaal voor zijn taalontwikkeling. Door het vragen stellen, leert je kind namelijk verbanden leggen.
Je kind is leergierig en kan trots laten weten welke kleuren hij kent en hoever hij kan tellen. Hij 'tekent' zijn naam graag, soms met letters in spiegelbeeld. Hij vraagt je de oren van het hoofd met 'waarom dit' en 'waarom dat'. Kinderen van 4 jaar hebben moeite met tijdsbesef en opeenvolgende gebeurtenissen.
Tijdens de waarom-fase, die begint rond de 2,5 – 3 jaar, leert je kind dat er meer is dan allen het kleine wereldje om zich heen, dat bepaalde dingen bij elkaar horen en dat hij zijn gedachten om kan zetten naar vragen.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Cognitieve ontwikkeling
Tussen 6 jaar en 7 jaar maakt je kind een grote sprong in zijn cognitieve ontwikkeling, omdat hij concreet leert denken. Hij denkt nog wel in plaatjes: wat hij leert, moet hij voor zich kunnen zien. kan getallen herkennen en schrijven en heeft begrip voor 'erbij' en 'eraf'.
4-jarige meisjes spannen de kroon
Met 4-jarige meisjes als ultieme winnaressen in de nieuwsgierigheidscategorie: zij pronken bovenaan de lijst met een duizelingwekkende 390 vragen per dag. De 'verliezers' bleken met 'slechts' 144 vragen per dag de categorie 9-jarige jongens.
Tips voor brutaal en opstandig gedrag
Als je kind brutaal is of opstandig doet, blijf dan rustig. Je stem verheffen of schreeuwen helpt niet. Als je je kind zijn zin geeft, beloon je het gedrag en gaat je kind het vaker doen. Als je kind is afgekoeld, is het belangrijk dat je met je kind over het gedrag praat.
Een kind van 4 jaar kan goed zijn evenwicht bewaren en kan hinkelen. Hij kan een kleine bal vangen en hij begint te oefenen met activiteiten als fietsen (zonder zijwieltjes) en rolschaatsen. Hij vindt het erg leuk om te rennen, te springen en te klimmen.
De meeste kinderen starten met het herkennen en benoemen van kleuren als ze twee, drie jaar zijn. Aan het begin van groep 1 kennen de meeste kinderen de primaire kleuren rood, geel en blauw. Veel kleuters hebben ook al een lievelingskleur. Bij kleine meisjes is dat vaak roze.
Waarom vragen peuters waarom? Met deze soort vragen brengen kinderen hun gedachten onder woorden. Ook oefenen ze met het stellen van vragen en stillen ze hun honger naar nieuwe kennis. Nieuwsgierig als ze zijn, willen ze het liefst alles weten.
De meeste kinderen beginnen zo rond de drie jaar met het stellen van 'waarom-vragen'. Het kind is nieuwsgierig en wil weten en begrijpen. Door middel van 'waarom-vragen' breidt het kind zijn kennis van en begrip over de wereld om hem heen uit door het gebruik van de taal.
In professionele gespreksvoering worden vaak 'waarom'-vragen gesteld. De bedoeling achter het stellen van dergelijke vragen is waarschijnlijk meestal goed. Als we in gesprek zijn met mensen is het immers vaak verstandig om te proberen te begrijpen hoe zij denken over dingen en wat de redenen zijn waarom ze dingen doen.
Bij kinderen en jongeren met ODD en CD nemen de symptomen over het algemeen in de loop der tijd af, ook zonder behandeling. Sommige kinderen en jongeren blijven symptomen vertonen, bij anderen nemen de symptomen af en verdwijnt de diagnose (Bunte e.a., 2014; Lahey e.a., 1995).
Op jonge leeftijd wordt ODD meer waargenomen bij jongens, maar bij oudere kinderen komt het net zoveel voor onder jongens als onder meisjes. Bij ODD lijkt er sprake te zijn van een combinatie van erfelijke factoren en omgevingsfactoren die samen zorgen voor het ontstaan van ODD.
Kinderen met ODD spelen ouders vaak tegen elkaar uit. Probeer als ouders op 1 lijn te staan, maar blijf wie je bent. Leer wenselijk gedrag te belonen. Geef grenzen aan ten aanzien van het gedrag, zonder het kind zelf af te wijzen.
Kinderen zeggen gemiddeld per dag 378 keer het woord ”MAMA” als ze iets nodig hebben, iets willen of als ze verdrietig zijn en dit tegen de 78 keer “PAPA” per dag. We gooien er natuurlijk even een disclaimer tegenaan, want dit geldt niet voor ieder gezin, er zijn een hele hoop uitzonderingen.
Als je kind 3 jaar wordt, gaat hij zijn zinnen steeds verder uitbreiden, tot vier- en vijf-woordzinnen. Je kleine kan op deze leeftijd al ongeveer 1.000 woorden zeggen, en hij begrijpt er 1.250. Onder die woorden zijn ook abstracte begrippen, zoals gevoelens en bijvoeglijk naamwoorden.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Je kind van 4 jaar kan:
tellen tot 10. de cijfers 1 t/m 5 herkennen.
6 tot 10 jaar. Wanneer je kind naar groep 3 gaat kent het de dagen van de week en soms ook de verschillende maanden. In groep 3 en 4 groeit het tijdsbesef verder en leert je kind klokkijken. Eerst leert het hele en halve uren herkennen en benoemen.