Je kind bedenkt bijvoorbeeld dat als het op een stoel klimt, het iets kan pakken waar het eerder niet bij kon. Denken heeft te maken met taal, met begrijpen, met onthouden en met het oplossen van 'problemen'. Hoe meer ervaringen je kind opdoet, hoe meer het gaat begrijpen en onthouden.
Voor een jong kind loopt fantasie en werkelijkheid nog door elkaar heen. Men spreekt dan van magisch denken. Het stadium van het magisch functioneren zie je met name bij kinderen van 3 tot ongeveer 6 jaar.
In het schema ontwikkelingsaspecten en om- gevingsinteractie worden de volgende ontwik- kelingsgebieden onderscheiden: lichamelijke ontwikkeling, motorische ontwikkeling, cogni- tieve ontwikkeling, seksuele ontwikkeling, per- soonlijke ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Magisch denken
Kinderen vullen wat ze nog niet weten aan met hun eigen fantasie. Ze kunnen ook denken dat ze met hun gedachten kunnen beïnvloeden wat er gaat gebeuren. Dit wordt ook wel 'magisch denken' genoemd.
Cognitieve ontwikkeling
Tussen 6 jaar en 7 jaar maakt je kind een grote sprong in zijn cognitieve ontwikkeling, omdat hij concreet leert denken. Hij denkt nog wel in plaatjes: wat hij leert, moet hij voor zich kunnen zien. kan getallen herkennen en schrijven en heeft begrip voor 'erbij' en 'eraf'.
Zowel jongens als meisjes kunnen een orgasme krijgen. Wat we óók weten, is dat zo'n orgasme bij jonge kinderen bijna altijd een "toevallige" gebeurtenis is. Dus niet iets waar kinderen op die leeftijd bewust mee bezig zijn, of tijdens het masturberen naar streven (wat bij volwassenen wel het geval is).
Kinderen vanaf vijftien maanden kunnen seksuele responsen vertonen, zoals blozen, zweten en een verhoogde ademhaling. Jongetjes kunnen een erectie krijgen, hier zijn geen volwassen seksuele gevoelens aan gekoppeld. Vanaf vier jaar kunnen kinderen gevoelens van verliefdheid omschrijven.
Denken tussen 2 en 3 jaar
Op deze leeftijd gaan kinderen steeds duidelijker beseffen dat ze zelf dingen kunnen veroorzaken. Ze onthouden ervaringen beter en gebruiken die informatie dan in andere situaties. Als je kind bijvoorbeeld weet waar de afstandsbediening voor is, weet het dit niet alleen thuis maar ook bij oma.
Vanaf 2 jaar maakt je peuter enorme sprongen in zijn taalontwikkeling. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met wel tien woorden per week. Rond deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook 'zinnetjes' maken van twee woorden, zoals 'mama eet'.
Kinderen van deze leeftijd geloven dat levenloze objecten, zoals knuffeldieren, een leven hebben en net zo kunnen denken als mensen. Dit wordt animistisch denken genoemd. Tevens kunnen kinderen nog geen volledig onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid.
4. Sociaal-emotionele ontwikkeling. De afgelopen jaren ging je kind steeds meer nadenken over zichzelf, wat hij wel en niet kan, hoe hij eruitziet, hoe hij zich voelt, wat hij wil. Achtjarigen gaan zichzelf vergelijken met andere kinderen; ik kan niet zo hoog springen als hij, maar ik kan wel beter voetballen.
Cognitieve ontwikkeling:
Lezen en schrijven gaat nu steeds beter, terwijl rekenen moeilijker begint te lijken. Je kind lijkt steeds geïnteresseerder in hoe je met geld om moet gaan, of wil voor iets sparen of beseft hoe duur sommige dingen kunnen zijn.
Magisch denken is de overtuiging dat ideeën, gedachten, acties en woorden, of het gebruik van symbolen de loop van de gebeurtenissen in de materiële wereld kunnen beïnvloeden.
Voluit geschreven staat McDD voor Multiple complex Developmental Disorder. In het Nederlands is het vertaald als meervoudige complexe ontwikkelingsstoornis. McDD komt op jonge leeftijd al tot uiting. Het kind vindt het heel lastig om met de eigen emoties en gedachten om te gaan.
Symbolisch denken is een manier van denken. Daarbij vertegenwoordigen symbolen een object, een werkelijkheid, een idee enz.. Een ring kan bijvoorbeeld een symbool zijn voor “deze persoon is gehuwd”.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
'Laat beginnen praten' kan dus verschillende oorzaken hebben. Vaak is er niets aan de hand en gaat het gewoon om een kind dat wat meer tijd nodig heeft. Maar het kan ook een eerste signaal zijn van een bredere ontwikkelingsproblematiek. Om die reden is vroegtijdige erkenning van taalproblemen heel belangrijk.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Vanaf het moment dat het kind leert praten, kan hij ook bewust ervaringen onthouden. Naast de taalontwikkeling, zijn ook de eigen ontwikkeling en de rijping van de hersenen van belang bij het onthouden van gebeurtenissen. De herinneringen van jonge kinderen gaan terug tot het tweede levensjaar.
Hij kan het verschil van een volle en lege blaas leren voelen en leren zijn blaas op commando te ontspannen als hij gaat plassen. Je kunt je kind nu lekker zijn gang laten gaan, zeker in de speeltuin. Hij kan zelf op de glijbaan, hij wil zelf klimmen. Het is goed voor zijn spierontwikkeling, motoriek en zelfvertrouwen.
Slimme peuters/kleuters zijn nieuwsgierig, onderzoekend, kunnen goed onthouden, kunnen lastige denkproblemen aan. Ze zijn snel van begrip en stellen veel vragen. Slimme peuters houden van uitdagingen, kunnen reflecteren, hebben creatieve oplossingen en hebben leiderschapskwaliteiten.
Kunnen baby's erecties krijgen? Baby's kunnen al erecties krijgen. Die kunnen met seksuele gevoelens gepaard gaan. Maar baby's hebben er geen seksuele fantasieën bij, volwassenen wel.
Je behoefte aan seks wordt door heel veel interne en externe factoren bepaalt. Iedereen z'n seks drive is anders. Dus: een echte norm voor hoe vaak je seks 'moet' hebben, bestaat niet. Als jij je goed voelt bij jouw seks leven, dan heb je genoeg seks.
Gemiddeld hebben jongens de eerste gevoelens van seksuele opwinding als ze 13,4 jaar zijn. Voor meiden is dit bijna twee jaar later, met 15,1 jaar. De meeste pubers zeggen nog niet toe te zijn aan seks. Dat geldt voor meiden iets vaker dan voor jongens.