Schakel op het tabblad Pagina-indeling onder Rasterlijnen het selectievakje Afdrukken in.
Klik met de rechtermuisknop op de selectie en kies Rijen zichtbaar maken (voor kolommen kiest u Kolommen zichtbaar maken). Selecteer Bestand > Afdrukken. Selecteer Afdrukken voor een afdrukvoorbeeld.
U kunt rasterlijnen weergeven of verbergen op een werkblad in Excel voor het web. Schakel op het tabblad Beeld in de groep Weergeven het selectievakje Rasterlijnen in om rasterlijnen weer te geven of schakel het selectievakje uit om ze te verbergen.
Tip: Als u meerdere afdrukbereiken wilt instellen, houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u op de bereiken die u wilt afdrukken. Elk bereik wordt op een afzonderlijke pagina afgedrukt. Klik op het tabblad Pagina-indeling in de groep Pagina-instelling op Afdrukgebieden klik vervolgens op Afdrukgebied instellen.
Open het PDF bestand in Adobe Acrobat en ga naar Bestand > Afdrukken. In het dialoogvenster dat geopend wordt klik je op Printer. Achter Rand selecteer je de optie Geen uit het dropdown menu. Daarna klik je op Afdrukken.
Als er geen niet-geselecteerd werkblad zichtbaar is, klikt u met de rechtermuisknop op de tab van een geselecteerd werkblad en klikt u in het snelmenu op Groepering bladen opheffen. , klik op de pijl naast Afdrukken en klik vervolgens op Afdrukvoorbeeld.
Raster: Als u het raster weergeeft, verschijnt een reeks niet-afdrukbare kruisende horizontale en verticale lijnen in een lay-out, waarmee u objecten kunt maken, vergroten/verkleinen, plaatsen en uitlijnen. Wanneer u de maateenheid verandert, worden de rasterlijnen automatisch aangepast.
Als u de rasterlijnen wilt weergeven, klikt u in Excel, PowerPoint of Word op het tabblad Beeld en schakelt u het selectievakje Rasterlijnen in .
Selecteer de eerste cel of het eerste celbereik en houd Ctrl ingedrukt terwijl u de andere cellen of bereiken selecteert. U kunt ook de eerste cel of het eerste celbereik selecteren en vervolgens op Shift+F8 drukken om een andere niet-aangrenzende cel of niet-aangrenzend bereik toe te voegen aan de selectie.
Een PDF-bestand afdrukken
Ga vanuit een moderne browser, zoals Edge of Chrome, naar de OneDrive- of teambibliotheek en open het PDF-Bestand. Het bestand wordt geopend op een nieuw browsertabblad. Klik op Afdrukken. Selecteer opties, zoals de afdrukstand en het aantal exemplaren, en klik vervolgens op Afdrukken.
Met de functie afdrukbereik geef je het gebied aan dat je wil afdrukken in een werkblad. Deze functie vind je onder het menu Pagina-indeling. Selecteer het bereik dat je wil afdrukken, klik bij Afdrukbereik op “Afdrukbereik bepalen” en druk vervolgens je gegevens af.
De dikte van een lijn wijzigen
Als u het tabblad Hulpmiddelen voor tekenen of Opmaak niet ziet, dubbelklikt u op de lijn zodat deze zeker is geselecteerd. Wijs Lijndikte aan en klik vervolgens op de gewenste lijndikte. Als u een aangepaste lijndikte wilt maken, klikt u op Meer lijnen en selecteert u de gewenste opties.
Klik op Weergave > Hulplijnen > Dynamische hulplijnen.Klik op het object dat u wilt uitlijnen. Tip: Als u meerdere objecten wilt selecteren, houdt u Shift ingedrukt en klikt u op de gewenste objecten.
Selecteer op het tabblad Pagina-indeling de optie Pagina-instelling. Selecteer onder Schaal de optie Aanpassen aan en typ 1 in zowel het vak pagina('s) breed als het vak pagina('s) hoog. Selecteer OK. Klik in het menu Bestand op Afdrukken.
In de rasterweergave kun je ervoor kiezen om alleen de foto's af te beelden, maar als je het handig vindt kun je er ook extra informatie bij plaatsen zoals de bestandsnaam, resolutie en classificatie. Vanuit de Adobe Lightroom bibliotheek kun je op sneltoets 'J' drukken om de weergave te wijzigen.
Wanneer je foto een resolutie van 30 pixels per centimeter heeft, dan weet je zeker dat je foto een voldoende kwaliteit heeft. Wanneer je foto 60 pixels per centimeter heeft dan is er zelfs sprake van uitstekende kwaliteit, in andere woorden: high definition quality!
Begin met een controle van uw hardware. Controleer of het netsnoer van de printer is aangesloten op een wandcontactdoos en of de printer is ingeschakeld. Als u afdrukt via een gedeelde printer of een printer op een netwerk, moet u ook controleren of alle benodigde computers en routers zijn ingeschakeld.
Kies 'Archief' > 'Druk af'. Kies een of meer van de volgende afdrukopties: Alleen geselecteerde miniaturen afdrukken: Selecteer 'Selectie' in Voorvertoning. Afbeeldingen of pagina's automatisch roteren, zodat ze zo efficiënt mogelijk worden afgedrukt: Selecteer 'Roteer automatisch' in het gedeelte 'Voorvertoning'.