Stimuleer verschillende leesactiviteiten
Onderneem verschillende leesactiviteiten. Onderzoek toont aan dat – naast voorlezen – praten over boeken, boeken cadeau geven en een bezoek aan de boekhandel en bibliotheek het leesgedrag en de leesmotivatie stimuleren.
Veel leerlingen lezen graag strips. Stripverhalen bevatten humor en de korte zinnen en dialogen zijn voor zwakke lezers prettig leesbaar. De illustraties ondersteunen het verhaal en prikkelen de nieuwsgierigheid. Dit bevordert het leesplezier.
Leerkrachten kunnen het leesplezier bij leerlingen stimuleren, bijvoorbeeld door voorlezen en het inrichten van een aantrekkelijke leeshoek in de klas. Ook ouders kunnen het leesplezier van hun kind vergroten door regelmatig voor te lezen en samen naar de bibliotheek te gaan.
Vertel over wat je leest en toon je favoriete boeken. Praat dus ook over je eigen leeservaringen – ook als je een boek niet graag las – met kinderen en jongeren. Maak boeken zichtbaar aanwezig op school, thuis, in de kinderopvang. Laat boeken rondslingeren of stel ze frontaal op met de cover naar voor.
Leesbevordering is het systematisch en structureel aanbieden van activiteiten met als doel de bereidheid tot lezen, de waardering voor het boek en het plezier in lezen te ontwikkelen.
Om het leestempo te verhogen kun je je kind het beste laten oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Gebruik lekker veel variaties, lees boeken die aansluiten bij de belevingswereld van je kind, wissel het zelf lezen af met samen lezen of voorlezen en beloon!
Analfabetisme of ongeletterdheid slaat op mensen die de vaardigheid in lezen, spellen en schrijven niet of niet in voldoende mate beheersen. Dergelijke mensen heten analfabeten of ongeletterden. In het Nederlands wordt onderscheid gemaakt tussen analfabeten en laaggeletterden.
Veel mensen vinden lezen of rekenen wel eens lastig. Maar als je dyslexie of dyscalculie hebt, dan heb je veel moeite met lezen of rekenen: zó veel dat je dingen die te maken hebben met lezen of rekenen minder goed kunt doen dan je klasgenoten of collega's. Terwijl je net zo slim bent.
Lezen stelt je in staat inzichten op te doen over de maatschappij waarin je leeft en kennis te verwerven over het verleden, over gebeurtenissen in landen ver weg en over mensen met een andere achtergrond. Door te lezen train je je fantasie en je verbeelding; je leert je inleven in anderen en ontwikkelt empathie.
Zij stellen dat motivatie uiteen valt in intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie. In het geval van intrinsieke motivatie leest een leerling omdat hij of zij lezen in zichzelf een leuke, interessante of uitdagende activiteit vindt.
De mate waarin een leerling plezier beleeft aan het lezen van boeken. Het bevorderen van het leesplezier is een belangrijke doelstelling, maar ontstaat alleen in een stimulerende leesomgeving.
Lezen is brandstof voor het brein
Inhoudelijk zijn verhalen brandstof voor het brein. De hersenen hebben namelijk kennis en informatie uit de omgeving nodig voor hun rijping. Vooral nieuwe prikkels zijn belangrijk voor ons functioneren. Daarom is nieuwsgierigheid een kerneigenschap van de mens.
Het onderzoek van Stichting Lezen noemt redenen waarom jongeren minder boeken lezen. Jongeren zouden het lastig vinden om actuele boeken te vinden die hen aanspreken. Jongeren bezoeken immers geen bibliotheken en boekwinkels en in de media komen ook weinig boeken voorbij.
Kinderen gaan, naarmate ze ouder worden, lezen dus minder leuk vinden. Zowel basis- als middelbare scholieren lezen in het bijzonder vanuit een intrinsieke motivatie. Ze lezen boeken om hun nieuwsgierigheid in bepaalde onderwerpen te bevredigen en om zich te kunnen onderdompelen in de wereld van een verhaal.
Dit kan komen doordat kinderen en adolescenten meer zin hebben in televisie kijken, computer- spelletjes of sport.Maar het is ook mogelijk dat negatieve emoties over lezen de oorzaak zijn. In beide gevallen wordt weinig gelezen maar de oorzaak is anders en de remedie verschilt.
Het is mogelijk dat je kind geen fan is van lezen, omdat hij of zij (nog) niet voldoende vertrouwen heeft in zichzelf om dit te kunnen doen. Het opbouwen van dit zelfvertrouwen is erg belangrijk. Geef daarom elke keer tijdens en na het lezen aan hoe ontzettend goed het gaat en dat je trots bent.
Ze vallen meestal op als ze hardop moeten lezen. Vaak gaat dat langzamer dan het tempo van hun klasgenootjes en niet vloeiend. In plaats daarvan lezen ze op een spellende en/of radende wijze. Daarnaast schrijven ze woorden vaak zoals ze die horen (fonetisch) en maken ze veel fouten in dictees.