Kenmerken autisme in communicatie
Vertragingen of verstoringen in de ontwikkeling van gesproken taal. Moeite hebben met het gaande houden van gesprekken. Vooral praten tegen iemand, in plaats van met iemand. Bijvoorbeeld veel praten over eigen interesses zonder na te gaan of de ander ook daarin geïnteresseerd is.
Wel hebben alle mensen met autisme met elkaar gemeen dat ze moeite hebben om andere mensen goed te begrijpen en aan te voelen. Omdat ze moeite hebben met overzicht en het onderscheid tussen betekenisvolle hoofd- en bijzaken, hebben ze ook veel behoefte aan vaste patronen en voorspelbaarheid.
Autistisch denken is dingen anders waarnemen en begrijpen. Mensen met autisme ontwikkelen zich anders en gedragen zich anders omdat ze de wereld anders waarnemen en begrijpen. Menselijk gedrag wordt immers bepaald door wat we waarnemen en hoe we die informatie verwerken.
Voorbeelden zijn: extreem overstuur raken wanneer afspraken plots veranderen, moeilijkheden hebben met overgangen van de ene naar de andere activiteit, bepaalde rituelen volgen die elke dag op dezelfde manier moeten verlopen, telkens dezelfde weg volgen ...
Mensen met autisme kunnen niet zo goed relativeren. Ze worden gepakt door de dingen die ze ervaren, ook door hun eigen gevoelens. Als ze boos zijn, dan zijn ze boos. Ze worden overspoeld, in beslag genomen door dat absolute gevoel.
Bij mensen met autisme kunnen woedeaanvallen en agressie voortkomen uit kleine dingen zoals onbegrip of emotionele stress. Overprikkeling en een opeenstapeling van onverwerkte prikkels is bijna altijd onderliggende oorzaak. In het hoofdzaak Interactie van Op weg naar rust wordt dit verder uitgelegd.
Als je autistisch bent, ziet de wereld om je heen er anders uit. Je hoort veel geluiden om je heen en ziet veel kleuren. Je hersenen kunnen al die informatie tegelijk moeilijk verwerken. Heftige beelden, veel geluiden, kleuren.
Problemen in de sociale interactie (contactstoornis)
Moeite om te begrijpen wat een ander van jou verwacht. Het niet goed kunnen aanvoelen van andere mensen. Weinig aandacht voor de ander. Dat kan zich bijvoorbeeld uiten in praten tegen iemand, in plaats van met iemand.
Iedereen, ook mensen met autisme, heeft drie basisbehoeften. De behoefte aan Autonomie, verBondenheid en Competentie vormen het ABC van de motivatietheorie. De behoefte aan autonomie verwijst naar het ervaren van vrijheid en keuze bij het zelfstandig uitvoeren van een activiteit.
"In een relatie is het geven en nemen", zegt Oscar, "maar als je met iemand met autisme bent, is het vooral geven. Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn.
Belevingswereld autisme
Mensen met autisme houden erg van voorspelbaarheid. Het liefst houden ze alles altijd hetzelfde. Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen.
Mensen met autisme kennen geen emoties. Smalltalk, oogcontact of een knuffel… Mensen met autisme hebben het doorgaans moeilijk met sociale interactie. Als kind valt het hen al zwaar om vriendschap te sluiten met leeftijdgenoten en vaak komen ze ronduit ongeïnteresseerd over.
Vermijd beeldspraak. Mensen met autisme nemen woorden vaak letterlijk. 'Een knoop in je maag hebben' zegt iemand met autisme niet zo veel. Zeg precies wat je bedoelt, dat doen zij ook.
Het gedrag van iemand met autisme kan ook manipulatief overkomen. Vanuit een enorme behoefte aan duidelijkheid kan hij erg dwingend reageren in de ogen van een hulpverlener.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
Sommige mensen met autisme kiezen bewust voor minder opvallende alternatieven. Bijvoorbeeld het tikken met een pen of het bewegen van een been onder de tafel. Stimming komt veel voor bij mensen met autisme en heeft belangrijke functies, bijvoorbeeld het kalmeren bij stress en het voorkomen van over- of onderprikkeling.
Mensen met autisme hebben moeite met liegen of manipuleren. Anderzijds brengt hun nood aan voorspelbaarheid, hun gebrek aan flexibiliteit en hun onvermogen om subjectief te denken mee dat ze de regels respecteren, hun plicht doen en blijk geven van objectiviteit en een onwrikbare logica.
Moeite om zich in een ander te verplaatsen. Functioneel denken (Beperken tot 'logica' en missen van sociale aspecten) Moeite met inschatten andere mensen. Moeite met herkennen en onder woorden brengen van eigen gevoelens en gedachten.
Mensen met autisme hebben gevoelens, dat staat buiten kijf. Ze zijn niet ongevoelig. En ze uiten ook hun gevoelens. Al wordt vaak ten onrechte beweerd dat de meeste mensen met autisme een neutrale of vlakke emotionele expressie vertonen.