Eén van de beste manieren om er voor te zorgen dat vogels niet aan je aardbeien komen, is door het plaatsen van insectengaas. Het voordeel van insectengaas is dat deze gaas erg fijnmazig is, namelijk 1,35 x 1,35 millimeter. Het is hierdoor niet mogelijk dat vogels met hun poten en vleugels verstrikt raken in het net.
Er zijn heel veel manieren om je fruit te beschermen tegen vogels. Een manier is om vogels af te leiden met bijvoorbeeld een vogelverschrikker. Het helpt ook om wat glinsterende linten, blikken of oude cd's op te hangen, vogels hebben hier een hekel aan. Een fijnmazig net helpt ook goed.
Om je aardbeien te beschermen tegen flinke regenbuien kun je rond de planten een bed van stro aanbrengen. Zo voorkom je dat de aardbeien op de natte bodem liggen en dat er zand opspat. Daardoor gaan ze niet rotten en worden ze niet aangetast door schimmel.
Er zijn heel veel manieren om je groentjes te beschermen tegen vogels. Een manier is om vogels af te leiden met een vogelverschrikker, glinsterende linten, oude cd's of een schrikballon. Een fijnmazig net helpt ook goed. Kies voor een blauw net, want die kleur schrikt vogels af.
Vogelschriklint als vogelverschrikker
Vogels schrikken van geluid en weerkaatsing. Een speciaal vogelschriklint gebruik je als vogelverschrikker om je pas ingezaaide gazon beschermen. Knoop het lint vast aan takken, schuttingen of (bamboe) paaltjes.
Vogels hebben een hekel aan harde, vreemde geluiden. Harde muziek jaagt vogels weg! Strooi peper, kaneel of andere specerijen. Vogels hebben een hekel aan sterke geuren!
koemestkorrels zijn die ook goed voor aardbeien.
Aardbeien houden van rijke grond die niet te zuur is, tussen de 5.5 en 6.5. Heb je te zure grond, dan kun je gesteentemeel toevoegen zoals kalk.
Dun de bloemen en vruchten uit tot 3 per stengel om mooie grote aardbeien te krijgen. Knip de uitlopers telkens weg (op de paar na die je wilt gebruiken als opvolgers). Maak je bak in het late najaar schoon en bescherm je planten met stro tegen de vorst.
Eén van de beste manieren om er voor te zorgen dat vogels niet aan je aardbeien komen, is door het plaatsen van insectengaas. Het voordeel van insectengaas is dat deze gaas erg fijnmazig is, namelijk 1,35 x 1,35 millimeter. Het is hierdoor niet mogelijk dat vogels met hun poten en vleugels verstrikt raken in het net.
Er is te weinig contrast, waardoor de vogels het net niet zullen zien. Je kunt daarom beter kiezen voor een net met een fellere kleur. Denk bijvoorbeeld aan helder blauw, paars of geel. Deze kleuren bieden meer contrast met de ondergrond, waardoor de kans een stuk groter is dat de vogels het net nu wél kunnen zien.
In principe is iedere aardbeibloem in staat om zichzelf te bestuiven en te bevruch- ten. Wel is het nodig dat het stuifmeel door de wind of insecten op de stempels wordt gebracht. Een goede bestuiving is noodzakelijk voor het krijgen van goed- gevormde, volledig uitgegroeide vruch- ten.
Tijdens de teelt adviseren we om te kiezen voor meststoffen met een lager stikstof gehalte, maar met meer Kalium. Dat zorgt voor stevigere vruchten. Ook is het goed mogelijk om goed verteerde stalmest en compost door de bodem te mengen, zo'n 4 weken voor het planten.
Wanneer aardbeien bemesten? In het vroege voorjaar (maart-april) krijgen je bestaande aardbeiplanten graag wat extra voeding. De bemesting bij aardbeien is echter vrij delicaat. Te veel stikstof (N) geeft immers te veel bladgroei en te weinig vruchten.
Verse stalmest, drijfmest, kippenmest en champignonmest moeten bij voorkeur in de herfst van het voorgaande jaar toegediend worden. Een bijbemesting met een NPK-meststof mag men pas geven als de planten goed aan de groei zijn.
Je aardbeiplantjes krijgen het liefst twee keer een maaltijd voorgeschoteld: Op het moment dat je ze aanplant: werk wat organische meststof in de bodem. Acht à tien weken na het aanplanten herhaal je de bemesting.
Een aardbeiplant met veel bladeren, vruchten en bloemen heeft veel water per dag nodig. Eén pot vraagt ongeveer 1 tot 1,5 liter water per dag! De beste methode is om de eerste watergift in de vroege ochtend te geven en de laatste watergift aan het einde van de dag.
Vaak zijn die eerste aardbeien groot en goed van smaak. Naarmate er meer aardbeien aan een plant komen, moeten de suikers over meer aardbeien worden verdeeld. Dat resulteert in minder zoete aardbeien die ook wat minder groot zijn. De nakomertjes zijn het zoetst.
Naast een pompoen en een kussensloop wordt een jute zak ook vaak gebruikt als hoofd bij een vogelverschrikker maken. Als opvulling van het hoofd gebruik je hier geen hooi of stro, maar plastic zakken. Doe deze niet rechtstreeks in de jute zak, maar stop ze eerst allemaal in één plastic zak.
De opbrengst van bessenstruiken of kersenbomen kan behoorlijk verminderen door vogelvraat. Natuurlijk gun je de vogels ook een deel, maar het is jammer als je geen fruit overhoudt. Daarom wil je je struiken of bomen beschermen tegen vogels. Het gaat om planten als aardbei, aalbes, kers en bosbes.
Door een net met kleine gaatjes over de kolen te spannen voorkom je dat het hele blad wordt opgegeten. Voor uien en wortels kan er ook een net gebruikt worden. Denk bij het gebruik van netten met kleine gaten aan de volgende gewassen: Kolen.