Patentsteek wordt gebreid op dezelfde manier als een gewone rechte steek, alleen steek je de naald in de aangegeven steek in de toer eronder. De steek van de toer erboven ziet eruit als een draad aan de achterkant van je breiwerk. Onthoud dat je iedere toer begint met een rechte steek.
De eerste manier om patentsteek te breien is de manier waarbij je afwisselend 1 steek recht breit, en 1 steek recht maar dan in de lus van de steek van de naald eronder breit. Je breit als het ware een dubbele steek. Zet een oneven aantal steken op en brei de kantsteken (eerste en laatste steek) van elke naald recht.
Vals patentpatroon
Voor het valse patentpatroon moet het aantal steken wat je opzet, deelbaar zijn door vier. De eerste naald brei je als volgt: brei 3 steken recht, brei 1 steek averecht. Herhaal deze vier steken tot het einde van de naald. In de tweede naald brei je 2 steken recht, 1 steek averecht en 1 steek recht.
Wat is de tweekleurige patentsteek of brioche breien
Bij de tweekleurige patentsteek brei je elke naald twee keer. Eén keer met kleur A en één keer met kleur B. Hierdoor is het fijn om gebruik te maken van een rondbreinaald, zodat je het werk gemakkelijk kunt terugschuiven naar het begin.
De patentsteek oftewel de brioche stitch is een mooie steek die gelijk een comfortabel en dik effect geeft aan je kol of sjaal, zeker als die gebreid wordt met een wat dikker garen. Deze steek geeft ook een heel mooi effect als je hem met twee kleuren breit.
KETTINGSTEEK RAND
De kettingrand vormt een heel mooie zelfkant, met een perfecte rand voor het opnemen van steken of voor het omstikken van naden. Maar als je een onzichtbare naad wil is deze manier niet ideaal. Goede kant: haal de eerste steek recht af zonder te breien en brei de laatste steek van de rij recht.
De rand van je breiwerk kan er soms rommelig uitzien. Dat komt doordat de eerste en laatste steken maar aan één steek vastzitten. Omdat de kant er dus rommelig uit kan zien, leren we vaak om de eerste steek af te halen. Dan krijg je een nette zijkant en we wennen onszelf aan om altijd de eerste steek af te halen.
1 rechte dubbele steek wordt gemaakt als volgt: brei 1 rechte steek door de rechternaald niet in de volgende steek van de linker breinaald in te steken, maar in de steek die er juist onder ligt in de vorige naald. Brei deze steek en laat hierbij de steek van de linkernaald afglijden.
Voor een volwassen sjaal worden er 41 of 42 steken opgezet, afhankelijk van de gekozen steek. De sjaal wordt dan ongeveer 23 cm breed als, deze met naalden 4 wordt gebreid.
Voor het maken van een halve patentsteek brei je één toer 1 recht 1 averecht en de volgende toer brei je 1 r. 1 afh. met overslag. Er is dus nog maar één toer waarin je steken afhaalt.
Tricotsteek breien
Je breit tricot door rechte steken heen en averechte steken terug breien. Dus de ene naald brei je helemaal met rechte steken, dan keer je je breiwerk om en breit de hele naald averechte steken. Bij de averechte steek houd je de draad tussen het brei werk en jezelf.
Bij deze kantsteek brei je de eerste en de laatste steek van elke naald altijd recht. Het resultaat is een regelmatige, stevige rand met de karakteristieke 'knoopjes' erlangs. Geschikt voor breiwerk in ribbelsteek, sjaals en naden van kledingstukken.
De patentsteek, ook wel buissteek genoemd, is een variatie op het boordpatroon. Het is een breisteek waarmee je een mooi dik en elastisch breiwerk krijgt die er aan de voor- en de achterkant hetzelfde uitziet. De patentsteek wordt bijvoorbeeld veel gebruikt voor sjaals en mutsen.
Ajour breien wordt ook wel 'gaatjes breien' of kantbreien genoemd. Zonder steken te laten vallen creëer je een patroon van gaatjes. Dit patroon kan uit allerlei vormen bestaan. Van eenvoudige verticale strepen tot een elegant bloemendetail.
Dit is eigenlijk gewoon een rechte steek, maar je steekt je naald in in de steek eronder. Je breit de steek daarna gewoon recht, en laat omslagen daarna gewoon afglijden.
Bij dubbele gerstekorrel komen twee rechte steken naast elkaar en 2 rechte steken boven elkaar. Op dezelfde manier komen twee averechte steken naast elkaar en boven elkaar. Brei de eerste naald als volgt: herhaal 2 st r, 2 st av tot het einde van de naald. Naald 2: recht boven recht en averecht boven averecht.
Zijkanten van een sjaal krullen om? Bij het breien van een sjaal in tricotsteek zullen de zijkanten vaak omkrullen. Om dit te voorkomen kun je de eerste 3 tot 5 steken van de naald recht breien op zowel de rechte als de averechte kant. Hoe breder de sjaal, dan 5 steken recht breien.
Na het opzetten van de steken wordt de eerste pen, of de eerste naald, gebreid. Hierna wordt beschreven hoe een rechtshandige breier kan breien.
Heengaande naald is rechts en teruggaande naald is links. Daar waar de zwarte puntjes staan maak je een lus. De eerste 2 naalden zijn lussen op een bruine achtergrond nadien brei je alleen in natuurkleur. De grootte van de lussen is verschillend, naargelang je in een heen- of teruggaande naald zit.
De kant met platte, gebreide steken is de goede kant (of ook de gebreide kant). De goede kant voelt platter en gladder aan dan de verkeerde kant.
Voorkant: dit is de kant van je breiwerk die je kunt zien als je breit. Voorpootje: rechterkant van de steek. Werkdraad: de draad die van de bol naar je breiwerk loopt.
Je breit 1 'row', oftewel een rij. Deze term gebruik je als je iets heen en weer breit. 1 row is 1 naald leegbreien, dus iedere keer dat je de naald wisselt van hand heb je 1 row gebreid.
Misschien een inkopper, maar kies als eerste project alsjeblieft een sjaal. Een sjaal is rechttoe-rechtaan, is relatief snel klaar en je kunt altijd wel een nieuwe sjaal gebruiken. Ik raad je aan om een sjaal te beginnen in ribbelsteek (Engels: garter stitch). Dit betekent alleen maar recht breien.