Wanneer je naar suiker snakt, schommelt je bloedsuikerspiegel en heeft je lichaam een energietekort. Je kan jezelf dan het beste voeden met onbewerkte koolhydraten (zoete aardappelen, quinoa en wilde rijst) of met natuurlijke suikers uit vers fruit.
Te weinig eten
Als je eet, duurt het een tijdje om de energie uit je voeding op te nemen. Daardoor is je bloedsuikerspiegel vlak na de maaltijd nog niet op peil. Hierdoor geeft het lichaam nog niet het signaal dat het genoeg heeft. Daardoor heb je behoefte aan snelle suikers, zoete dingen.
Suiker is lichamelijk verslavend. De meeste mensen ervaren daarom afkickverschijnselen van suiker als diarree en prikkelbaarheid. Maar niet iedereen krijgt even heftige afkickverschijnselen van suiker en hoe lang ze duren wisselt ook per persoon. Gemiddeld duren de afkickverschijnselen twee tot zeven dagen.
Als je normaal gesproken veel suiker eet en er nu mee stopt, kun je je tijdelijk chagrijnig en prikkelbaar voelen. Dit komt door de lage niveaus van dopamine en serotonine. Veel mensen ervaren in het begin ook vermoeidheid en hoofdpijn, maar dit duurt meestal een week en gaat daarna weer weg.
Jouw drang naar zoet na de maaltijd kan betekenen dat je een schommelende bloedsuikerspiegel hebt. Als je niet de juiste macronutriënten en veel snelle koolhydraten (uit bijvoorbeeld brood, rijst, aardappelen of pasta) eet, dan stijgt je bloedsuikerspiegel snel, om vervolgens snel na de maaltijd weer te dalen.
Dat suiker zo verslavend is, komt door de geraffineerde suikers die gebruikt worden. Dit is hele zoete suiker. Het zorgt ervoor dat je hersenen steeds meer suiker nodig hebben om te kunnen werken. Daarom krijg je steeds meer trek in snoep.
Naast dopamine wordt ook het stofje serotonine aangemaakt als je suiker of andere zoetigheid eet. Met voldoende serotonine in je brein voel je je rustiger en gelukkiger dan zonder dit stofje. Na een dag hard werken is dit het gevoel dat je graag wilt als beloning.
Een van de bekendste en meest effectieve eetlustremmer is gember. Gember is een wortel die je stofwisseling verhoogt en zorgt voor minder trek. Het is niet voor niets dat er vaak gemberthee wordt gedronken tijdens een dieet. Voor de rest is het belangrijk dat je op dagelijkse basis genoeg vezels binnenkrijgt.
Minder suiker betekent vaak meer energie. Je voelt je fitter en vrolijker. Dat zit zo: als je veel suiker neemt en weinig gezonde producten consumeert, dan kun je een tekort krijgen aan vezels, vitamines en mineralen. Hierdoor kun je moe worden of hoofdpijn krijgen.
Na enkele weken tot maanden geeft de weegschaal een kilo minder aan. Stel bijvoorbeeld dat je dagelijks 200 calorieën minder binnenkrijgt, dan weeg je na vijf weken een kilo minder. Je kunt zelfs nog sneller afvallen, omdat je minder gauw naar andere zoetigheden grijpt.
De winnaar: Chips kiezen we als winnaar, omdat chocolade een stuk meer suiker bevat. Qua calorieën loopt het bijna gelijk op. Ook het verschil in vet, vezels, eiwitten en koolhydraten is klein. Vergeet niet dat chips veel zouter is.
Nee, van suiker op zichzelf word je niet dik. Eet je dagelijks te veel producten die veel suiker bevatten? Dan kan suiker wel bijdragen aan het ontstaan van overgewicht.
Magnesium tekort
Veel mensen hebben al snel een tekort aan magnesium. En deze oh zo belangrijke voedingsstof is te vinden in – je raadt het al – chocolade. Je lijf geeft dus letterlijk aan waar het behoefte aan heeft. Neem in dat geval zeker een stukje pure chocolade, maar ga dus niet voor alles wat onder de 70% zit.
Als mensen geen brood eten, of biologisch brood of thuisgebakken brood zonder bakkerszout eten, kan dat leiden tot een jodiumtekort. Hierdoor kan krop weer de kop opsteken. Krop zorgt ervoor dat je schildklier trager gaat werken en opzwelt.
Vaak is de oorzaak van een constant hongergevoel een ongebalanceerde en/of eenzijdige voeding. Zo'n voeding zorgt voor onvoldoende verzadiging én hoge insulinespiegels in het bloed. Hiermee ontstaat een continue vraag naar suikers/koolhydraten om de insuline wat te doen te geven, zodat je constant honger ervaart.
Dit kunt u herkennen aan: zweten, trillen, duizelig worden en hoofdpijn krijgen. Bij een hyper is er juist te veel suiker in het lichaam. U moet vaker plassen, voelt zich moe en heeft enorme dorst.