Een goed uitgangspunt bij het fotograferen van het noorderlicht: apertuur f/2.8, ISO 1600 (hoger als het heel donker is) en 15 seconden sluitertijd. Onthoud dat wanneer het noorderlicht snel en actief door de hemel danst, je de sluitertijd best korter maakt.
Je kan het Noorderlicht filmen. De beste manier om dat te doen, is door een timelapse te maken van het Noorderlicht. Dat is dus een serie van foto's die heel snel achter elkaar zijn geschoten. Bijvoorbeeld met 1 seconde tussen elke foto.
Een lens met een lichtsterkte van f/2.8 is een goed uitgangspunt, maar sneller is beter. Je wilt namelijk de sluitertijd kort houden. Zo hou je zoveel mogelijk de vormen en structuur van het noorderlicht intact. Als de sluitertijd te lang wordt vervagen de structuren tot een wazige groene vlek.
Welke sluitertijd moet je kiezen bij beweging? Voor een portretfotografie kun je je camera het beste instellen op 1/250 seconde. Personen bewegen nu eenmaal. Wil je een foto maken van een spelend kind, een sporter of een beweeglijk hier, dan kun je je sluitertijd het beste instellen op 1/1000 tot 1/1250 seconde.
De Tv-stand gebruik je wanneer de sluitertijd bepalend is voor de foto. Bijvoorbeeld wanneer je een kind of dier wilt fotograferen wat snel beweegt. Door de Tv-stand te gebruiken voorkom je dat je onderwerp bewogen op de foto staat. Ook wanneer je (van statief) een lange sluitertijd wilt, is de Tv-stand ideaal.
De sluitertijd bepaalt hoe lang er licht op de sensor van je camera valt. Zo lang de sluiter van je camera open staat, komt er licht op de sensor. Hoe lang de sluiter open staat, heeft invloed op hoe een beweging in beeld komt: bewogen of 'bevroren'.
Een diafragma van F 2,8-5,6 is een goede keus voor het fotograferen van het noorderlicht. Het diafragma staat dan ver open zodat er veel licht op de sensor van de camera kan vallen. Je kan het beste beginnen met een sluitertijd van maximaal 15-30 seconde.
De Canon 100-400mm f/4.5-f/5.6, de Tamron 100-400mm f/4.5-f/6.3 en de Nikon 80-400mm f/4.5-f/5.6 zijn lenzen waarmee je aardig dicht bij je onderwerp komt. Wil je nog dichterbij, dan zul je moeten kiezen voor een 500mm, 600mm of zelfs een 800mm-objectief. Telelenzen zijn fantastisch, maar vaak zwaar en…
Eerste vereiste is dat het donker is tussen 18.00 en 01.00, als de lichten het best zichtbaar zijn. Dat is alleen zo in de late herfst, de winter en de vroege lente. Feitelijk heb je dus van 21 september t/m 21 maart kans het licht te zien. Echter speelt ook de helderheid een essentiele rol.
Het ontstaan van het noorderlicht
Door de explosie worden geladen deeltjes de ruimte ingeschoten die de aarde kunnen bereiken. Als de geladen deeltjes in het magnetisch veld van de aarde terechtkomen, worden ze automatisch in de richting van de polen getrokken waardoor het noorderlicht ontstaat.
Met Nightshift komt er een oranje gekleurde filter over je scherm. Op die manier wordt het blauwe licht dat er normaal uitstraalt gecontrasteerd en dus verminderd. Met Nightshift wordt het vooral in het donker prettiger om naar je scherm te kijken.
Afhankelijk van de hoeveelheid licht binnen, gebruik je binnen een ISO waarde van 400 tot ongeveer 800. Ga je buiten in de schemer of het donker fotograferen? Dan gebruik je een ISO waarde tot 1600 of 3200. Kijk uit voor ruis bij ISO waarden vanaf 1600.
Kies de juiste instellingen voor scherpe foto's
Een mogelijke oplossing is je camera instellen op sluitertijdenvoorkeuze en een sluitertijd kiezen waarvan je zeker weet dat die scherpe foto's zal opleveren. Ook kun je de ISO-waarde van je camera met een of meerdere stops verhogen.
De onderlinge verhouding tussen sluitertijd en diafragma. Hoe groter het diafragma (dus, hoe kleiner diafragmagetal), hoe meer licht er door de lens komt. Hoe sneller de sluitertijd hoe korter er licht op de sensor valt. In die twee zinnen is eigenlijk de onderlinge verhouding tussen sluitertijd en diafragma al genoemd ...
De instellingsknop waarmee je de ISO instelt zit bij iedere camera ergens anders. Op Canon camera's zit er vaak bovenop het toestel een ISO-knop. Als je een Nikon camera hebt, stel je de ISO meestal in via het menu. Zodra je in het ISO-menu zit, gebruik je de navigeerknoppen om langs de diverse waarden te gaan.
In de M-stand fotograferen is in principe heel eenvoudig. Je hoeft alleen het programmakeuze-wiel van je camera op M te zetten. Afhankelijk van het cameramodel kun je dan zelf de gevoeligheid, sluitertijd en het diafragma instellen (zie handleiding camera).
Het diafragma kan je op verschillende manieren instellen. Zo staan in de AV-stand (op andere camera's dan Canon is het A-stand) alle andere elementen al ingesteld, en hoef je enkel het diafragma zelf in te stellen. Dus als jij het diafragma hoger zet, dan past de camera de sluitertijd en ISO-waarden daarop aan.
Een klein diafragma (gesloten lens) wordt aangeduid met een hoog of groot f-getal. Hoe lager het getal, hoe groter het diafragma en hoe kleiner de scherptediepte is. Er is een kleiner gebied scherp. Hoe groter de opening, des te meer licht er op de sensor valt.
Draai de bovenkant van de camera naar je toe. Bovenop de camera vind je een bedieningsknop met diverse modi. In de standen P, Tv en M stel je de sluitertijd op een Canon spiegelreflexcamera handmatig in.
De belichtingsdriehoek is de samenvattende term voor de drie belangrijkste hoofdinstellingen van fotografie: de sluitertijd, het diafragma en de ISO-waarde. Deze drie instellingen bepalen de belichting van je foto en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Wat is True Tone? De True Tone functie van Apple in je iPhone en iPad zorgt ervoor dat de witbalans van het scherm zich afstelt op de omgeving. Wit op je scherm kan oranje of blauw lijken door de kleur van het licht om je heen, dit probeert True Tone te compenseren.