Kolf je borst een keer zover 'leeg', totdat deze lekker soepel voelt. Doe dit bij de borst die aan de beurt is, vlak voordat je kindje wil drinken. Leg na het resetten dus meteen aan. Zo krijgt je kindje de meer vettere (en laag in lactose) achtermelk en zullen de maag/darmen meer rust moeten krijgen.
Maar sommigen produceren bijna meer melk dan hun borsten kunnen bevatten, waardoor ze keihard en onaangenaam vol aanvoelen – een aandoening die stuwing wordt genoemd. Hoewel dit een tijdelijk verschijnsel is dat gemiddeld 24 tot 48 uur aanhoudt, kan het pijnlijk zijn.
Kolf je borsten goed leeg om een eventuele verstopping te voorkomen. Als je baby nog maar een paar dagen oud is, kan de melkproductie al binnen enkele dagen weer gestopt zijn. Wanneer je al langer voedt, kan het een aantal dagen tot weken duren.
Je kindje weer aan de borst krijgen, nadat je gestopt of sterk geminderd bent met voeden, is absoluut mogelijk! Zelfs maanden later nog, nadat je stopte met voeden. Naast je kindje weer aan de borst krijgen, is relactatie ook het (terug) op gang brengen van je melkproductie.
Borstvoeding opnieuw op gang brengen of opwekken, kan alleen door de baby zo vaak mogelijk te laten drinken. Zo stimuleer je de borsten om melk te maken. Adoptiemoeders kunnen de melkproductie het beste al op gang proberen te brengen vóór de baby komt.
Behandeling van pijnlijke stuwing:
In overleg met de arts kan een ontstekingsremmer of pijnstiller worden gebruikt. Koude kompressen tussen voedingen kunnen verlichting geven bij zwelling en pijn. Vaak voeden, waarbij de baby zo lang aan de eerste borst drinkt als hij wil.
Maak je je toch ongerust over je melkproductie of over je babytje, bel dan even met een lactatiekundige. Zo rond dag 3 of 4 krijgen de meeste vrouwen last van stuwing.
Het dragen van een stevige BH die goed past en steun geeft kan verdere stuwing voorkomen. Je kunt de melkproductie namelijk af laten nemen door de borst aan de buitenkant tegendruk te geven. Een stevige BH zorgt voor deze druk en kan hiermee ergere stuwing voorkomen.
De overproductie kan worden teruggeschroefd door minder vaak van borst te wisselen. De baby krijgt één borst per voeding en als hij binnen een uur of twee uur nog eens wil drinken, krijgt hij dezelfde borst. De andere borst krijgt dan intussen het sein dat er minder mek nodig is; er wordt immers geen melk afgenomen.
Het is normaal dat je borsten niet meer vol aanvoelen als je al een tijdje borstvoeding geeft, omdat je lichaam raakt afgestemd op de hoeveelheid melk die de baby drinkt. Deze aanpassing kan plotseling en al vrij vroeg voorkomen (twee weken na de geboorte of zelfs vroeger). Een borst is echter nooit helemaal leeg.
Borstvoeding afbouwen gaat ook in dit geval geleidelijk: u kiest één voeding die u niet meer wilt geven en u geeft uw kind op dat tijdstip een fles met kunstvoeding van 100 of 150 ml. In dit geval is het wel belangrijk om de avond en ochtend voeding het laatste af te bouwen.
Teveel bijvoeding kan ook bij een baby ouder dan zes maanden zorgen voor een te harde groei. Normaal gesproken zal een borstgevoede baby vanaf dat hij vast voedsel krijgt minder aankomen.
Het is normaal dat je na een week weer volle borsten hebt. Zolang het niet ernstig wordt, je geen harde plekken of schijven hebt en de stuwing niet pijnlijk is, hoef je niets te doen. Zelfs maanden na het stoppen kun je soms nog wat melk lekken.
Een baby moet 20 (7 of 10, of 15) minuten aan elke borst gevoed worden. Niet waar! Belangrijk is dat we het verschil maken tussen 'aan de borst liggen' en 'uit de borst drinken'. Enkele voorbeelden: Een baby die 15 Ã 20 minuten aan een kant effectief drinkt, wil de tweede kant misschien helemaal niet meer.
Stuwing verminderen
Je kindje drinkt dan als het ware je borst leeg. Daarnaast kan het helpen om je borsten te masseren onder een warme douche. Probeer ook de harde plekken voorzichtig te masseren. Als je liever iets wilt wat ijskoud is, kun je bevroren koolbladeren gebruik om de pijn te verlichten.
Masseer het gevoelige gebied, vooral tijdens het voeden of kolven, om de verstopping te helpen opheffen. Druk zachtjes een warm washandje tegen je borst, of neem ter verlichting van het ongemak vóór het voeden een warm bad of warme douche.
Stuwing duurt meestal zo'n twee dagen. Belangrijk om in de gaten te houden is of er geen harde, rode plekken ontstaan in je borst. Dit kan een voorteken zijn van een borstontsteking en dat wil je natuurlijk voorkomen.
Bij een verstopt melkkanaal is er een obstructie in een of meerdere melkkanalen waardoor de melk niet naar buiten kan stromen. Hierdoor is er vaak een harde plek of schijf voelbaar, meestal in één borst, die veelal gevoelig of pijnlijk is. Eventueel gaat het samen met rode en/of warme huid.
Je borstvoeding kan teruglopen doordat je maar één borst per keer geeft. Hierdoor sla je per voeding een borst over en gaat je lichaam de hoeveelheid melk die je je kindje uit een tweede borst nog zou kunnen geven, een volgende keer niet meer produceren.
Pasgeborenen die geen borstvoeding krijgen lopen veel meer risico om ziek te worden of in het ziekenhuis opgenomen te worden. Ze hebben veel meer spijsverteringsproblemen dan borstgevoede baby's. Na vier tot zes weken heb je waarschijnlijk ook de meeste ongemakken van de eerste voedingsperiode achter de rug.
Als je plotseling stopt met borstvoeding geven, kan dat tot stuwing, verstopte kanalen of mastitis leiden. Bovendien is het een abrupte verandering waar het spijsverterings- en immuunsysteem van je baby mee om moet kunnen gaan. Het kan ook in emotioneel opzicht voor jullie beiden moeilijk zijn.
Kolf wel altijd even voor het slapen gaan, zodat je met soepele borsten de nacht in gaat. Alle voeding die je kolft kun je aan de baby geven! Ook als je al niet meer kolft,kan je nog weken wat melklekkage hebben uit je borsten, dit is normaal.