Bij de meeste vissen gebeurt de bevruchting extern: het vrouwtje legt haar eieren en het mannetje bevrucht de eieren door zijn sperma af te geven in hetzelfde water. Sommige zorgzame ouders blijven bij hun bevruchte eieren, en later bij de jongeren, om ze te beschermen.
De meeste vissen paren door “kuit te schieten”. Een vrouwtjesvis laat op een gegeven moment haar eicellen in het water. De eitjes dwarrelen nu door het water en hechten zich uiteindelijk aan waterplanten. De mannetjesvis laat nu zijn zaadjes achter op de eicellen van de vrouwtjesvis.
Eerst de mannetjes, later volgen de vrouwtjes. Ze verzamelen zich in ondiep water met waterplanten waar de eitjes op kunnen worden afgezet. De paai vindt plaats van februari tot en met april bij watertemperaturen van 6 tot 14°C, waarbij de eieren in verschillende perioden worden afgezet.
Meestal betreft dat het beschermen van de eitjes, maar het komt ook voor dat vissenouders voor de babyvisjes zelf zorgen. Ze zorgen dan bijvoorbeeld een aantal dagen voor hun kinderen. Tevens beschermen sommige vissenouders hun bevruchte eitjes door ze in de mond te bewaren: mondbroeden.
Het vrouwtje zet haar bevruchte eitjes af tussen de planten. De beste planten hiervoor zijn fijnbladige waterplanten, zoals waterpest (Elodea Nuttallii) en hoornblad (Ceratophyllum submersum). Het afzetten van de eitjes wordt ook wel kuitschieten genoemd. Sommige mensen schrikken ervan als dit gebeurt.
Seks met een andere diersoort.
Als het goudvisvrouwtje paart met haar eigen soort, dan sterft dit poollichaampje af. De spermacel van het mannetje bevrucht dan de eicel van het vrouwtje en de celkernen versmelten met elkaar. Helemaal zoals bij een normale bevruchting dus.
Agressie tussen vissen uit zich in de vorm van achter elkaar aan jagen en soms 'bijten'. Agressie vindt plaats tussen vrouwtjes onderling, mannetjes onderling en tussen mannetjes en vrouwtjes. Agressie is gekoppeld aan zowel dominantie als reproductie.
Door het broeden ontstaan chemische stoffen, die schade toebrengen aan de lichaamscellen van de moedervis. Gelukkig heeft ze daar iets op gevonden: om te herstellen eet ze een deel van haar kroost op.
Agressie tussen vissen uit zich in de vorm van achter elkaar aan jagen en soms 'bijten'. Agressie vindt plaats tussen vrouwtjes onderling, mannetjes onderling en tussen mannetjes en vrouwtjes. Agressie is gekoppeld aan zowel dominantie als reproductie.
Vissen zijn zeer loyale en attente vrienden, maar ze kunnen soms overweldigd raken door de problemen van hun vrienden ten koste van hun eigen welzijn.
De botte manier zetten ze in tegen onwillige vrouwtjes, en ze hebben er zelfs speciale wapens voor, ontdekten Lucia Kwan en collega's. Soms gedraagt een guppyman zich fatsoenlijk. Hij baltst voor een vrouwtje door zijn lichaam in een S-vorm te buigen en met zijn staart te trillen.
De mannetjes tuiten hun lippen tot de bekende 'zoen' uitdrukking. De Zoenvissen drukken hun mond tegen elkaar totdat een van de twee de strijd opgeeft. De winnende Zoenvis maakt indruk op het vrouwtje. De alfa man is bepaald en behoudt zijn recht op voortplanting.
Geen dier zoent zoals de zoenvis doet. Eerst schuift hij zijn bek naar voren. Dan waaieren zijn lippen uit elkaar, voor een echte pakkerd. De zoenvis kan zijn bek ver opentrekken omdat hij een tweede kaakgewricht heeft.
Vissen kunnen elkaar behoorlijk pesten en intimideren. Vissen die hier slachtoffer van worden voelen zich erg ongelukkig en gestrest. Dit leidt vaak tot ziekte en overlijden. Let goed op de onderlinge verstandhouding.
Nieuw onderzoek toont echter aan dat vissen vaak met elkaar praten. Dat vissen geluiden konden maken was al bekend. Het onderzoek toonde echter ook aan dat twee derde van de vissoorten vaak met elkaar praten. Dit blijkt bovendien niets nieuws: sommige vissen 'praten' zelfs al meer dan 155 miljoen jaar!
Vissen in de zee zwemmen vaak met een grote groep bij elkaar. Dit noemen we een school. Zo beschermen ze zichzelf tegen roofdieren en kunnen ze gemakkelijk een partner vinden om te paren. Als een groep vissen bij elkaar zwemt, noemen we dat een school.
Veel goed doorvoede vissen kunnen op zich 2 weken zonder voeding. Het is wel handig om ze van te voren enige tijd stevig te voeden zodat ze een reserve opbouwen. Jonge vissen hebben wel dagelijks voeding nodig.
Kannibalisme wordt bij mensen als een barbaarse daad gezien. Het eten van individuen van dezelfde soort komt bij vissen echter vaker voor dan je wellicht zou denken – en met reden. Vissen zijn opportunisten. Een snelle en gemakkelijke hap is altijd goed; ook als het je eigen soort betreft.
Een vis kan hooguit tien minuten leven buiten water. Dus langer dan dat is het zeker niet. Maar doorgaans zal hij vrijwel meteen sterven als hij levend door een vogel wordt ingeslikt.
Hoe lang je een vis moet overwennen ligt aan de waterwaarden van het oorspronkelijke water en het nieuwe water van je aquarium. Allereerst heeft de vis ongeveer 30-60 minuten nodig om te wennen aan de nieuwe leefomgeving. Als je de vis hebt laten wennen, kun je de zak openen in een (kleine) emmer.
Lange tijd was de heersende gedachte dat we ons daar vooral geen zorgen over hoeven te maken, want vissen zouden niets voelen. Althans, niet zoiets menselijks als 'pijn'. Maar daar komt de wetenschap nu op terug. Uit steeds meer onderzoek blijkt namelijk dat vissen wel degelijk een vorm van pijn kunnen ervaren.
De meeste vissen paren door “kuit te schieten”. Een vrouwtjesvis laat op een gegeven moment haar eicellen in het water. De eitjes dwarrelen nu door het water en hechten zich uiteindelijk aan waterplanten. De mannetjesvis laat nu zijn zaadjes achter op de eicellen van de vrouwtjesvis.
De mannetjes zijn vaak gekleurder, hebben langere vinnen en/of grotere staarten.De vrouwtjes zijn vaak saaier van kleur, bijvoorbeeld bruin of grijs. Zo krijgt de driedoornige stekelbaars in het voorjaar een prachtig bruidskleed. Hij heeft dan een oranjerode buik en groen en blauw achterlijf.
De meeste vissen paren door “kuit te schieten”. Een vrouwtjesvis laat op een gegeven moment haar eicellen in het water. De eitjes dwarrelen nu door het water en hechten zich uiteindelijk aan waterplanten. De mannetjesvis laat nu zijn zaadjes achter op de eicellen van de vrouwtjesvis.
Als het goudvisvrouwtje paart met haar eigen soort, dan sterft dit poollichaampje af. De spermacel van het mannetje bevrucht dan de eicel van het vrouwtje en de celkernen versmelten met elkaar. Helemaal zoals bij een normale bevruchting dus.