In gebieden waar het grondwater hoog staat, zakt veel extra water onvoldoende weg. Daarom moet bij aanleg van een wadi de gemiddelde grondwa- terstand meer dan 0,7 meter onder het maaiveld liggen.
Voor de berekening gaan wij uit van een rechthoekige wadi die minimaal 30cm diep is en een talud heeft van 1:2; dat laatste betekent dat als de wadi 30cm diep is, de hellingen aan alle vier zijden 60cm breed zijn en de gehele wadi dus minstens 120cm lang en breed is.
Voor de aanleg van wadi's gelden de onderstaande uitgangspunten. - Bodem minimaal 20 cm boven Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG). - Taluds minimaal 1:3 in verband met onderhoud. - Waterstijging bij bui 10 tussen 30 en 50 cm afhankelijk van de doorlatendheid van de bodem.
Het oppervlak van de vlakke bodem en de taluds bepaalt bij een wadi de grootte van het infiltratieoppervlak. Voor de taluds rekent u met 40% van het oppervlak beneden het overloopniveau van de slokop. Voor de doorlatendheid van de voorziening is de doorlatendheid van de toplaag van gras vaak maatgevend.
Opbouw van een wadi
En wadi is net als een greppel een sleuf in de grond maar dan opgevuld met verschillende lagen grond, grind en zand. De bovenste laag van de wadi bestaat uit teelaarde waarin planten goed kunnen groeien. Door de open structuur laat deze laag het aangevoerde water goed door.
Grondwater stroomt heel langzaam, vaak maar enkele meters per jaar, in de richting waar het waterniveau lager is. Er zitten allerlei stoffen in die ook in de bodem voorkomen.
Wadi's moeten goed onderhouden worden. Om dichtslibben en verontreiniging te voorkomen, is het aan te raden twee keer per jaar bladafval en zwerfvuil te verwijderen, de slokoppen leeg te zuigen en één keer per jaar de drainage schoon te spuiten.
Graaf een ondiepe kuil in een lager gelegen deel van je tuin. Let erop dat het water van je huis wegstroomt door bijvoorbeeld een gootje aan te leggen vanaf de regenpijp tot aan de kom. Beslis zelf hoe groot je wadi wordt. Een vierkante meter met zo'n 20 cm diepte kan al 200 liter regenwater bufferen.
'Een wadi is een groene greppel in het stedelijk gebied. Het Arabische woord is in Nederland een afkorting van Water Afvoer Drainage en Infiltratie. Een wadi bergt regenwater en zuivert het, waarna het water infiltreert in de ondergrond. Zo helpt de wadi tegen wateroverlast en droogte.
HOE ZIET EEN WADI ERUIT? Bij droog weer ziet een wadi eruit als een laagte (meestal begroeid met gras). Bij regen vult deze laagte zich met water dat vervolgens langzaam in de bodem zakt.
Een wadi is een laaggelegen zone in het gras die dient als infiltratievoorziening. Na een regenbui loopt het water van daken en wegen in deze wadi's en daar kan het langzaam in de bodem wegzakken. Het regenwater hoeft dus niet afgevoerd te worden via de riolering naar de rioolwaterzuivering.
De ideale diepte van een grindput is de diepte wanneer je op zandgrond komt. Maak gebruik van een grondboor en boor een gat en probeer op zandgrond te komen. Als je op zandgrond komt heb je gelijk de ideale diepte van je grindput te pakken.
Beplanting wadi
Een wadi kan beplant worden met vochtminnende planten die ook tegen droogte kunnen. De wadi kan ook ingezaaid worden met gras. Dat vraagt wel meer onderhoud doordat het gras regelmatig gemaaid moet worden. Een wadi beplant met hoog opgaande vegetatie draagt ook bij aan de biodiversiteit.
U kunt het regenwater eenvoudig laten weglopen naar uw tuin door de regenpijp tot ongeveer 20 cm boven de grond af te zagen. Haal het onderste stuk pijp weg. Zet een deksel op het deel van de regenpijp dat de grond in gaat. Plaats een bocht op het overgebleven stuk regenpijp.
De beste manier om regenwater af te voeren is eigenlijk heel simpel: laat het de bodem intrekken! Op die manier wordt regenwater uiteindelijk grondwater, en daar maken wij weer drinkwater van. In ieder geval is het erg belangrijk dat je de regenwaterafvoer niet aansluit op het riool.
Infiltratievoorziening. Overtollig regenwater in de grond laten sijpelen of een infiltratievoorziening is verplicht bij bouw, herbouw of uitbreiding van een overdekte constructie met een nieuwe oppervlakte van meer dan 40 m2. Bij nieuwe verkavelingen zijn collectieve infiltratievoorzieningen verplicht.
De infiltratieoppervlakte van de infiltratievoorziening bedraagt minimaal 4 m²/100m² afwaterende oppervlakte. Het buffervolume bedraagt minimaal 25 liter/m² afwaterende oppervlakte.
Grootte van het infiltratiekrat berekenen
30 liter regenwater. De 200 m2 tuin vermenigvuldigd u met het aantal liters regenwater per vierkante meter. 200 x 30 = 6000 liter. Dit aantal liters is in dit geval benodigd voor een optimale infiltratie van het regenwater.
Een waterplein slaat bovengronds of ondergronds tijdelijk water op; niet alleen regenwater dat direct op het plein valt, maar ook water van de bestrating en daken in de directe omgeving. Dit gaat via goten, leidingen en hoogteverschillen op het plein. Het water wordt vervolgens opgeslagen in de bassins.
Regenwatervijvers vangen tijdelijk regenwater op en laten het aan de randen langzaam wegzakken in de ondergrond. Hiermee helpen ze om het grondwater aan te vullen en droogteschade te beperken. Een regenwatervijver heeft daarom wisselende waterstanden: vol na een regenbui en bijna leeg als het lang droog blijft.
De grondwaterstand (of het grondwaterpeil) is een maat voor de diepte van het grondwater. Men kan het meten door in een buis in de grond een meetlint te laten zakken tot het meetlint het grondwater bereikt en nat wordt. Onder de grondwaterstand is de grond verzadigd met grondwater.
Putboringen voor het gebruik van grondwater:
Deze putboring wordt ook wel filterput of boorput genoemd. Filterputboringen voor beregening en grijswatercircuit moeten niet op grote diepte geboord worden. Meestal kan er tot +- 10 m diepte geboord worden waar het grondwater voor deze toepassing gebruikt kan worden.
Ook in geval van beregening, bevloeiing of veedrenking geldt er geen vergunningplicht wanneer de hoeveelheid te onttrekken grondwater minder bedraagt dan 60 m3 per uur. Niet vergunningplichtige onttrekkingen moeten wel gemeld worden.