Kabeljauw heeft een voorkeur voor water van rond de 10°C en komt overal in de Noordzee voor. Gewoonlijk zwemmen ze rond op een diepte van 150 tot 200 meter maar gaan wel tot 600 meter diep. Kabeljauw kan een lengte van 1,6 meter bereiken en 40 kilo wegen. Ze jagen op andere vis, kreeftachtigen, inktvissen en wormen.
Ze leven in de Noordelijke IJszee, het noordoosten van de Atlantische Oceaan, de Oostzee en de Noordzee. De kleur van kabeljauw varieert, afhankelijk van de kleur van de zeebodem in zijn leefgebied: van roodbruin in de Noorse fjorden, grasgroen voor de Deense kust tot bijna zwart voor kabeljauw uit de Baltische Zee.
Om op kabeljauw te vissen heb je een sterke hengel met pilker nodig. De ideale lengte van een boothengel varieert van 2.10 meter tot 2.40 meter. We raden voor het kabeljauwvissen zo'n 250 tot 300 gram lood aan. Om hem te vangen moet je de interesse van de kabeljauw lokken.
De meeste kabeljauw wordt voornamelijk gevangen met (pelagische) sleepnetten of boomkorren. Bij het gebruik van bodemsleepnetten en boomkorren is er steeds een grote hoeveelheid ongewenste vangst aanwezig, vaak soorten die reeds bedreigd worden door overbevissing.
Vissen op kabeljauw vanaf de kust gebeurt vrijwel altijd met ankerlood. Men kan dan kiezen voor een onderlijn met twee haaklijnen, al dan niet bevestigd aan twee afhouders VB1. Ziet men graag bijvangsten als schar, bot en wijting, dan kiest men voor haken nr. 2 en 1/0.
Lijndikte advies
Neem de voorslag van nylon en/of fluorocarbon niet te dun, omdat er anders een erg groot verschil in trekkracht komt. Neem op zijn minst 0.50mm. Bootvissen: Een diameter tussen de 0.28mm en 0.35mm is meestal voldoende. Wil je wat meer demping, gebruik dan nylon of fluorocarbon van minimaal 0.60mm.
De Super Elite T1 van TRABUCCO is één van de sterkste nylon die je op de markt kan vinden. Deze lijn kan je al terugvinden in zeer lage diktes met enorm hoge trekkrachten. De ideale lijn voor het vissen met de vaste hengel op voorn, brasem of karper.
Bodemvissen graven zich ook vaak in. Roofvissen voeden zich met kleinere vissen. Zij jagen zowel bij de bodem (kabeljauw en schelvis) als dicht bij het wateroppervlak (geep, zeebaars en wijting).
Gezouten en gedroogde kabeljauw noemen wij ook wel klipvis. Maar het beestje heeft meer namen: stokvis, rotsvis en op z'n Surinaams: bakkeljauw of bakkeljouw.
Echte kibbeling wordt van oudsher van kabeljauw gemaakt. De stukjes worden door een beslag gehaald, gefrituurd en eventueel bestrooid met viskruiden. Kabeljauw is schaarser geworden en daardoor duurder. Daarom wordt in plaats van kabeljauw vaak de goedkopere vissoort Alaska-koolvis gebruik.
Als aas wordt bij het wrakvissen vaak natuurlijk aas gebruikt zoals zeepieren, mesheften, zagers, krabjes of stukjes vis. Maar ook zeevis kunstaas zoals shads en pilkers zijn zeer geschikt om mee te wrakvissen. Houd er bij het vissen met kunstaas wel rekening mee dat het aas met enige regelmaat moet bewegen.
De vissen zullen goed bijten net voordat de zon opkomt en net na zonsondergang, wanneer er veel voedsel voor ze is. Tijdens het midden van de dag, wanneer de zon op het hoogste punt staat, zullen de vissen zich terugtrekken naar kouder, dieper water.
Hoe sterker de stroming, hoe groter de kans op aanbeten. Wil men grote leng vangen, dan denken we aan de wintermaanden met steeds ruwer wordende zee. Daarbij zware loodgewichten om op grote diepte, tot -200 meter te vissen. Bovendien moet je rekening houden met hevige vloedstroom.
"Kibbeling" is een verbastering van het woord "kabeljauwwang". Deze wangetjes worden apart uitgesneden en werden ooit als "kibbeling" aangeboden. Later is men buikstukken van grote witvissen (kabeljauw, koolvis e.d.) ook gaan verkopen als "kibbeling".
Kabeljauwen kunnen wel 25 jaar oud worden. Zulke grote kabeljauwen wegen tientallen kilo's. Vanaf de leeftijd van 4 jaar zijn ze geslachtsrijp. Hoe ouder en groter ze worden, hoe meer eitjes en nageslacht ze produceren.
Bakkeljauw is gedroogde en gezouten kabeljauw. Ook wel klipvis genoemd en in sommige gevallen wordt het ook gemaakt van koolvis en leng (goedkoper, maar minder lekker). De kunst van het drogen en zouten van vis werd ooit afgekeken door de Vikingen bij de Indianen.
We beginnen eerst maar met de oorsprong van de naam kabeljauw. Een veel gehoorde theorie zegt dat het komt van het Latijnse caput (kop) en latus (breed). Dus een dure naam voor dikkop.
Stokvis is een gedroogde vis die meestal gemaakt wordt van kabeljauw, maar ook van leng en haring. Om stokvis te maken, wordt de vis ontdaan van kop en ingewanden en aan stokken te drogen gehangen. Dit proces duurt ongeveer 3 maanden.
Kabeljauw is rijk aan veel verschillende vitamines en mineralen die allemaal een gezonde werking hebben in het lichaam. Zo bevat kabeljauw onder andere vitamine B11 (foliumzuur), vitamine B12, kalium, fosfor en magnesium. Vitamine B11, ook wel foliumzuur genoemd, is nodig voor de aanmaak van rode en witte bloedcellen.
Volwassen vissen hebben een lengte van minstens 60 cm, maar kunnen tot wel 2 meter lang en 100 kg zwaar worden. Kabeljauw groeit zeer snel, in de eerste levensjaren verdubbelt hij jaarlijks in gewicht. Leuk weetje: kabeljauw kan tot 25 jaar oud worden.
Wereldwijd is kabeljauw nog steeds een bedreigde vissoort. Daarom is het van bijzonder belang om bij de aankoop van een product rekening te houden met de oorsprong.
Bij nylon visdraad is dit wat anders die zijn wel gevoelig voor UV licht en het is verstandig om deze jaarlijks te vervangen. Het een ander valt natuurlijk samen met de frequentie waarin jij vist. Vis je heel veel dan kan het zijn dat een nylon visdraad maar een half jaar mee gaat.
-Voor de vaste hengel op witvis raden wij een nylon lijn aan tussen de 0.08 tot 0.16mm. De gekozen dikte is altijd afhankelijk van de gebruikte hengel. - Ga je specifiek met de vaste hengel op jacht naar karper, dan kies je een nylon lijn tussen de 0.18 tot 0.26mm.