De verse kokkels, ook wel hartschelp genoemd, hebben een heerlijke zomerse smaak. Helemaal in combinatie met een pasta, verse peterselie, witte wijn, parmezaan en citroensap. Kokkels zijn tweekleppige schelpdieren die in de bodem van zoute en brakke wateren leven.
Was de kokkels een paar keer in koud water en check of er open schelpjes tussen zitten. Tik er even op: gaan ze dicht, dan kunnen ze mee. Blijven ze open of zijn ze kapot, gooi ze dan weg.
Kokkels komen in bijna alle zeeën voor en zijn de meest voorkomende schelpen in Noord-Europa. Kokkels zijn te eten als mosselen en ze zijn het hele jaar te verkrijgen. Ook kokkels moet je, zoals de meeste schelpen, dicht kopen. De mossel is een schelpdier welke voorkomt in de Nederlandse kustwateren.
Vongole is Italiaans voor venusschelpen. Eigenlijk kunnen venusschelpen worden gezien als het Italiaanse broertje van de Nederlandse kokkels. Qua smaak is er nauwelijks verschil tussen de twee. Wel zijn venusschelpen wat groter, platter en gladder dan de geribbelde kokkels.
Gekookte kokkels zijn bij een temperatuur van 0 tot 4 graden in de koelkast slechts enkele dagen houdbaar. De verse daarentegen zijn 7 tot 10 dagen vanaf de vangst houdbaar op een donkere plaats bij een temperatuur van maximaal 3 graden.
De kokkels onder koud stromend water wassen en schoon maken. Gooi gebroken en hele zware schelpen die vol zand zitten weg. Zet de kokkels een paar uur in zout water, dan spugen ze het zand uit.
Eten en gegeten worden
Beide soorten kokkels zijn weinig kieskeurig in wat ze eten: als ze het maar uit het water kunnen filteren. Het kunnen kleine voedseldeeltjes zijn maar ook eencellige algen. De larven eten waarschijnlijk vooral algen. De kokkels worden op hun beurt weer gegeten door krabben, vissen en vogels.
Mosselen kunnen rauw, gekookt, gebakken of gefrituurd gegeten worden. Kook ze niet te lang, ongeveer 10 minuten, anders worden ze taai en donkerbruin.
Verspreiding en habitat
Kokkels komen voor van Noorwegen tot West-Afrika en in het westen van de Middellandse Zee. Bij ons zijn ze aan de kustlijn een algemene soort waarvan je de schelp vaak op een strandwandeling aantreft. De kokkel leeft vlak onder het oppervlak, tot zo'n 5 centimeter ingegraven in de bodem.
Kokkels. Kokkels zijn schelpdieren en zijn zowel in de Oosterschelde als Westerschelde van Zeeland te vinden. Ze leven voornamelijk in gebieden die regelmatig droogvallen en worden van eind augustus tot eind december gevangen. Kokkels worden geserveerd in soepen, ragouts of in een lekkere visschelp.
Mosselen zijn tweekleppige schelpdieren die vaak dicht op elkaar leven. Ze verkiezen een leefomgeving in een getijdenzone en op plaatsen met een sterke branding. Ze hangen vastgehecht aan elkaar en aan een vaste ondergrond, bijvoorbeeld stenen, palen en touwen.
Lekker als voorgerecht, in pasta's of op een zeevruchtenschotel. Meestal worden ze gekookt of gestoomd, maar ook gewokt of gegrild smaken ze heerlijk.
Bak de knoflook en citroenschijfjes 30 seconden, zet het vuur hoog, voeg de bruine venusschelpen toe en doe het deksel op de pan. Kook 2 tot 3 minuten tot de venusschelpen allemaal open zijn, schud de pan af en toe heen en weer (gooi de venusschelpen die niet opengaan weg).
Vongolen kunnen het hele jaar door worden gegeten, maar het verschilt wel per seizoen hoe lekker de vongole smaakt. Vongolen zijn minder lekker als ze in de zomermaanden juli en augustus worden gevangen. Dit heeft o.a. te maken met de temperatuur van het water. Vongolen smaken beter als ze uit koud water komen.
Vooralsnog worden schaaldieren, in tegenstelling tot vissen, in de EU niet ingedeeld bij dieren die gevoel hebben.
Niet veel mensen weten dat het mosselseizoen vanaf juli tot en met half april in het jaar erop loopt. Men zou dus beter kunnen zeggen 'mosselen eten als de r in het seizoen is'; zomer, herfst en winter.
Uit het mosselpannetje of gebakken. Heerlijk. Maar dan, een half uur na het eten komt het: je begint te zweten, wordt misselijk en moet overgeven. Drie dagen lang voel je je ontzettend beroerd – dat was dus een 'verkeerde' mossel.
Kokkels kunnen ongeveer 10 jaar oud worden.
De kokkel wordt ook wel hartschelp genoemd en heeft een fraai gevormde dikke schelp met diepe ribbels en kan 6 cm groot worden. Aan de ringen op de schelp kun je zien hoe oud deze is.
Kokkels moeten net als mosselen vers zijn. Ze mogen niet echt naar vis ruiken, maar je moet wel de zee kunnen ruiken. De schelpen moeten ook hier nog dicht zijn, hoewel er natuurlijk weel een paar al open kunnen zijn. Maar niet te veel.
De kooktijd voor cocciole is namelijk 7 minuten. Dit betekent dat de pasta na 7 minuten koken al gaar is en klaar is om gegeten te worden. Natuurlijk kan je ervoor kiezen om de pasta langer of korter te koken.
Schelpen waar het weekdier nog in zit moeten eerst gekookt worden. Met een speld of een stukje ijzerdraad haal je het diertje eruit. Daarna worden de schelpen geweekt in waterstofperoxide, zuurstofbleekmiddel, heel zwak zoutzuur of een bleekwateroplossing. Een nachtje in sodawater verwijdert algen.