De turbine komt op zo'n 6 km voor de kust van het Engelse Blyth. De zee is daar 40 m diep. Juist voor dit soort grotere dieptes is deze betonnen voet goedkoper dan heien. Een ander belangrijk voordeel is dat er veel minder werk op zee hoeft te gebeuren.
Om de 26 windmolens op het land te funderen is 45 kilometer betonnen heipaal nodig. Per windmolen 66 palen van 23 tot 30 meter lengte en 500 mm vierkant om één windmolen met een maximale rotorhoogte van 198 meter hoogte te kunnen funderen.
Deze turbines hebben een rotordiameter (de doorsnede van de cirkel die de wieken maken) van ongeveer 165 meter. Met één van de bladen in de hoogste (verticale) stand is de turbine ongeveer 190 meter hoog.
De territoriale zee eindigt 12 nautische mijl (22,2 kilometer) uit de kust. Alleen de windparken in de windenergiegebieden Hollandse Kust (zuid) en Hollandse Kust (noord) staan dichterbij. Daar staan de dichtstbijzijnde windturbines op 10 nautische mijl (18,5 kilometer) uit de kust.
Dit komt omdat windturbines op zee gecompliceerder zijn om te bouwen. De fundering en plaatsing van een dergelijke molen is niet eenvoudig. Dicht langs de kust hebben we te maken met vogeltrekroutes. Verderop in zee kun je er lastig bijkomen.
Windparken op zee kunnen naar verwachting 25 tot 35 jaar elektriciteit leveren. De eigenaar van een windpark is verplicht om het aan het einde van de levensduur te verwijderen. En al bij de bouw van het windpark moet daarvoor een forse bankgarantie ingeleverd worden.
Normaliter worden windturbines vastgezet met een fundering in de bodem van de zee, of ze staan op een drijflichaam dat met ankerlijnen op zijn plaats blijft. De betonnen voet met de stalen buispaal.
De windturbine van MingYang Smart Energy is nog groter dan de Haliade-X van GE die op de Maasvlakte in Rotterdam staat. Daarmee verbreekt de Chinese turbinebouwer het wereldrecord. De Haliade-X had een capaciteit van 12 megawatt, maar deze windmolen heeft een capaciteit van 16 megawatt.
Dat zit 'm vooral in de productie: een standaard 3 mW windturbine op land bevat 300 ton staal en ijzer, naast ruim 8 ton aan andere metalen. De fundering vraagt 900 ton beton.
De rotor: het puntje van de windturbine
De wieken draaien door de wind. Als de wieken draaien, draait de rotor. Deze beweging wordt omgezet in schone elektriciteit.
In een 3 MW windturbine zit ruim 300 ton staal en ijzer. Daarnaast zit er ruim 8 ton aan andere metalen in. Voor de fundering is daarnaast 900 ton beton nodig.
Dieper dan diep
De Noordzee is niet overal even diep. Tussen Nederland en Engeland is de Noordzee niet zo diep: zo'n dertig meter.
De diepte van de Noordzee neemt af van noord naar zuid van meer dan 200 meter bij de Shetlandeilanden en de kust van Noorwegen (in de Noorse Geul zelfs 700 meter) tot 20 meter bij de Nederlandse kust.
In België is de Noordzee ongeveer 40 meter diep. De bodem van de Noordzee bestaat uit zand, met hier en daar wat grind. Er leven ook haaien en roggen in de Noordzee.
Het uiteinde van een rotorblad haalt een snelheid van meer dan 250 kilometer per uur. Een moderne windturbine levert voldoende stroom voor ongeveer 650 huishoudens. Dat is tien tot dertig keer zoveel als de eerste turbines.
Ook is de zee op sommige plaatsen ongeschikt voor windmolens, omdat het er te diep is. Daarnaast betekent een grotere afstand van de windmolens tot de kust langere, duurdere kabels en hogere onderhoudskosten. Waar uiteindelijk windmolens komen, luistert dus heel nauw.
Een molen van 150 meter hoog met een rotordiameter van 120 meter heeft een maximaal vermogen van ongeveer 4 MW. Dan wordt het sommetje: 4 MW x 0,35 x 8765 uur = 12,3 GWh per jaar. Dan heb je dus 341 windturbines nodig om een kerncentrale te vervangen.
De gemiddelde economische terugverdientijd van een windturbine op land is minder dan 8 jaar en op zee korter dan 12 jaar. Factoren die de terugverdientijd verkorten: Grotere afmetingen en hoogte van een windturbine wat i.h.a. resulteert in een hogere opbrengst.
Het basis salaris van het werken aan land en op zee komen nog redelijk overeen. Zo verdien je bij beiden (bruto) tussen de € 2.600,- (junior) tot € 3.600,- (ervaren) euro per maand. Afhankelijk of je veel overuren draait of vaak een weekend (consignatiedienst) extra draait kan dit salaris nog wat hoger uitvallen.
Voor de plaatsing van één windmolen kan een ondernemer rekenen op een vergoeding van 40.000 – 50.000 euro per jaar. Ook een zonneweide brengt aardig wat in het laatje. De bijverdienste is volgens de fiscalist niet zonder risico.
Veel vissen hebben een zwemblaas, een soort grote klankkast die onderdeel is van hun gehoorsysteem. Door plotseling lawaai kan die blaas knappen, waardoor de vis als het ware explodeert. En ook veel zeezoogdieren, zoals bruinvissen, kunnen ernstige gehoorschade oplopen door de aanleg van windmolenparken.
De Rijksoverheid betaalt deze vergoeding uit de Opslag Duurzame Energie (ODE) voor het net op zee van de windenergiegebieden Borssele en Hollandse Kust (zuid en noord). Bedrijven en burgers betalen voor de ODE via hun energierekening. Bedrijven dragen daarvan twee derde bij en burgers een derde.
In 3 tot 6 maanden draaien wekt een windturbine evenveel energie op als er nodig is voor de bouw, het onderhoud en de afbraak. Een windmolen gaat zo'n 20 jaar mee.