Een kabel van 10 mm² komt overeen met een diameter van 3,6 mm.
Dikte van elektriciteitsdraden
Voor gewone stopcontacten zijn draden met een diameter van 2,5mm² noodzakelijk. Voor schakelaars en lichtpunten volstaat een dikte van 1,5mm².
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
Als ik een beschikbare 4 mm² (aard)draad meet (de enige die ik in huis heb van 4 mm²) dan meet ik met een digitale schuifmaat 2,6 mm diameter. Dat komt dan berekend πr² op 5,3 mm².
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Een (XVB kabel 3G6mm of XVB 5G6) en een automaat van 32 A wordt gebruikt voor de elektrische kookplaat. In de regel worden lichtkringen en stopcontacten afzonderlijk afgezekerd.
In de meeste gevallen kan men zonder problemen kabels gebruiken tot zo'n 5 á 10 meter lang. In veel gevallen werken ook kabels van 15 meter lang, of zelfs 20 meter lang zonder problemen.
Installatiedraad met een diameter van 2,5 mm2 (millimeter-kwadraat) voor 12 en 24 volt installaties, en tevens voor 230 volt installaties. Geschikt voor maximaal ca. 10 ampere in 12 en 24 volt installaties.
Koperoppervlak van de kabels is 25mm2. Diameter (dikte) is ongeveer 1,1 cm.
Stel je de draad voor als een hele langgerekte cilinder. Als je de cilinder door zou snijden zou het snijvlak de vorm van een cirkel hebben. Het oppervlak van deze cirkel is de 'draaddoorsnede', symbool A. De grootte van dit oppervlak bereken je met A = π·r2 mer r de straal (helft van de draaddikte).
diameter2 x π / 4. (het getal pi = π = 3.141592653589793...) De oppervlaktemaat is het kwadraat van de lengtemaat. ... π is een oneindig lang getal.
Bedrading in een groepenkast
De kast wordt als volgt bedraad: Een bruine (zwarte) en blauwe draad van minimaal 6 qmm voor de voeding van de hoofdschakelaar die door het energiebedrijf op de KWh-meter wordt aangesloten. Van de hoofdschakelaar naar de aardlekschakelaars, bruin (zwart) en blauwe draad minimaal 6qmm.
In een stijve buis van 16mm mogen 5 draden van 1,5mm2 of 4 draden van 2,5mm2. Een flexibele buis mag 4 draden van 1,5mm2 of 3 draden van 2,5mm2 bevatten. In een buis van 19mm mogen 5 draden van 2,5mm2, ongeacht de soort.
Voor de aansluiting tussen de meterkast en de perilex contactdoos in de keuken wordt een 19mm buis gebruikt met daarin 5 aders van 2,5mm². Als alternatief is het ook toegestaan om een grondkabel YMVK 5x 2,5mm² te gebruiken welke via de kruipruimte van de meterkast naar de keuken loopt. Het Perilex snoer heeft 5 aders.
De standaard dikte is 2.5mm voor de fase-, nul- en aarde-draden, en 1.5mm voor het schakeldraad. Met behulp van een trekveer kun je de VD draden door de leidingen trekken.
Vrijwel alle fabrikanten van zonnepanelen gebruiken 4mm² bekabeling. Dit is ook logisch, aangezien de stroom van de zonnepanelen vrij laag is in verhouding tot deze kabeldikte.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
Diameter van de kabel inclusief isolatie is ongeveer 8.7 mm.
Koperoppervlak van de kabels is 35mm2. Diameter (dikte) is ongeveer 1,2 cm.